Kunstliefhebbers in Washington kunnen werken bewonderen van Nederlandse vrouwelijke schilders uit de zeventiende en achttiende eeuw.
Onder anderen Judith Leyster, Maria Sibylla Merian en Rachel Ruysch hangen tijdelijk in het National Museum of Women in the Arts, dat vrouwelijke kunstenaars uit de schaduw van hun mannelijke collega’s wil halen. In de zeventiende en achttiende eeuw was het voor vrouwen moeilijker dan voor mannen om toegelaten te worden tot een schildersgilde en hun werken tentoon te stellen. Judith Leyster was hierop een opvallende uitzondering: zij werd in 1633 lid van het Sint-Lucasgilde in Haarlem en schilderde opmerkelijke portretten en stillevens. Helaas lijkt haar productie te zijn afgenomen toen ze kinderen kreeg.
De Duits-Nederlandse Maria Sibylla Merian maakte uiterst precieze prenten van insecten en planten, onder meer in Suriname, waar ze samen met haar dochter heen reisde. Haar werk is niet alleen kunstzinnig de moeite waard, maar was ook van belang voor het onderzoek naar insecten.
Leyster, Merian en de andere kunstenaressen van de tentoonstelling laten zien dat het voor vrouwen in de zeventiende en achttiende eeuw weliswaar lastig was om de aandacht te krijgen, maar dat getalenteerde en eigenzinige vrouwen wel degelijk ver konden komen. De tentoonstelling Women Artists of the Dutch Golden Age loopt nog tot en met 5 januari.
Dit artikel is exclusief voor abonnees