Ze werd overladen met prijzen en tot in verre buitenlanden gelezen. Toch stond Hella Haasse altijd in de schaduw van de Grote Drie. Ze voelde zich haar hele leven miskend, zo blijkt uit de biografie van Aleid Truijens.
De zevenjarige Helly werd in vooroorlogs Baarn gepest door andere kinderen. Ze vonden het meisje uit Nederlands-Indië maar raar. ‘Losgescheurd te zijn van haar ouders, zonder te weten waarom, achtergelaten in een wildvreemde omgeving, de volslagen liefdeloosheid in het kinderpension, de pestende leeftijdgenoten, het schuldgevoel – het woord trauma vond ze zelf wel op zijn plaats.’ Dit ‘basisgevoel’ acht Aleid Truijens de voedingsbodem voor de literatuur van Hella S. Haasse.
Truijens aarzelde om deze biografie te schrijven. Ze vond in de nalatenschap van de schrijfster weliswaar ‘het zwarte schrift’, waarin Haasse haar ‘verboden gedachten’ noteerde, maar ze kende ook Haasses weerzin tegen een biografie. De schrijfster vond dat haar werk alles al over haar vertelde.
Het pleit voor de biografe dat ze veel heeft weten te benoemen dat Haasse zelf anders voorstelde, zoals haar ‘moeizame huwelijk’, dat ze niettemin in stand hield. Tegelijk trekt haar leven voorbij, alsmede haar immense oeuvre. Maar ook voor wie niet bijzonder in Haasses persoon en werk is geïnteresseerd biedt Leven in de verbeelding genoeg: het geeft een beeld van de literaire wereld. Gebrek aan erkenning is het sleutelwoord. Niet zozeer in prijzen en op het gebied van vertalingen van haar werk, maar ze werd vaak minder serieus genomen dan ze volgens Truijens verdiende. De Grote Drie (Gerard Reve, W.F. Hermans en Harry Mulisch) trokken alle aandacht en zij bleef die keurige mevrouw die kennis had aan het Koninklijk Huis. Tussen haar en Mulisch bestond wederzijdse animositeit. Hermans waardeerde haar lovende opmerkingen over zijn werk, zette haar veelvuldig in als onkritische, publieke interviewer van zichzelf, maar uitte nooit een woord over haar werk.
Misschien is dat wel haar tragiek: ze was te dienstbaar. Ze bezat de gave van het bewonderen, maar meestal was dat eenrichtingsverkeer. Ze achtte zich onvoldoende gewaardeerd, zag zichzelf als ‘de grote eenling’. In dat opzicht bleef Haasse altijd de zevenjarige Helly.
Leven in de verbeelding. Hella S. Haasse 1918–2011
Aleid Truijens
600 p. Querido, € 34,99