Communist, kapitalist of confucianist? Het nieuwe Chinese keizerrijk zoekt een passende identiteit voor zijn onderdanen.
Zestig jaar Volksrepubliek is reden tot feest, maar voor China te kort om op terug te kijken. Door de Culturele Revolutie is het land losgekoppeld van zijn verleden. Dat was prima toen iedereen gelijk moest zijn en entrepreneurschap een vies woord was. Maar de idealen waarmee Voorzitter Mao ooit het land herenigde, passen niet bij China’s moderne materialisme en nationalisme.
Peking wil laten zien dat Chinees-zijn altijd al bijzonder en beter was. Te pas en te onpas klinkt nu de slogan ‘5000 jaar aaneengesloten cultuur’. Helaas zijn de tastbare erfenissen van het lange verleden schaars. De meeste kunstschatten zijn naar Taiwan verdwenen. Oude monumenten hebben de vele oorlogen en de Culturele Revolutie niet overleefd.
Het huidige China doet het meest denken aan de periode van de Qin-dynastie, rond 200 v.Chr. Die stond aan de basis van een groot keizerrijk, bestaande uit machtige ambtenaren, rijke kooplieden en monddode massa’s.
Het toch al zwaar gecensureerde digitale China toont dat de geschiedenis zich herhaalt. Zo is West-China, sinds de rassenrellen tussen Han-Chinezen en Oeigoeren van afgelopen zomer, nog steeds van internet afgesloten. In Chengdu gingen leraren van een privéschool onlangs in staking. De eigenaar van de school is zo machtig dat elke negatieve uitlating over hem op welk internetforum waar dan ook in China direct verwijderd werd.
Ook de huidige landhervorming versnelt een terugkeer naar ouderwetse machtsverhoudingen. Keuterboeren mogen hun pachtrecht verkopen om te kunnen profiteren van het kapitalisme. Op het eerste gezicht een nobel streven. Maar de maatregel heropent de deuren naar grootgrondbezit.
Wellicht biedt daarom Confucius nog het meeste houvast voor een toekomstige Chinese identiteit. Hij zei dat een dubbeltje er niet naar moet streven een kwartje te worden. Populair als de oude leermeester in China is, past deze gedachte echter totaal niet bij de nog veel populairdere zelfverrijking.
Ook overigens niet bij de meest positieve bijdrage van het communisme: de maatschappelijke gelijkheid van vrouw en man, die groter is dan in het Westen. Het is de vraag of die gelijkheid over vijfentwintig jaar nog zal bestaan.
Dit artikel is exclusief voor abonnees