Home Dossiers Zuid-Afrika Geschiedenisonderwijs in het nieuwe Zuid-Afrika

Geschiedenisonderwijs in het nieuwe Zuid-Afrika

  • Gepubliceerd op: 27 augustus 2003
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Edwin van der Veldt
Geschiedenisonderwijs in het nieuwe Zuid-Afrika
Apartheid Zuid-Afrika
Dossier Zuid-Afrika Bekijk dossier

Voor het eerst moet in Zuid-Afrika een generatie worden aangeleerd wat apartheid inhield. Geschiedenis lijkt daarvoor het geschikte vak, maar juist geschiedenis heeft in Zuid-Afrika een slechte reputatie. En de bevolking schijnt het verleden liever te willen laten rusten dan haar kinderen ermee lastig te vallen.

`Wie weet nog wat hij deed op de dag van de eerste verkiezingen?’ vraagt de leraar aan klas 8C van Mamelodi High School, in een township-school nabij Pretoria. Van de vijftig leerlingen steekt niemand een vinger op. Tijdens het schoolvak Human and Social Sciences word besproken hoe de democratie in Zuid-Afrika werkt en hoe deze tot stand is gekomen. De meeste kinderen in deze klas waren bij de eerste vrije verkiezingen in 1994 vier of vijf jaar. Wat ze over het apartheidsverleden van Zuid-Afrika weten hebben ze op school geleerd. `Vraag thuis maar eens wat je ouders deden op de dag van de eerste verkiezingen en hoe ze dat vonden.’ De leraar houdt er rekening mee dat veel kinderen in de township dankzij het hoge percentage HIV-besmettingen geen ouders meer hebben – `Je mag het ook aan je oom of tante vragen.’ 
           
De ouderen zijn over het algemeen terughoudend met verhalen over vroeger. Deze generatie – blank en zwart – lijkt weinig behoefte te hebben aan een pijnlijke terugblik op de jaren van apartheid. De strijd is gestreden; men probeert de dagelijkse problemen het hoofd te bieden en richt zich liever op de toekomst. 
           
Ook de leiders van Zuid-Afrika, een land dat zich wil profileren als de rainbow nation en dat een hoofdrol voor zichzelf ziet bij Afrikaanse conflictbeheersing, zijn niet gebaat bij het oprakelen van een geschiedenis die gemakkelijk verdeeldheid kan zaaien. Het verleden wordt echter niet ontkend of verzwegen. De overheid wil de herinnering aan de periode van apartheid het liefst zelf vormgeven voordat die door anderen kan worden ontkend of gemythologiseerd. Het succesverhaal van de relatief geweldarme omverwerping van het apartheidsregime is nog steeds een van de belangrijkste wapenfeiten van de huidige regering. De scheiding tussen geschiedenis en politiek is dan ook moeilijk te trekken. 
 

Robbeneiland

Wat valt er te zien aan een gevangenis? Het gebouw is weinig indrukwekkend en niets is meer in de staat waarin het was toen Nelson Mandela er gevangenzat. Alleen in zijn cel liggen nog een gevangenisdeken, een bord en de wc-emmer. Het eiland werd vierhonderd jaar lang gebruikt om politiek gevangen te isoleren, maar het enige wat daaraan herinnert is een oud, vervallen kerkhof. Een scheepswrak en een pinguïnkolonie zijn de overige attracties waarbij de bus even stilstaat. 
           
De voornaamste reden om Robbeneiland te bezoeken is de bekendheid van de gevangene. Toch is er geen bedevaartsoord of pretpark rondom de verering van Mandela verrezen. De hoofdrolspelers van de apartheidsstrijd hebben de beeldvorming over hun periode kunnen controleren, en dat heeft geresulteerd in een genuanceerd, soms zelfs bescheiden museum. In de woorden van vrijheidsstrijder en gevangene Ahmed Kathrada: `While we will not forget the brutality of apartheid, we will not want Robben Island to be a monument to our hardship and suffering. We would want Robben Island to be a monument… reflecting the triumph of the human spirit against the forces of evil.’ De rondleidingen worden verzorgd door ex-gevangenen, die hun publiek uitnodigen om vragen te stellen. Hun verhaal dwingt bij de toeristen echter zoveel respect af dat bijna niemand iets durft te vragen. 
           

Alle leerlingen in klas 8C kennen Nelson Mandela, de levende legende. Ze zijn niet zozeer bekend met zijn geschiedenis als wel met zijn voorbeeldfunctie. Zijn naam is vaak te horen tijdens de assembly aan het begin van de week, wanneer alle 1400 leerlingen in de hete ochtendzon in rijen staan opgesteld om de bulderende speeches van de conrector aan te horen. `Sluit aan in de rij! Hoe kunnen jullie een Mandela worden als je niet eens recht in de rij kunt staan of je schooluniform netjes kunt houden?’ 
           
Wat Mandela deed en wat apartheid inhield moet voor het eerst een generatie echt worden aangeleerd. Geschiedenis lijkt daarvoor het geschikte vak, maar juist geschiedenis heeft in Zuid-Afrika een slechte reputatie. Jarenlang werd tijdens de geschiedenisles verteld waarom het systeem van apartheid legitiem was. Centraal in dat verhaal stond de heroïsche vertelling over de `ontdekking en ontwikkeling’ van Zuid-Afrika door de Afrikaners. Iedere leerling kende de verhalen over die Groot Trek en kon navertellen hoe de wetgeving van de Britse overheerser, waaronder de afschaffing van slavernij, de autonomie van de Afrikaner boer had aangetast. En hoe de `voortrekkers’ vervolgens in karavanen uit de Kaapkolonie trokken om in de noordelijke delen van zuidelijk Afrika een nieuw bestaan op te bouwen en beschaving te brengen. 
 

Shaka Zulu

Met de omverwerping van het apartheidssysteem verdween ook deze eenzijdige, gekleurde geschiedenis, en onder historici, onderwijzers en ambtenaren was de stemming over de nieuwe kansen die er lagen optimistisch. Het geschiedenisonderwijs kon de democratische waarden uitdragen en wederom worden ingezet voor nation building, maar nu voor de gehele bevolking van Zuid-Afrika. Bovendien zou de geschiedenis eindelijk worden `teruggegeven’ aan diegenen die er daarvoor geen plaats in hadden gehad. 
           
Deze nobele idealen bleken echter moeilijk te realiseren, en sneuvelden uiteindelijk in de algehele onderwijshervormingen. Geschiedenis verdween samen met aardrijkskunde in het vak Human and Social Sciences. Wat overbleef was een mengeling van staatsinrichting met lessen in democratie en goed burgerschap. Waar was het verleden dat zou worden teruggegeven? Het dilemma van de Zuid-Afrikaanse geschiedschrijving leek pijnlijk zichtbaar te worden. De wens om een beschamend verleden als positief verhaal te behandelen resulteerde in een zeer beperkte vorm van geschiedenisonderwijs, waardoor het leek of het apartheidsverleden alsnog werd ontkend. 
           
De geschiedenisschoolboeken tonen nog steeds een merkwaardige mengeling van traditionele en nieuwe onderwerpen, en zijn daarmee nog duidelijk op zoek  naar een nieuwe vorm. Zo worstelen leerlingen uit klas 10J met Bismarck en de Duitse Eenwording; de lerares moet haar uiterste best doen om dit onderwerp te laten aansluiten bij de belevingswereld van de zestien- en zeventienjarige achterbuurtjeugd. Er is echter verbetering zichtbaar. Geschiedenis krijgt haar positie als zelfstandig vak terug en in de nieuwe tekstboeken zijn ook onderwerpen opgenomen als de eerste jager-verzamelaars in Zuid-Afrika en de veldslagen van Shaka Zulu. In de hogere klassen komt ook het apartheidsverleden aan bod. Zelfs de helden van de `Grote trek’, die buiten langzaam van de straatnaambordjes verdwijnen, hebben een plaats gekregen in de nieuwe geschiedenisboeken, maar spelen nu uiteraard een veel bescheidener rol. 
           
De oudere zwarte Zuid-Afrikaan gaat intussen vooral pragmatisch om met de erfenis van het apartheidsverleden. Sommige inmiddels zwarte scholen houden bewust hun blanke naam, omdat de school zijn reputatie niet op het spel wil zetten. De van oorsprong blanke scholen bieden over het algemeen nog steeds beter onderwijs, en dat weten ook de zwarte ouders. De bevolking schijnt het verleden liever te willen laten rusten dan overal een punt van te willen maken, laat staan haar kinderen ermee lastig te vallen. Eén jongetje had thuis gevraagd naar de herinnering van zijn ouders aan de eerste vrije verkiezingen. `It was the most beautiful day of their lives, and the sun was shining.’ Waarom het precies de mooiste dag van hun leven was wist hij niet te vertellen.

Edwin van der Veldt gaf het afgelopen jaar geschiedenis op de Mamelodi High School nabij Pretoria. 

Afbeelding: Nelson Mandela (1937)

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.