Home IN BEELD: Conquista

IN BEELD: Conquista

  • Gepubliceerd op: 25 april 2013
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Annemarie Lavèn

In het kielzog van de Portugezen, die kapitalen vergaarden met de handel in luxegoederen uit Azië, verlegden de Spanjaarden hun grenzen in westelijke richting. Enkele decennia na Columbus’ onopzettelijke ontdekking van Amerika stroomden goud en zilver naar Spanje. Conquistadores als Cortés en Pizarro baanden de weg naar het fortuin, maar de kosten van hun meedogenloze avontuur waren astronomisch.

Columbus’ grootste geluk was dat zich tussen Europa en Azië nog een continent bevond. Niet zozeer omdat hij direct profijt had van zijn ontdekking, maar omdat hij zich zo geweldig vergist had in de afstand tussen Europa en de kust van Azië. 

Zestien dagen op zee, zo had hij berekend, waren nodig om via een westelijke route Azië te bereiken en de Portugezen te slim af te zijn. Het zouden er zeker zeventig worden, en op zo’n lange reis waren zijn voorraden niet berekend. Op 12 oktober 1492 zette hij voet op wat hij stellig als Azië beschouwde. 

De ontdekking van de Nieuwe Wereld was niet de gedroomde route naar de specerijen van Azië waar het Spaanse koningspaar, de financiers van Columbus’ expeditie, zo op gehoopt had. Maar de handvol goud die Columbus mee terugnam van zijn eerste expeditie voedde het idee dat in Amerika gouden bergen lagen. Vele expedities volgden, aangewakkerd door eerzucht en goudkoorts. 

Een van de avonturiers was Hernán Cortés. Hij had nauwelijks militaire ervaring, maar schrok er niet voor terug het met een legertje van nog geen 600 man op te nemen tegen de machtige koning van de Azteken: Montezuma II. Hij trok diep het Mexicaanse land binnen en veroverde de hoofdstad Tenochtitlan, het culturele en godsdienstige machtscentrum van het Aztekenrijk waar ongeveer tweehonderdduizend mensen woonden. Binnen enkele jaren was het hele volk onderworpen. 

De Inca’s was eenzelfde lot beschoren. Op het hoogtepunt van zijn bestaan besloeg het Incarijk het huidige Ecuador, Peru en delen van Chili. Verharde wegen verbonden de uithoeken van het rijk. Conquistador Francisco Pizarro, aangemoedigd door de successen van Cortés, had zijn zinnen gezet op het beroemde Inca-goud. 

Toen hij met een klein legertje optrok naar de hoofdstad Cajamarca trof hij een verzwakt land waar keizer Atahualpa was verstrikt in een machtsstrijd met zijn halfbroer. Hoewel de Inca’s ruim in de meerderheid waren, werden ze compleet verrast door de aanval van Pizarro. Binnen korte tijd veroverden en plunderden de Spanjaarden hun land. 

De Europeanen dankten hun wrede overwinning op de getalsmatig gigantische tegenstanders niet alleen aan hun kanonnen, zwaarden en paarden. Ze sloten telkens bondgenootschappen met rivaliserende stammen. 

Maar hun meest gevreesde wapen was een virus. De geïsoleerd levende Indianen waren niet bestand tegen de pokken. Een eeuw na de ontmoeting met de conquistadores was de inheemse bevolking tot de helft, in Mexico zelfs met 90 procent, gekrompen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.