Home Het succes van het christendom

Het succes van het christendom

  • Gepubliceerd op: 23 februari 2010
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Jan Dirk Snel

Kadiköy is tegenwoordig een wijk van Istanbul, maar in 451 was het nog een zelfstandig Aziatisch stadje tegenover de keizerlijke hoofdstad Constantinopel. Niets maakt waarschijnlijk beter duidelijk wat voor een religie het christendom is dan de woorden die daar in Chalcedon, zoals het toen heette, tijdens een concilie werden vastgelegd over Christus: ‘Volmaakt in zijn godheid en volmaakt in zijn mensheid, waarlijk God en waarlijk mens, bestaande uit een redelijke ziel en een lichaam, één van wezen met de Vader naar zijn godheid en één van wezen met ons naar zijn mensheid.’

De uitersten die hier spanningsvol in de tweenaturenleer bijeen werden gebracht – God en mens, hemel en aarde, geest en vlees – verklaren de ongelooflijke dynamiek die het christendom in de loop van zijn geschiedenis kenmerkte. Toen de lutherse domineeszoon Friedrich Nietzsche in 1882 de dwaas in Der Fröhliche Wissenschaft liet uitroepen dat God dood was, herhaalde hij daarmee een gedachte die in het christendom vanzelfsprekend al veel eerder was opgekomen.

Hegel had tachtig jaar eerder precies hetzelfde opgeschreven en daarbij een gezang uit de zeventiende eeuw geciteerd. Jezus was aan het kruis gestorven, maar tegelijk was hij God, en dus lag het idee dat God kon sterven voor het oprapen. Nietzsche gaf slechts een net iets andere draai aan de logica van de traditie die van Paulus via Augustinus naar Luther liep, merkt Diarmaid MacCulloch op.

De nogal luchtige toon die MacCulloch, hoogleraar kerkgeschiedenis in Oxford en naar eigen zeggen ‘een openhartige vriend van het christendom’, aanslaat, vormt een groot contrast met de uiterlijke verschijning van zijn boek, een kolos van ruim tweeënhalve kilo. Chalcedon is daarin een belangrijk markeringspunt, omdat het de eerste gelegenheid was waarbij nu nog bestaande christelijke hoofdstromingen uit elkaar gingen.

Iedereen was het erover eens dat de menselijkheid en goddelijkheid van Christus onder woorden gebracht moesten worden, maar niet iedereen kon zich vinden in deze compromisformule. Er waren theologen die meenden dat beide aspecten onderdeel van één natuur waren; anderen daarentegen vonden dat het onderscheid tussen de twee naturen meer nadruk verdiende.

De miafysitische en dyofysitische kerken die zich daarna losmaakten van de kerk van het keizerrijk, bevonden zich meestal in het oorsprongsgebied van het christendom, het Midden-Oosten. Vanaf de zevende eeuw zouden velen onder islamitische heerschappij geraken, terwijl andere kerken, in Ethiopië, Armenië of Georgië, juist tot op heden hun natie zouden vormen.

Ze krijgen veel aandacht van MacCulloch. Zijn boek is werkelijk een wereldgeschiedenis van het christendom, dat tegenwoordig op vier van de vijf continenten de belangrijkste godsdienst is en zo’n twee miljard aanhangers – eenderde van de mensheid – heeft. De meeste problemen die het christendom momenteel kent, merkt MacCulloch op, worden dan ook veroorzaakt door het succes ervan.

Aan de oorspronkelijke Engelse editie gaf hij als ondertitel The First Three Thousand Years mee, een grapje waarmee hij kennelijk twee dingen bedoelde. Allereerst begint hij zijn verhaal zo’n duizend jaar voor Christus in achtereenvolgens Griekenland en Israël. Het christendom is immers de voortzetting van de cultuur van Jeruzalem en Athene. Maar aan het eind merkt hij ook op dat een godsdienst die zo jong is nog lang niet al zijn geheimen heeft prijsgegeven.

Groot plezier heeft MacCulloch erin te laten zien hoe onverwachte vernieuwingen zich steeds weer voordoen: de pinksterbeweging, bijvoorbeeld, die aan het begin van de twintigste eeuw het spreken in tongen propageerde, terwijl de apostel Paulus daar toch weinig van moest hebben. Of de Koreaanse minjung-theologie, die in de jaren zeventig een tegenwicht vormde tegen de politieke onderdrukking.

MacCulloch is een vaardig verteller die graag gebruikmaakt van onbekende anekdotes en details, en daarbij naar mijn idee ook weleens te origineel probeert te zijn – bijvoorbeeld als hij aan de relativerende aanwezigheid van het Jodendom een belangrijke rol bij het ontstaan van de Verlichting toekent –, maar dat mag de pret niet drukken. Dit is geen handboek, maar een leesboek om je door te laten meevoeren.

Diarmaid MacCulloch
De geschiedenis van het christendom
1088 p. Spectrum, € 59,95

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.