Home Holmes’ bonfire (1666)

Holmes’ bonfire (1666)

  • Gepubliceerd op: 29 augustus 2016
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Machiel Bosman
Holmes’ bonfire (1666)

Op 20 augustus 1666 branden de Britten het dorp West-Terschelling plat. Een dag eerder hebben ze een grote Nederlandse handelsvloot in vlammen laten opgaan. Holmes’ bonfire heet deze triomf in Engeland, naar de aanstichter Robert Holmes.

In de tweede helft van de zeventiende eeuw lopen de spanningen tussen de Engelsen en de Hollanders steeds verder op. De inzet: hun wereldwijde commerciële belangen. Oorlog is onvermijdelijk, meent Samuel Pepys, de Engelse admiraliteitsklerk die met zijn dagboeken postume wereldfaam zou verwerven: ‘De handel van de wereld is simpelweg niet groot genoeg voor ons allebei.’

In 1665 barst de strijd weer eens los – het begin van de zogeheten Tweede Engels-Nederlandse Oorlog. De Hollanders worden in de slag bij Lowestoft overtuigend verslagen. Een jaar lang domineren de Engelsen de zee, tot Michiel de Ruyter in juni 1666 de rekening vereffent.
 

Tweedaagse Zeeslag

Een maand later zijn de Engelsen echter alweer op oorlogssterkte, waarna ze de Hollanders tijdens de Tweedaagse Zeeslag grote schade toebrengen. De Nederlandse vloot moet terug naar de wal voor herstel. En terwijl de admiraals De Ruyter en Cornelis Tromp ruziën over het hoe en waarom, trachten de Engelsen er munt uit te slaan. Tegen deze achtergrond voltrekt zich een ramp op de Wadden.
 

De Wadden zijn geen perifeer gebied, maar strategisch van groot belang 

 De Wadden zijn geen perifeer gebied, maar strategisch van groot belang. Ze vormen de poort tot de rijkste haven op aarde, Amsterdam. Ze zijn de natuurlijke afsluiting van de Zuiderzee, waar geen vijandelijke vloot zich kan begeven – want hoe kom je er weer weg?

Elk jaar passeren honderden handelsschepen de eilanden. Er zijn twee doorgangen: het Marsdiep bij Texel en het Vlie, tussen Vlieland en Terschelling in. Beide zeearmen worden druk bevaren.
 

Expeditiemacht van 1200 man

Hier koerst de Engelse vloot heen. Een Nederlandse verrader heeft ze op dat spoor gezet, Laurens van Heemskerk. Hij is een jaar eerder gedeserteerd, tijdens of na de slag bij Lowestoft, en vervolgens bij verstek ter dood veroordeeld, dus hij kan Engelse steun goed gebruiken.
 

Een Nederlandse verrader heeft de Engelsen op het spoor gezet om koers te zetten naar de Wadden

Van Heemskerk meldt zijn nieuwe vrienden dat de verdediging van Vlieland en Terschelling te wensen overlaat, en dat er rijke pakhuizen te vinden zijn. Dat eerste is waar, het tweede niet, maar de Engelsen hebben hun missie gevonden: plunderen en platbranden, die eilanden.

Op 17 augustus maken ze de plannen concreet. Ze rusten een expeditiemacht uit van ongeveer 1200 man, onder bevel van schout-bij-nacht Robert Holmes, die eerder zijn sporen heeft verdiend aan de Afrikaanse kust. Hij krijgt, naar Engelse opgave, acht oorlogsschepen mee, vijf branders (oude of goedkope schepen die in lichterlaaie op de vijand af worden gestuurd), zeven kitsen (tweemasters) en een stuk of vijftig sloepen voor de ontscheping in laagwater.
 

Destructieve tocht

Een dag later vertrekt Holmes op zijn destructieve tocht. De eilanders zien hem komen, maar maken zich vooralsnog niet al te druk. Ze geloven niet dat de Engelsen erin zullen slagen het Vlie op te komen; in de vaargeul is het lastig navigeren en de markering van ondiepe plaatsen is uit voorzorg deels weggehaald.

Maar Holmes heeft een geheim wapen, en dat weten de eilanders niet: een loods van een Deens schip die de verraderlijke wateren op zijn duimpje kent. Hij zal de Engelsen op weg helpen, in ruil voor de teruggave van zijn schip dat de Engelsen hebben buitgemaakt.

Holmes heeft een geheim wapen: een loods van een Deens schip die de verraderlijke wateren op zijn duimpje kent 

Het duurt nog een dag, door tegenwind. Dan, op de 19de, laveren de Engelsen met een zuidoostenwind door het Vlie. De eilanders zien het vanaf de duinen met verbijstering aan. De Vlielandse dominee Den Heussen, die een van de weinige ooggetuigenverslagen schreef: ‘De meeste verstandige zeelieden, schippers en loodsen veronderstelden dat het niet te doen was zo met hun schepen binnen te komen, en dat ze snel op de banken en gronden vast zouden lopen. Maar de uitkomst leerde anders. De vijand schatte de situatie goed in en kwam zonder mankeren onbeschadigd bij en onder Terschelling.’
 

Snelle klus

En daar, als de mist is opgetrokken, wacht Holmes een verrassing. Wat blijkt? Onder Vlieland ligt een rijke handelsvloot voor anker, klaar voor vertrek. Holmes zelf in zijn verslag aan zijn superieuren: ‘Ik zag een grote vloot liggen van 170 schepen, groot en klein, die voor anker lagen in de Vlieree. Het leek me raadzaam die te vernietigen, en omdat er weinig oorlogsschepen tussen waren, en de schepen dicht bij elkaar lagen, dacht ik dat het snel gebeurd zou kunnen zijn.’
 

De rijke Nederlandse handelsvloot die klaar ligt voor vertrek biedt voor Holmes een buitenkans

 Dit is een buitenkans. Hier dient zich een onvermoede mogelijkheid aan om de Hollanders een verwoestende klap toe te brengen. Holmes twijfelt geen moment, slaat zijn orders in de wind, en trekt zijn eigen plan. Er schuilt een zeker risico in, want mocht het mislopen, dan kon hij weleens voor de krijgsraad worden gesleept.
 

De weerstand gebroken

Met vijf branders en één oorlogsschip stort hij zich op zijn prooi, die geen kant op kan. De handelsschepen liggen gevangen tussen de vijand, de zandbanken en elkaar. Holmes zet de aanval in en stuurt twee branders op de enige twee oorlogsschepen af die de koopmansvloot beveiligen.

Eén voltreffer en de Vollenhoven staat in lichterlaaie. De andere brander loopt vast op een bank, maar de bemanning van de Middelhove is de oorlogsbodem al ontvlucht. Er volgt een race met de Engelsen om de controle over het schip. Wanneer de Engelsen die winnen, gaat ook de Middelhove in vlammen op.
 

Joelend strooien de Engelsen handgranaten in het rond en werpen ze manden brandend stro in de schepen

De weerstand van de Hollanders is gebroken. In sloepen varen de Engelsen tussen de schepen door. Joelend strooien ze hun handgranaten in het rond en werpen ze manden brandend stro in de schepen. De chaos is compleet; duizenden bemanningsleden trachten radeloos in sloepen te ontkomen. Veel daarvan slaan om, velen verdrinken. ‘De Engelsen rustten niet,’ aldus Den Heussen, ‘tot de gehele vloot was vernietigd op dertien of veertien schepen na die wisten te ontsnappen door naar het zuiden weg te varen.’
    

Vlammenzee

Die dag is de Vlieree een vlammenzee. Het vuur is van heinde en verre te zien. Rookpluimen drijven weg op de wind. Als de duisternis valt, herinneren slechts de smeulende kielen aan de trotse vloot die hier een etmaal geleden nog lag.

De grootste scheepsbrand die Nederland ooit heeft getroffen is een feit. Het aantal slachtoffers is niet bekend; een bron spreekt van 2000. De schade loopt, in geld van toen, in de miljoenen.
 
Paniek op Vlieland. De verdediging wordt gemobiliseerd, voor zover aanwezig. Daar staan ze, een man of vierhonderd, bij de Horn, met een musket om de hals. Wanneer ze merken dat ze binnen het bereik van het Engelse geschut staan, maken de meesten zich schielijk uit de voeten.
 

De volgende ochtend halen de eilanders opgelucht adem wanneer ze de Engelsen weg zien zeilen 

Die avond breekt een noodweer los. Holmes moet zijn plannen om Vlieland plat te branden laten varen. De volgende ochtend halen de eilanders opgelucht adem wanneer ze de Engelsen weg zien zeilen – vreugdeschoten weergalmen tussen de duinen.
    

Spookdorp

Maar als dominee Den Heussen rond tien uur een dankdienst voorbereidt, roept zijn vrouw hem van beneden toe: ‘Terschelling staat in brand.’ De Engelse furie duurt voort. Holmes heeft het niet kunnen laten. Hij is op Terschelling met elf compagnieën aan land gegaan, om het dichtstbijzijnde dorp te plunderen en plat te branden. Dat is West-Terschelling, een plaatsje van rond de 270 huizen. Vijf compagnieën trekken erheen; de rest houdt bij de kust de wacht. De Engelsen treffen een spookdorp aan. De eilanders zijn hun huizen ontvlucht. Er is niet één ooggetuigenverslag van een eilander bewaard.

Holmes heeft haast; hij wil het tij niet missen en met hoogwater weer weg. In razend tempo legt hij het dorp in de as. Het vuur wordt bovenwinds aangestoken om de plunderende manschappen tot spoed te manen. Binnen een uur staat het hele dorp in brand. Wanneer de Engelsen vertrokken zijn, staan nog slechts een stuk of dertig huizen overeind, plus het raadhuis, de kerk, en de Brandaris.
 

De triomf van Holmes ging de geschiedenis in als “Homes’ bonfire”

Het is een ramp van een omvang die in cijfers niet goed tot uitdrukking komt. Er is nauwelijks een slachtoffer te betreuren. De materiële schade, hoe groot voor de betrokkenen ook, valt in het niet bij die aan de vloot: zo’n 50.000 gulden. Met een paar jaar is het dorp weer herbouwd.
    
Dit is de tragedie die Terschelling trof, nu 350 jaar geleden. In Engeland werden vreugdevuren ontstoken. De triomf van commandant Holmes ging er de geschiedenis in als Holmes’ bonfire.
 
Machiel Bosman is historicus en schrijver.
 

Meer weten

1666. De ramp van Vlieland en Terschelling (2013) door Anne Doedens en Jan Houter.
 
Gedachtenisse van d’Engelsche Furie op de Vliestroom, en der Schellingh (2011)
hertaling van het verslag van dominee Den Heussen door Anne Doedens en Jan Houter.
 
Man of War. Sir Robert Holmes and the Restoration Navy (1969) van Richard Oller beschrijft de Engelse kant van het verhaal.
 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.