Home Inburgeringsinstrument

Inburgeringsinstrument

  • Gepubliceerd op: 23 februari 2005
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Maarten van Rossem
  • 2 minuten leestijd

Ruim veertig jaar hebben overheid en politici het geschiedenisonderwijs verwaarloosd. Geschiedenis was ouderwets en nergens goed voor. Het aantal lesuren kon altijd weer worden gereduceerd. Plotseling is er in deze droevige toestand verandering opgetreden. De voorzitter van de nationale onderwijsraad, daarin bijgevallen door diverse politici en opinieleiders, vindt dat er veel meer aan het onderwijs in de vaderlandse geschiedenis moet worden gedaan.


Dat zou voor historici reden tot vreugde moeten zijn, ware het niet dat de oorzaken van deze nieuwe aandacht voor het geschiedenisonderwijs totaal niet deugen. In de licht hysterische discussie over de moeizame integratie van grote groepen immigranten is het geschiedenisonderwijs ontdekt als inburgeringsinstrument. Teneinde de integratie van de immigranten te bevorderen, dienen zij kennis te maken met de wordingsgeschiedenis van onze nationale identiteit.

Het is dus zaak een passend en integratiebevorderend verleden te ontwikkelen. De nationale onderwijsraad zal de historici daarbij vast wel constructief willen assisteren. De voorzitter van de raad heeft al bij voorbaat gezegd dat sceptische historici die dit project niet vertrouwen, in het belang van deze grootse zaak hun mond moeten houden.

Het ontwerp van een mooie, historisch verantwoorde nationale identiteit die de allochtonen fijn ingepeperd kan worden, zal het verleden echter met zekerheid geweld aandoen. Van een nationale identiteit, een soort ideologische kern van de natie die door de eeuwen heen constant en herkenbaar is gebleven, is immers geen sprake. Er zijn in ons verleden verschillende, zeer uiteenlopende tradities te herkennen, die ook zelf weer in de loop der tijd sterk zijn veranderd.

Het zal wel niet de bedoeling zijn allochtonen bij de inburgering een complex en poly-interpretabel verleden aan te bieden. Het moet een simpel verleden zijn, geheel onhistorisch gedefinieerd vanuit de behoeften van het heden. De minister-president kan zijn monomane belangstelling voor de joods-christelijke traditie bijdragen, die met de juiste retorische manipulatie prettig contrasteert met de islam.

Niet een of andere arbitrair vastgestelde essentie is echter karakteristiek voor het verleden, maar juist een aanhoudend veranderingsproces. Alleen al in de afgelopen halve eeuw zijn de opvattingen van de Nederlanders over tal van wezenlijke zaken grondig veranderd, en daarmee onze nationale identiteit. Het gevaar is ook levensgroot dat de Nederlandse geschiedenis aan de allochtonen zal worden gepresenteerd als een volkomen uniek geval, in plaats van als onderdeel van de Europese geschiedenis.

Kennelijk is het verleden voor politici en vele anderen alleen interessant als het misbruikt kan worden om eigen vooroordelen en beleidsintenties te ondersteunen. Als het verleden, kortom, een bruikbaar, nationalistisch verleden is.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.