Home Geert Mak: ‘Historici moeten waarschuwen’

Geert Mak: ‘Historici moeten waarschuwen’

  • Gepubliceerd op: 29 juni 2010
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Geertje Dekkers
Geert Mak: ‘Historici moeten waarschuwen’

Natuurlijk, historische vergelijkingen zijn gevaarlijk. En vergelijkingen met het nazisme helemaal. Maar soms heeft een historicus simpelweg de plicht om parallellen te trekken, betoogt Geert Mak in het laatste hoofdstuk van de recent verschenen verzamelbundel Het huis van orde en papier. Historici móéten waarschuwen voor de overeenkomsten tussen nu en de jaren dertig van de twintigste eeuw, omdat ook nu de aanwezigheid van bepaalde minderheden ‘opeens niet meer vanzelfsprekend is’.

‘Een belangrijk verschil met de jaren dertig is dat de club van Wilders niet fysiek gewelddadig is,’ zegt Mak. ‘Maar Wilders vindt wel het nationale socialisme opnieuw uit. En door dingen als etnische registratie voor te stellen, plaatst hij zich buiten het democratische en rechtsstatelijke debat. Intussen doen andere partijen alsof de PVV een normale partij is.’

Het is 15 juni: de informatie is net begonnen en de VVD staat open voor een coalitie met de PVV. Mak: ‘In de jaren vijftig werd de CPN buitengesloten omdat die ons democratische bestel omver wilde werpen. Zulke argumenten hoor je nu opvallend weinig. Politici lijken te handelen uit angst voor de 15,5 procent van de kiezers die op de PVV heeft gestemd, maar die krijgt zoveel meer invloed dan ze verdient. De andere 84,5 procent zou best wat meer respect mogen krijgen.’

Overal ter wereld vertoont de tweede generatie immigranten tussen de 18 en de 25 jaar ‘eikelgedrag’, zegt Mak. ‘In Canada veroorzaken Noord-Ierse jongeren problemen; hier zijn het sommige jonge Marokkanen. Het is volkomen onterecht om al die problemen op de islam te schuiven.’ De klachten komen deels voort uit een te rooskleurige blik op het verleden. ‘Cleane Anton Pieck-geschiedenis’ noemt hij dat. ‘Terwijl het tot vijftig jaar geleden op veel plaatsen een vieze stinkboel was.’

De fragmenten, essays en verhalen in Het huis van orde en papier gaan voor een groot deel over onze omgang met het verleden, onder meer over ‘dat legioen van ijver en strijdlust dat monumenten beschermt, antieke huizen opknapt, campagnes voert voor het herstel van binnensteden en het heropenen van gedempte grachten, het soort mensen dat een woedeaanval krijgt als de zoveelste middeleeuwse houtconstructie in een afvalcontainer verdwijnt’.

De monumentenbeschermers wonen vooral in de steden. ‘Op het Friese platteland is heel weinig aandacht voor het behoud van het landschap en gebouwen. Het regent goede voornemens, maar er gebeurt bijna niets. De agrarische sector sleurt in een wanhopige overlevingsstrijd het hele landschap met zich mee.’ Oude boerderijen worden te duur om te onderhouden en megaschuren verschijnen in hoog tempo. ‘Ik geef het klassieke Friese landschap nog tien jaar. Dan is het voorbij.’

De meeste hoofdstukken in Het huis van orde en papier zijn een mengeling van geschiedschrijving en reportage. Ook Maks volgende boek, over de Verenigde Staten in de jaren vijftig, zal er waarschijnlijk zo uitzien. Het gaat over de grote welvaart die ineens voor grote groepen beschikbaar kwam en de snelle technische ontwikkelingen. Mak: ‘Ik heb net in Amerika leggers van de New York Times uit die jaren zitten lezen, bijvoorbeeld over het straalvliegtuig dat eind jaren vijftig commercieel werd ingezet. Ineens konden grote groepen mensen in vijfenhalf uur van New York naar San Francisco reizen. Een sensatie was dat.’

Het onderwerp van het nieuwe boek ligt dus min of meer vast, maar Mak is nog terughoudend over de precieze invulling: ‘Het is alsof ik in het bos op pad ben om een beer te schieten, en alleen nog maar wat voetafdrukken heb opgespoord. Ik heb nog niet eens het puntje van zijn staart gezien. Het zal ook nog zeker anderhalf jaar duren voor het boek af is.’

Voor het nieuwe boek zal Mak zijn feiten extra goed natrekken, want In Europa, en dan vooral de tv-serie, werd door sommige historici slordig gevonden. In dit blad verwoordde vooral UvA-historicus Willem Melching die kritiek. Een klein deel ervan was terecht, zegt Mak. ‘Maar lieve hemel, het waren ook wel spijkers op laag water. En soms was het ook echt onzin.’

Gegarandeerd foutloos zal ook zijn volgende boek niet zijn, voorspelt hij: ‘Het blijft mensenwerk. Een biografie kun je misschien nog zonder fouten schrijven, maar als je over zulke brede thema’s als Europa schrijft, sluipt er onvermijdelijk wel eens een onjuistheid in. Iedere auteur en iedere historicus die regelmatig publiceert kent dat probleem. Alleen als je niks schrijft, maak je nooit fouten.’

Op sommige punten zullen bovendien altijd meningsverschillen blijven bestaan, betoogt Mak: ‘Dat was ook mijn probleem met deze polemiek: de stelligheid waarmee allerlei opvattingen werden geponeerd, alsof het ging om wiskundige formules. Historici horen juist een diepe onzekerheid met zich mee te dragen over wat de juiste interpretatie van het verleden is. In mijn verhalen maak ik die onzekerheid zichtbaar. Ik blijf altijd voor meerdere interpretaties openstaan.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.