Home Geen nationaal België-gevoel rond Waterloo en WOI

Geen nationaal België-gevoel rond Waterloo en WOI

  • Gepubliceerd op: 1 maart 2013
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Margreet van Muijlwijk

In België wordt hard gewerkt aan de herdenking van twee belangrijke historische gebeurtenissen. Op 8 juni 2015 wordt grootscheeps de tweehonderdste verjaardag van de Slag bij Waterloo herdacht. Een jaar daarvoor al start de herdenking van het einde van de Eerste Wereldoorlog. Die gaat net als de oorlog zelf vier jaar duren.

‘Trots op het verleden is een motor voor politieke macht,’ zegt de Britse historicus Norman Davies, specialist in ‘vergeten koninkrijken’ – tevens de titel van zijn jongste boek. Trots op welk verleden? Het antwoord op die vraag ligt in het koninkrijk België niet zo eenvoudig. Vlamingen en Walen hebben daar vaak een verschillende kijk op.

Dat is ook het geval bij de organisaties en overheden die belang hebben bij de toeristische spin-off van de twee herdenkingen, die respectievelijk op Waals (Waterloo) en Vlaams (WOI) grondgebied liggen. Tussen de toeristische diensten van de beide gewesten is geen overleg rond de twee evenementen, waarin van beide kanten veel geld wordt geïnvesteerd. Ze zullen elk hun eigen herdenking promoten op de grote Europese toerismebeurs in Londen, de World Travel Market.

Een historische verklaring voor deze waterscheiding levert geen overtuigende argumenten op. Napoleons nederlaag in Waterloo kan door zowel Walen als Vlamingen worden beschouwd als keerpunt in de geschiedenis. De Vlamingen raakten eindelijk af van de gehate Franse overheersing en de Walen kregen, met een intermezzo van vijftien jaar Nederlands bestuur, het onafhankelijke koninkrijk waar ze nu zo aan gehecht lijken te zijn.

De Eerste Wereldoorlog is voor heel België een drama geweest, maar vooral voor West-Vlaanderen. Dat Vlaanderen deze herdenking om die reden naar zich toe trekt is begrijpelijk. De periode is bovendien verbonden met de toen opkomende Vlaamse anti-België-gevoelens, die zouden zijn ontstaan uit de verbittering van de Vlaamse soldaten die een hoge tol betaalden – hoger dan hun vooral Franstalige officieren. De Eerste Wereldoorlog heeft daardoor in het streven naar Vlaamse onafhankelijkheid een symboolfunctie gekregen.

Op vermoedelijk 25 mei 2014 zal er een nieuw Europees parlement worden gekozen. De Belgen moeten (ze hebben stemplicht) diezelfde dag hun stem uitbrengen voor de parlementen van hun deelstaten en hun federale staat. Het boegbeeld van de Vlaamse nationalisten, Bart de Wever, spreekt al van ‘de moeder van alle verkiezingen’. Het klinkt alsof hij de dageraad der overwinning ziet naderen en zijn Nieuw-Vlaamse Alliantie op basis van haar verkiezingssucces een bijkomende staatshervorming zal kunnen afdwingen.

Dat zou datgene waar de NVA naar streeft – Vlaanderen als onafhankelijke lidstaat van Europa – een stapje dichterbij brengen. Wat aan de ene kant wordt afgebouwd – een nationaal België-gevoel – moet aan de andere kant worden opgebouwd. De Grote Oorlog-herdenking kan dan vier jaar lang worden ingezet als een eigentijdse opvolger van de Guldensporenslag uit 1302, waar de Leeuw van Vlaanderen nog altijd naar verwijst.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.