‘Laat Hollanders harde koppen, Ons bedreigen vol geraas, Zij moeten hun leed verkroppen, Op een hoop verrotte kaas.’ Belgen en Nederlanders maakten elkaar uit voor alles wat mooi en lelijk was ten tijde van de Belgische Opstand van 1830. Dat blijkt duidelijk uit marsgedichten die te horen zijn op de tentoonstelling Broedertwist, België en
De Belgen bleven na 1830 trots op de opstand. Ze dankten er hun onafhankelijkheid aan. De Nederlanders daarentegen vergaten hun nederlaag zo snel mogelijk. Gelukkig begint Broedertwist met een filmpje dat uitlegt hoe het ook alweer zat.
Toen Napoleon in 1815 voorgoed verslagen was, kreeg een Oranje de leiding over de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden, samengevoegd in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Willem I deed zijn best de zuiderlingen voor zich te winnen. Hij liet zelfs zijn kleinzoon in Brussel dopen. Maar vergeefs; ze zagen in hem nog steeds een autoritaire protestant. Na vijftien jaar Verenigd Koninkrijk kwamen ze in opstand tegen zijn gezag.
Het was de opera
In Broedertwist is veel te horen en te zien wat de gebeurtenissen van 1830 dichtbij brengt. Er zijn boeken met kogelgaten, blauwe werkmanskielen die als ‘uniformen’ dienden voor de rebellen, en schilderijen over de gevechten. Eén daarvan toont de soldaten van Willem I in Brussel. Vanuit de hoge huizen krijgen ze straatstenen naar hun hoofd, en zelfs een potkachel.
Aan het eind van de tentoonstelling staan in een eregalerij de historische helden die door België en
Broedertwist, België en Nederland en de erfenis van
Dit artikel is exclusief voor abonnees