Home GRIJS VERLEDEN. NEDERLAND EN DE TWEEDE WERELDOORLOG

GRIJS VERLEDEN. NEDERLAND EN DE TWEEDE WERELDOORLOG

  • Gepubliceerd op: 28 maart 2001
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Frans Groot

In maart 1943 stapten twee jongemannen binnen bij de Meldungsstelle van het SS- Ersatzkommando in Amsterdam. De één meldde zich als vrijwilliger, de ander bedacht zich op het laatste moment en ging weer naar huis. Ze waren allebei niet bijster politiek onderlegd – fascisme stond voor zoiets als avontuur – maar hun impulsieve beslissingen hadden verstrekkende gevolgen. De doorzetter van de twee, Johan Wilhelm van der Zant (later bekend geworden als de dichter Hans Andreus), vocht zowel in Joegoslavië als aan het Oostfront en had na 1945 een hoop uit te leggen. Zijn vriend Bertus Swaanswijk (Lucebert) nam op het cruciale moment wel de juiste beslissing en wist het stigma van collaborateur te ontlopen.

        Rond dergelijke toevalligheden componeert de veelzijdige historicus Chris van der Heijden, bekend van enkele boeken over Spanje in de zestiende en zeventiende eeuw, zijn ‘stemmingsgeschiedenis’ van Nederland in de Tweede Wereldoorlog. Niet de grote gebeurtenissen, maar de manier waarop deze beleefd en ervaren werden is het onderwerp van dit boek. De oorlogsbelevenissen worden vooral in beeld gebracht aan de hand van dagboeken waarin de aarzelingen en struikelpartijen van de betrokkenen veel aandacht krijgen. Wie wist hoe het verhaal zou aflopen?
        Voor klassieke verzetshelden en grote schurken is in dit boek geen plaats: het concentreert zich op de gewone man. Zoals die directeur van een verzekeringsbedrijf die forenst tussen het rustige Laren en tumultueuze Amsterdam, waar de oorlog op straat zichtbaar is. Hij blijft zaken doen met Duitse relaties en ontvangt ze zelfs thuis. Een enkele keer ondersteunt hij een onderduiker en als grootste heldendaad weet hij een vriend te weerhouden van een vechtpartij met een losgeslagen Duitse soldaat. Ook in onzekere tijden probeert deze modelburger zijn geregelde bestaan overeind te houden.

Homo heydensius
Sinds de hoogleraren Hans Blom en Jan Bank in 1983 daartoe de eerste aanzet gaven is de roep om meer distantie en minder moraal een terugkerend refrein in de geschiedschrijving van de Tweede Wereldoorlog. Zoals bekend wordt vooral het monumentale werk van Loe de Jong op dit punt nogal eens onder vuur genomen. Van der Heijden doet hier enthousiast aan mee en gaat talloze keren met De Jong in discussie. Waar deze vooral de kleuren zwart en wit (collaboratie en verzet) hanteert, geeft Van der Heijden de voorkeur aan grijs (aanpassing in allerlei varianten). Of de wetenschap daarmee vooruitgeholpen wordt, is moeilijk te zeggen. Zeker is wel dat ook hij moet terugvallen op morele categorieën. De Jong voert graag daadkrachtige en bewust handelende lieden ten tonele, Van der Heijdens mensbeeld is pessimistischer: ‘Bovenal zie ik het toeval, de klungeligheid, de kleinheid.’ En dit menselijk tekort wordt in oorlogstijd sterk uitvergroot: ‘Aarzeling wordt angst, durf wordt moed, hardheid ontaardt in wreedheid.’ Kortom, de heroïsche norm van De Jong maakt plaats voor de ‘homo heijdensius’: tot weinig goeds bekwaam en geneigd tot veel halfhartigheid.
        Dat de Nederlandse samenleving gedurende de jaren 1940-1945 niet uitblonk in heldhaftigheid wordt IN dit boek leesbaar uit te doeken gedaan. Maar hoe moeten we de hoge – excusez le mot – ‘lulligheidsgraad’ in barre tijden verklaren?
Voor het eerst sinds 130 jaar werd de bevolking geconfronteerd met bezetting en oorlogsgeweld op eigen bodem. Verbijstering is het gevolg: Nederland was het onervaren, neutrale zondagskind in de Europese politiek. Naast deze internationale context voert de auteur het uitzonderlijk burgerlijke en massief verzuilde karakter van de samenleving als verklaring aan. Het vooroorlogse Nederland krijgt bij Van der Heijden iets van een verstild dorp bij het vallen van de avond. Het is een vredige idylle waarin elke notie van strijd of conflict lijkt te ontbreken. Nu is het ingewikkelde van zo’n karikatuur dat die altijd wel een beetje klopt. Van der Heijden gebruikt dit argument van burgertruttigheid echter zo vaak en zo gemakkelijk dat we haast weer bij een andere Nederlandse volksaard uitkomen: ‘Berusting is de geesteshouding van de inwoners van een rustig land.’ Is dit dan de grote sprong voorwaarts in de geschiedschrijving van de Tweede Wereldoorlog?

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.