Home Gelovigen moesten zelf nadenken

Gelovigen moesten zelf nadenken

  • Gepubliceerd op: 28 maart 2023
  • Laatste update 05 apr 2023
  • Auteur:
    Rob Hartmans
  • 5 minuten leestijd
Gelovigen moesten zelf nadenken

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Historischnieuwsblad.nl? U bent al lid vanaf €1,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

De zestiende-eeuwse geleerde Dirk Volcertsz Coornhert publiceerde bewust niet in het Latijn, maar in de volkstaal. Hij vond dat iedereen zijn werk moest kunnen lezen en niet alleen een kleine elite. Dat paste ook bij zijn opvatting dat ieder mens dankzij een ‘goddelijke vonk’ zelf een keuze kon maken tussen goed en kwaad.

Nederlandse denkers zijn in dit land vaak stiefmoederlijk behandeld. Pas de afgelopen decennia werden de verzamelde geschriften en brieven van Erasmus uitgegeven, en het duurde tot 2021 voordat er eindelijk een volwaardige biografie van hem verscheen. Ook de belangstelling voor Spinoza leefde pas weer op toen buitenlandse auteurs als Jonathan Israel en Steven Nadler boeken over hem publiceerden. Beide denkers waren lange tijd beroemder in het buitenland dan in Nederland, wat mogelijk kwam doordat deze denkers in het Latijn schreven.

Dirk Volcertsz Coornhert deed dat bewust niet, zodat het belang van zijn werk buiten Nederland nauwelijks werd opgemerkt, terwijl zijn roem hier ook vrij beperkt bleef. En dat is niet terecht, blijkt uit de beknopte maar zeer verhelderende biografie die Ruben Buys onlangs publiceerde.

Coornhert was in veel opzichten een opmerkelijke figuur. Hij was in 1522 in Amsterdam geboren in een familie van welgestelde lakenhandelaars, maar had zijn erfenis verspeeld door met een twaalf jaar oudere vrouw van ‘mindere komaf’ te trouwen. Hij werkte een tijdje voor de rijke adellijke familie Brederode te Vianen en vestigde zich rond zijn negentiende in Haarlem. Hier ontpopte hij zich als bijzonder getalenteerd graveur en etser. In samenwerking met de vermaarde kunstschilder Maarten van Heemskerck maakte hij talloze prenten. Later zou hij zelfs de leermeester worden van de grote Hendrick Goltzius, rond 1600 de belangrijkste grafisch kunstenaar van de Lage Landen.

Coornhert had al vroeg grote belangstelling voor literatuur, filosofie en religie, maar leerde pas rond zijn vijfendertigste Latijn, de taal waarin geleerd Europa communiceerde. Al snel publiceerde hij vertalingen, die hij samen met een compagnon uitgaf. Ook volgde hij in die jaren de opleiding tot notaris, waardoor hij in aanmerking kwam voor bestuurlijke ambten. In 1562 werd hij stadssecretaris van Haarlem. Vanaf die tijd begon hij steeds meer te publiceren. Naast vertalingen, gedichten, toneelstukken en schoolboekjes waren dat vooral traktaten en pamfletten. Hoewel hij zeker in de traditie van het humanisme geplaatst kan worden, publiceerde Coornhert om principiële redenen uitsluitend in de volkstaal. Kennis en juiste inzichten dienden niet voorbehouden te blijven aan een kleine elite die Latijn las, maar moesten zo breed mogelijk verspreid worden. Daarnaast voerde Coornhert een ware kruistocht om het Nederlands te zuiveren van ‘vuyle bróddereyen’, ofwel de talloze buitenlandse woorden die in omloop waren.

Ruben Buys laat zien dat al in de Middeleeuwen in de Lage Landen in de steden een moraal was ontstaan waarin zelfstandig nadenken en morele verbetering centraal stonden. Coornhert wist die uit te werken tot een ware lekenfilosofie, doordat hij geïnspireerd werd door de traditie van het spiritualisme. Deze stroming binnen de ‘radicale reformatie’ verzette zich tegen kerkelijke dogma’s – ongeacht of die door katholieken of calvinisten werden verkondigd – en ging ervan uit dat in ieder mens een ‘goddelijke vonk’ werkzaam was, die inzicht verschafte in wat goed en kwaad was. Door te luisteren naar deze innerlijke stem konden mensen weten hoe ze dienden te handelen en waren ze niet afhankelijk van kerkelijke autoriteiten. Bij Coornhert veranderde die innerlijke stem van een nogal mystiek begrip in een absoluut vertrouwen op de rede, die bij ieder mens aangeboren was.

In de jaren 1560 raakte Coornhert betrokken bij de Opstand. Hij stond in contact met Willem van Oranje en speelde een rol bij diens informatieoorlog tegen het gehate bewind van Filips II, maar hij bedankte voor een aangeboden functie. Hij had een enorme afkeer van geloofsdwang en intolerantie, en kwam daardoor al snel in conflict met de calvinisten, de belangrijkste bondgenoten van de prins. In tegenstelling tot de gereformeerden geloofde Coornhert niet dat God al voor de geboorte van een mens bepaalde of die in de hemel of de hel zou belanden. In zijn in 1586 gepubliceerde hoofdwerk Zedekunst, dat is Wellevenskunste stelde hij dat de mens geschapen is om goed en deugdzaam te leven, wat inhoudt dat hij luistert naar wat God wil en zijn lusten reguleert. Met de door God gegeven rede kan de mens de juiste keuzes maken, maar dat dient te gebeuren uit innerlijke overtuiging en niet door opgedrongen leerstellingen. Met dit boek heeft Coornhert de eerste uitvoerige ethiek in een Europese landstaal geschreven.

Onvermoeibaar pleitte Coornhert voor gewetensvrijheid en een tolerante samenleving, waarbij de rede het leidsnoer vormde. Bekend werd ook zijn boek Boeventucht uit 1587, waarin hij stelde dat slechts zeer weinig mensen echt slecht zijn, maar dat het veelal omstandigheden zijn die iemand aanzetten tot crimineel gedrag. De gruwelijke straffen die in de zestiende eeuw werden opgelegd hielpen volgens hem helemaal niet, en in plaats daarvan kon je misdadigers beter heropvoeden en productieve arbeid laten verrichten.

Voor mens, volk en vaderland. Leven en werk van Dirck Volcertsz Coornhert (1522-1590)
Ruben Buys
205 p. Verloren, € 23,-

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 4 - 2023