Een rijke Romeinse had een moestuin, net als Michelle Obama. Dit ziet de bezoeker op de tentoonstelling Toekomst voor het verleden in het Allard Pierson Museum, als hij meedoet aan een van de vele interactieve toepassingen in de ‘virtuele hoek’. Hij loopt door een Romeinse villa met bijbehorende tuinen, zijn avatar – een alter ego op internet ¬– zweeft voor hem uit. Geen rozenprieeltjes hier, maar groenten en sla. De avatar zweeft er dwars doorheen.
Toekomst voor het verleden is een jubileumtentoonstelling. Aanleiding is het 75-jarig bestaan van het museum. En er is nog een aanleiding: directeur Robert Lunsingh Scheurleer vertrok onlangs en Wim Hupperetz volgt hem op. Reden genoeg, kortom, voor deze expositie, en daardoor ook inspiratie en thema’s genoeg.
En dat is meteen ook het probleem. De expositie gaat over wel erg veel verschillende onderwerpen, en dat in drie kleine zaaltjes plus een gang. Hij gaat over het begin van het museum in 1934, over de nieuwe vitrines in 1976, over moderne tentoonstellingstechnieken, de smaak van de vertrekkende directeur, over zijn grootvader, verzamelaar Constant Willem Lunsingh Scheurleer, en over andere schenkers aan het museum. Maar waar is de rode draad?
De eerste ruimte heeft ‘1934’ als titel gekregen. Vitrines van eikenhout en bordeauxrode muren bepalen de sfeer. Kopieën van Romeinse en Griekse beelden vullen één wand van het zaaltje. Waarom? Een bordje vermeldt dat Constant Willem Lunsingh Scheurleer, aan wie het museum veel voorwerpen dankt, ook een museum stichtte voor kopieën van klassieke beelden. Dat zal het zijn.
Tegen de andere wand staat een verzameling zwart-rood Atheens aardewerk. Waarom? Scheurleer verzamelde dat. Aan de wand hangt verder een portret van Constant Willem Lunsingh Scheurleer. Hij is een knappe donkere man, en hij heeft een boek bij zich. Dat geeft hem een aura van geleerdheid, meldt de bijbehorende tekst.
De tweede zaal heeft ‘1976’ als titel. Alle vitrines zijn hier computergrijs – zo hoorde dat in de jaren zeventig. Welke oudheden staan hier? Wat kies je uit voor een zaal over de jaren zeventig? O nee, de selectie van voorwerpen in deze zaal is gemaakt door scheidend directeur Robert Scheurleer, de kleinzoon van Constant, op basis van zijn persoonlijke smaak. Zo is er een realistisch ogend grafportret van een oudere vrouw, uit 22-37 n.Chr. Daar staat bij: ‘Deze dame moet een hele persoonlijkheid geweest zijn.’
Dan de derde zaal. Deze heeft als titel ‘2009’, maar gaat over de toekomst. Hier vind je het computereiland, en er zijn nog veel meer moderne technieken te bekijken. Een portret van een farao, bijvoorbeeld, dat driedimensionaal geprojecteerd wordt. Het is een soort hologram dat ronddraait en beeft. Als de farao verdwijnt, neemt een Griekse vaas het over. Daarop staan atleten in actie. De afbeelding wordt virtueel van de vaas gelicht, knalrood gemaakt, rondgedraaid, en dan plat getrokken. De echte vaas, toch niet het eerste het beste souvenirtje, staat er onmachtig naast.
De bezoeker voelt zich soms net zo op deze expositie. Heb je keurig de voorwerpen bekeken en de bordjes gelezen over antefixen – een soort dakversieringen – , dan blijkt dat die er helemaal niet toe doen. Deze zaal is eigenlijk een demonstratie van moderne tentoonstellingshulpmiddelen.
Ten slotte de gang, de laatste ruimte. Hier is het thema tenminste helder. Er hangen portretten van schenkers aan het museum. Wat is het verband met dat beeld van Fortuna? Opnieuw biedt een tekstbordje soelaas: ‘De plooival geeft dit beeld een grootsheid die een godin waardig is. Dat het beeld incompleet is doet daar niets aan af.’ Aha.
Toekomst voor het verleden. 75 jaar Allard Pierson Museum. Tot en met 5 oktober. Allard Pierson Museum, Oude Turfmarkt 127, Amsterdam. Open: ma-vr 10-17 uur, za, zo 13-17 uur. Info 020-52 52 556 of www.allardpiersonmuseum.nl.
Dit artikel is exclusief voor abonnees