Home Het domineesland is toch niet zo wereldvreemd

Het domineesland is toch niet zo wereldvreemd

  • Gepubliceerd op: 23 sep 2003
  • Update 02 mei 2023
  • Auteur:
    Jan Willem Honig

De Nederlandse buitenlandse politiek in de twintigste eeuw onder redactie van Bob de Graaff, Duco Hellema en Bert van der Zwan. 200 p. Boom, euro 19,90

Hoe realistisch was de Nederlandse buitenlands politiek in de twintigste eeuw? Nog nooit zijn er zoveel studies over allerlei deelgebieden van het buitenlands beleid verschenen als in de afgelopen tien tot vijftien jaar. Dat is vooral, zo lijkt het, te danken aan een ruimer subsidiëringsbeleid van overheidswege. De onmiskenbare trend in deze werken is dat de Nederlandse buitenlandse politiek veel meer gericht is geweest op het nastreven van het nationaal belang dan op het volgen van een moralistische koers, zoals de oudere literatuur beweerde.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Begrijp het heden, begin bij het verleden: met HN Actueel leest u historische achtergronden bij het nieuws van vandaag. Nu de eerste maand voor maar 1,99.

De nieuwere studies lijken heel overtuigend, omdat zij dankzij het opengaan van de archieven voor de periode van de Koude Oorlog (en zelfs voor daarna voor bepaalde onderwerpen) veelal op primair bronnenonderzoek gebaseerd zijn. Als nu het domineesland toch niet zo wereldvreemd blijkt te zijn geweest, is dan de tijd niet gekomen voor een fundamentele, algemene herwaardering van het Nederlands buitenlands beleid?

De Nederlandse buitenlandse politiek in de twintigste eeuw gaat nog niet zover om deze grote vraag te beantwoorden, maar het boek is niettemin een zeer nuttige plaatsbepaling waar het wetenschappelijk onderzoek voor de belangrijkste beleidsgebieden zo ongeveer is aangeland aan het begin van de nieuwe eeuw.

Het eerste deel van de bundel behandelt achtereenvolgens veiligheid en defensie, ontwikkelingssamenwerking, internationale rechtsorde, handel en Europa. De hoofdstukken over Nederland als handelsnatie (een zeer gedegen stuk van Hein Klemann) en het Europa-beleid (door Jan van der Harst) geven aan hoezeer het creëren van een Europese vrijhandelszone in het belang was van het relatief economisch zwakke Nederland – dit verklaart overigens, nu dat bereikt is, de huidige onzekerheid in het EU-beleid.

Het kan niet verrassen dat de ontwikkelingssamenwerking (J.J.P. De Jong) nog het minst werd gekenmerkt door een realistische instelling. Maar zelfs hier is de auteur naarstig op zoek naar realistische trekjes in het Nederlands beleid. Hij gaat zelfs zover de publieke opinie als realistisch te omschrijven, omdat die tegenwoordig de ethisch bevlogen ontwikkelingssamenwerking als een failliete boel beschouwt. Alleen een kleine politieke elite zou de `messianistische traditie’ nog in leven houden.

Opvallend is het contrast met de andere bijdragen, waarin over het algemeen de elite van beleidsmakers realistisch wordt genoemd en de morele roep vooral uitgaat van publieke opinie en parlement. Zoals in het verrassende hoofdstuk over de bevordering van de internationale rechtsorde (van de hand van Peter Malcontent en Floribert Baudet), dat benadrukt dat dit misschien toch niet the Dutchman’s burden was. Vele aardige voorbeelden wijzen uit dat Nederland, in de gestalte van het ministerie van Buitenlandse Zaken, `eerder een voorzichtige meeloper dan een inspirerend gidsland’ was.

Prins Bernhard

Zijn de idealisten onder de beleidsmakende elite dan alleen te vinden in een klein groepje `Pronkers’? Twee `bonusbijdragen’ over de kwestie-Nieuw-Guinea die het boek besluiten doen de twijfel toch weer opleven. De eerste is een leuk verhaal van een groepje VPRO/NPS-programmamakers over prins Bernhards bemoeienis bij het oplaaien van de crisis in 1961. Minister Luns wordt hierin afgeschilderd als de wereldvreemde beleidsmaker die koste wat het kost Nieuw-Guinea wilde behouden, terwijl prins Bernhard zich manifesteert als de realist. Het tweede verhaal, van historicus H. Meijer, gaat over het sluitstuk van de overdracht aan Indonesië, de `daad van vrije keuze’ van 1969. Daarin ontpopt juist Luns zich als de aartsrealist, die zich met grote diplomatieke kunst en ijver inzet om de overdracht niet in gevaar te laten brengen door zo’n `hinderlijke formaliteit’ als een volksraadpleging.

Misschien is het beleid van Luns wel een tekenend voorbeeld voor een schizofrenie die het Nederlands buitenlands beleid in zijn algemeenheid kenmerkt. Al met al is dit boek een goede eerste bijdrage tot een nieuwe reeks van uitgeverij Boom over `internationale en diplomatieke geschiedenis’, die nog volop de ruimte laat voor vervolgstudies.

Jan Willem Honig is verbonden aan het Department of War Studies in King’s College London en co-auteur van ‘Srebrenica: record of a war crime’.

Nieuwste berichten

Een boer rijdt vloeibare mest uit over het land
Een boer rijdt vloeibare mest uit over het land
Interview

De politiek kiest al zestig jaar dezelfde tactiek bij het mestprobleem: vertragen

Landbouwminister Femke Wiersma wil de uitzonderingspositie voor Nederlandse boeren verlengen. Door deze zogeheten derogatie mogen ze meer mest uitrijden dan eigenlijk is toegestaan. Maar volgens de Financial Times gaat de EU haar verzoek om verlenging weigeren. Ondertussen ruziet ze met een andere BBB-minister over de mestplannen van het demissionaire kabinet. Wiersma’s opstelling past in een...

Lees meer
Gebouw Federal Reserve
Gebouw Federal Reserve
Artikel

Opheffing van de Amerikaanse Federale Bank veroorzaakte economische rampspoed

President Donald Trump heeft een afkeer van de Federal Reserve Bank (FED), de Amerikaanse centrale bank. Daarin staat hij niet alleen. Zijn verre voorganger Andrew Jackson hief de bank in 1836 zelfs op. Dat leidde tot een diepe economische crisis. Van oudsher hebben Amerikanen een hekel aan centrale overheidsinstellingen. En aan bankiers. Het verklaart waarom...

Lees meer
Het hof van Karel de Stoute, vijftiende-eeuwse manuscript-illustratie
Het hof van Karel de Stoute, vijftiende-eeuwse manuscript-illustratie
Artikel

De Bourgondiërs voerden een financieel schrikbewind

Bourgondische vorsten hieven belastingen om hun oorlogen en dynastieke ambities te financieren. De Belgische historicus Marc Boone belicht hun plannen via het leven van een van hun paladijnen. Dit artikel krijgt u van ons cadeau Wilt u ook toegang tot HN Actueel? Hiermee leest u dagelijks geschiedenisverhalen met een actuele aanleiding op onze website en...

Lees meer
Marie, gravin van Bylandt door Alies Pegtel
Marie, gravin van Bylandt door Alies Pegtel
Interview

Gravin Marie van Bylandt koos een verrassend zelfstandig leven

Gravin Marie van Bylandt groeide eind negentiende eeuw op in luxe op het Haagse landgoed Oostduin, omringd door natuur, personeel en talloze huisdieren. Toch koos ze daarna een verrassend zelfstandig leven: ongehuwd, onafhankelijk en samenwonend met dierenactiviste Elisabeth des Tombe. In De vervlogen wereld van Marie, gravin van Bylandt schetst historicus Alies Pegtel hoe de...

Lees meer
Loginmenu afsluiten