Home Florence Nightingale (1820-1910)

Florence Nightingale (1820-1910)

  • Gepubliceerd op: 8 oktober 2009
  • Laatste update 04 apr 2023
  • Auteur:
    Afke van der Toolen
  • 14 minuten leestijd
Florence Nightingale (1820-1910)

Florence Nightingale, pionierend verpleegster tijdens de Krimoorlog, werd door de toenmalige media tot heilige verheven. Nog steeds is the lady with the lamp voor velen het zinnebeeld van vrouwelijke zorgzaamheid. Maar de echte Nightingale is veel belangwekkender dan die zoetelijke mythe.

In februari 1855 sloeg in Engeland een collectieve verliefdheid toe. Op een 34-jarige vrouw die geen schoonheid was. De Times had er al even naartoe gewerkt, maar het was de Illustrated London News die de bevolking-in-oorlog een beeld verschafte dat zij kennelijk nodig had: een ets van een donkere ruimte vol gevelde soldaten op houten britsen, tussen hen in een vrouw met een Aladdin-lamp in haar hand.

Florence Nightingale, die vier maanden eerder naar Scutari (nu oostelijk Instanbul) was afgereisd om in het militaire hospitaal daar te werken, was voortaan the lady with the lamp, en het middelpunt van wat we nu een mediahype zouden noemen. Er werd over haar gedicht en gezongen, haar portret werd geschilderd, er werden porseleinen poppetjes van haar gemaakt en er werd in kerken voor haar gebeden. Haar ouderlijk huis groeide uit tot een pelgrimsoord.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Dat woord ‘pelgrimsoord’ is niet vergezocht. De geënthousiasmeerde Engelsen bezongen Nightingale het liefst in pseudo-religieuze bewoordingen: ‘Ze is als een heilige’, ‘zonder overdrijving een verzorgende engel, het lichtbaken van de hoop’, ‘Ze verricht het helende werk van onze Verlosser in de geest van de vroegere martelaren.’

‘Ze verricht het helende werk van onze Verlosser in de geest van de vroegere martelaren’

Twee jaar na de lady with the lamp-prent schreef de Amerikaanse dichter Longfellow, die graag Europese mythen en legenden tot onderwerp nam, over Nightingale het gedicht ‘Santa Filomena’. Het laat zien hoezeer de werkelijkheid was gestold tot dat ene beeld: ‘As if a door in heaven should be opened and then closed suddenly, the vision came and went, the light shone and was spent.’ En vervolgens kusten de lijdende soldaten Nightingales schaduw.

Anderhalve eeuw en vele gedichten, romans en opera’s later wordt de mythe nog steeds gaande gehouden. Op YouTube staat een tekenfilmfragment uit de serie Animated Hero Classics van Warner Bros, waarin de oude dagbladprent in Disney-achtig pastel herleeft. Tegen een achtergrond van een peloton zwijmelviolen worden Longfellows woorden letterlijk herhaald: ‘They kiss her shadow as she passes by.’

Cholera

Dat Florence Nightingale zo collectief van een lichtend aureool kon worden voorzien had ruwweg twee oorzaken. Het was oorlog – altijd een samenbindende factor, inclusief de behoefte aan een held. Daarbovenop was de Times bezig met het ontsluieren van een grote misstand in die oorlog, en het was precies deze misstand die Nightingale werd geacht op te lossen. Want nog voor de Engelsen een schot in de Krimoorlog hadden gelost, waren al bijna duizend soldaten gestorven wegens een gebrek aan hygiëne en zorg.

De Krimoorlog wortelde in een ruzie tussen Turkije en Rusland over de heiligdommen in Jeruzalem. Toen Rusland Moldavië en Walachije binnenviel, raakten er meer naties bij betrokken, waaronder Groot-Brittannië, dat vreesde voor zijn handelsroute met India. In maart 1854 vertrokken 300.000 Britse troepen naar het oosten; tussen juni en augustus leed 20 procent van hen aan cholera en dysenterie.

Tijdens en na de Slag bij Alma, op 20 september, was er nog steeds geen adequate zorg. Zieke en gewonde soldaten moesten soms weken wachten op vervoer naar het centrale Britse militair hospitaal in Scutari, aan de overkant van de Zwarte Zee, alleen om te ontdekken dat de toestand daar erbarmelijk was.

Zieke en gewonde soldaten moesten soms weken wachten op vervoer naar het centrale Britse militair hospitaal

Dit was het schandaal dat correspondenten Thomas Chenery en William Russell van de Times in hartverscheurende reportages beschreven. Er was nauwelijks verzorging en het ontbrak aan de meest basale materialen zoals verband. Hét hospitaal voor de Britse oorlogstroepen in het oosten was er volgens Chenery beroerder aan toe dan het simpelste armenhospitaal thuis, en Russell schreef: ‘Heeft Engeland dan geen vrouwen die dit werk van barmhartigheid op zich kunnen en willen nemen? Moeten wij de schande verdragen dat onze soldaten zo te gronde gaan?’

De commotie die volgde is een vroeg voorbeeld van succesvol mobiliseren van de publieke opinie door een nieuwe vorm van oorlogsverslaggeving. Heel Engeland was woest op de regering, die zo slecht zorgde voor de mannen die ze naar het front stuurde. Het was dit groteske lijden der soldaten dat de voedingsbron werd voor de mythe-Nightingale.

Minister van Oorlog Sidney Herbert was een oude vriend van Florence, en op de hoogte van haar interesse in de verpleegkunde. Op 15 oktober 1854 stuurde hij haar een lange, vlammende smeekbede. ‘Er is voor zover ik weet maar één persoon in Engeland die in staat zou zijn om dit plan te organiseren en te leiden.’ Hij doelde op het sturen van een groep verpleegsters om in Scutari orde op zaken te stellen.

Open riool

Zes dagen later al scheepte Nightingale zich met 38 vrouwen in. Nog voor ze was vertrokken werd ze gezien als de reddende engel die een eind zou maken aan al het lijden. De prent in de Illustrated London News was uiteindelijk niet meer dan de pakkendste samenvatting van wat al werd verwacht.

Tot zover de mythe. Maar wat was nu de werkelijkheid?

Om te beginnen hing Nightingales missie aan elkaar van amateurisme. De Britse verpleegkunde stond nog maar nauwelijks in de kinderschoenen, en lag ver achter op die in bijvoorbeeld Frankrijk, waar van oudsher katholieke zusters de ziekenverzorging op zich namen. De ‘verpleegsters’ van Nightingale vormden een allegaartje van welwillende, goed gesitueerde huisvrouwen en zaalmeiden uit de onderklasse, aangevuld met wat katholieke zusters die wél kundig waren, maar wier aantal klein werd gehouden om de grotendeels protestantse thuisbasis niet tegen de haren in te strijken.

Florence Nightingale zelf had een paar weken in Duitse en Franse hospitaals meegedraaid, was anderhalf jaar directrice geweest van een kleine Londense ziekenopvang voor welgestelde vrouwen, en bracht verder vooral veel boeken- en rapportenwijsheid mee. Zo’n clubje kon in werkelijkheid nauwelijks effectief zijn in een hospitaal met drieduizend zwaar zieke en gewonde frontsoldaten. Veel verder dan de meest primaire huishoudelijke verrichtingen – zoals min of meer regelmatig beddengoed verschonen – kwamen de vrouwen dan ook niet. Dat de medische staf hen nauwelijks bij de patiënten duldde, hielp niet mee.

Florence Nightingale zelf had een paar weken in Duitse en Franse hospitaals meegedraaid

Van deze zaken zou je met recht kunnen zeggen: iets is beter dan niets. En bovendien, maakten die onmogelijke omstandigheden deze missie niet des te heldhaftiger? Een voor de mythe-Nightingale veel schadelijker feit kwam na de oorlog naar voren, maar werd door de regering – tegen haar zin – verzwegen. De sterfte in juist het hospitaal van Scutari bleek significant hoger dan die in de andere Engelse militaire en reguliere hospitaals in de regio. De oorzaak: het open riool dat onder het gebouw door liep. Nightingale, toen nog onervaren in de hygiënistische leer, had het gevaar daarvan niet onderkend.

En dan is er de kwestie van Nightingales veronderstelde engelachtigheid. Was ze echt zo? Niet bepaald. Je zou het zo kunnen samenvatten: haar schaduw kussen was het enige wat er voor de soldaten op zat, want naderbij kwam ze zelden.

Dit lag ook wel aan de aard van haar werk. Nightingales dag werd gevuld met managementtaken, de machtsstrijd met de geneeskundige staf en het bewerken van onwillige legerleveranciers. Afgezien daarvan: handjes vasthouden lag haar niet. Ooit schreef ze aan haar zus hoezeer lichamelijke nabijheid haar afschrikte, zelfs die van een neefje op wie ze heel gek was.

Daarbovenop maakte Nightingale in Scutari met opvallend gemak vijanden, ook onder degenen die haar medestanders zouden moeten zijn. Ze verstrikte zich geheel door eigen schuld in een onverkwikkelijke strijd om de verpleegkundige heerschappij met de katholieke zusters. En ze reageerde hysterisch toen Herbert haar ongevraagd een nieuw contingent verpleegsters stuurde. De vrouw die dat groepje naar Scutari bracht was een goede vriendin van haar – maar na dit akkefietje niet meer.

Nightingale maakte in Scutari met opvallend gemak vijanden

De som van de negatiefste kwalificaties mondt uit in een naar mens, dat tegenover de buitenwereld een front van zachte vrouwelijkheid ophield maar in werkelijkheid kil was, jaloers, intolerant, ruziezoekerig, en ‘met haar persoonlijk antagonisme heel de missie in gevaar bracht’. ‘Ze wil ons doen voelen dat ze controle over ons leven en onze dood heeft,’ schreef een van de katholieke zusters.

‘Verzorgende engel’ versus ‘machtswellustige ruziezoekster’. Was het oorspronkelijke beeld overzoet, die tegengeluiden klinken weer wat al te zuur. Bruikbaarder lijkt een kwalificatie die niet zozeer het midden houdt tussen de extremen als wel de sleutel tot een wezenlijk Nightingale-element aanreikt: the lady with the hammer and the crowbar, de dame met de hamer en het breekijzer. Nightingale was geen engel, ze was een pionier, een harde tante die dingen gedaan kreeg.

Een tweede sleutel is te vinden in een brief uit begin 1853, waarin een vriendin van Nightingale aan haar zus schrijft over de stage die Florence bij de liefdezusters in Parijs ging volgen. ‘Zij zal er nooit genoegen mee nemen een soeur de charité te zijn. Het verbinden van wonden zou haar snel gaan vervelen. Hoe fijn ze het nu ook denkt te vinden, ze zal er uiteindelijk voor willen zorgen dat álle soeurs het beter doen.’

Breinmeisje

Florence Nightingale, geboren in 1820, had van jongs af aan ambities, maar die werden in de eerste drie decennia van haar leven gefnuikt. Ze was een ‘breinmeisje’ dat geen ruimte kreeg in het benauwde, richtingloze leventje van een jongedame uit gegoede familie. Haar vader vond het leuk om zijn heel slimme dochtertje lessen te geven, maar gaf niet thuis toen ze verder wilde leren. Het was óf trouwen – en dat deed ze niet –, óf haar familieplicht doen en helpen met het bestieren van de huishouding. Haar enige ‘werk’ buitenshuis was de gebruikelijke charitatieve ziekenzorg in de omgeving.

Flo barstte bijna uit elkaar als ze ’s avonds in de salon op moest zitten met moeder en zus. De wiskunde- en statistiekuurtjes met een studerende neef vormden een hoogtepunt in haar leven. De statistiek was een opkomende wetenschap, en voor haar zo’n openbaring dat ze er een religieuze betekenis aan gaf: het was een godgegeven instrument om de wereld te leren kennen en – door de juiste feiten gestaafd – te verbeteren.

Nightingales belangstelling voor de verpleging was vooral intellectueel – het ging haar om de verpleegkunde

Intussen had ze besloten dat de verpleging haar roeping was. Maar ze mocht niet van haar ouders, en geld om zelfstandig te leven had ze niet. Tot na haar dertigste beidde de jonge vrouw haar tijd met diepgravende studies naar het onderwerp. De wens verdween niet, maar veranderde wel: Nightingales belangstelling voor de verpleging was al snel vooral intellectueel – het ging haar nu om verpleegkunde.

De ziekenhuisverpleging was in Engeland meestal in handen van onkundige, vaak alcoholistische zaalmeiden. Nightingale vatte het plan op om een verpleegstersopleiding te beginnen en er een echt vak van te maken, voor respectabele, ontwikkelde vrouwen die er uit overtuiging voor kozen.

Vandaar, toen haar vader eindelijk zwichtte, die stages in hospitaals op het vasteland, en vandaar het directeurschap van ‘Upper Harley Street’. Vandaar ook de Krim-missie, voor Florence een studiereis.

Scutari hielp haar ambitie op allerlei manieren vooruit. Ze mocht haar statistische kunsten inzetten voor de naoorlogse onderzoekscommissie naar de militaire hospitalen. Bovendien was ze nu zo beroemd dat nog voor haar terugkeer een fonds was opgericht voor een echte verpleegkundige opleiding volgens haar ideeën.

Het tekende Nightingale dat ze daar in eerste instantie eigenlijk alleen maar erg humeurig van werd. Want wie leidden dan dat fonds en wat zouden die over haar en haar werk te zeggen willen hebben?

Hygiënisme

De wereldberoemde missie naar Scutari was voor Nightingale dus niet meer dan een episode, een opstapje naar het echte werk. Ze kwam terug met een parasitaire infectie die haar jarenlang bedlegerig maakte, maar dat hield haar niet tegen. Vanaf haar ziekbed stuurde ze de analytische rapporten en doorwrochte boeken de wereld in die mede de grondslag zouden vormen voor de moderne verpleegkunde.

Eerst hielp ze het Engelse leger in den vreemde en thuis een staat van paraatheid te bereiken die het nooit had gekend, en vond in het voorbijgaan de statistische figuur van het pooldiagram uit. In haar in 1858 gepubliceerde Diagram of the Causes of Mortality in the Army in the East toonde Nightingale bijvoorbeeld aan dat voor elke soldaat die was gedood er zeven waren bezweken aan onnodige ontstekingen en ziektes.

Haar bitterste les uit Scutari, de wantoestand van het open riool die ze niet had onderkend, maakte haar een van de grootste kapioenen voor het hygiënisme.

Maar haar werkveld werd al snel breder. Haar bitterste les uit Scutari, de wantoestand van het open riool die ze niet had onderkend, maakte haar een van de grootste kampioenen voor het hygiënisme. De leerstellingen daarvan lagen, samen met haar idee van een verpleegkunde als respectabel vak, ten grondslag aan al Nightingales ideeën over hospitaalhervorming.

Ze verkondigde de toen opmerkelijke gedachte dat een betere inrichting van de ziekenhuizen en een professionele verpleging de sterfte in ziekenhuizen sterk kon verminderen: ‘Als een patiënt het koud heeft, als hij koorts heeft, zwak is, overgeeft na het eten, ligwonden heeft, komt dat meestal niet door zijn ziekte, maar door de verpleging.’

Veel van dit werk verrichtte ze zonder dat het grote publiek ervan wist. Maar omdat ze nu eenmaal Florence Nightinale was, had ze toegang tot de kringen die ertoe deden en werd er acht geslagen op haar altijd nauwkeurig met harde feiten onderbouwde werk. Militaire en reguliere ziekenhuizen werden door de jaren heen inderdaad aangepast volgens haar visie en bemand met verpleegsters die waren opgeleid volgens haar ideeën. Met dit in betrekkelijke anonimiteit verrichte werk redde ze ongetwijfeld meer levens dan met die beroemde missie naar Scutari.

De mediahype herleefde pas weer toen Florence in 1860 Notes on Nursing publiceerde, een boek voor de massa. Binnen twee maanden waren er 15.000 exemplaren verkocht en de Times, die mede aan de wieg had gestaan van de mythe-Nightingale, juichte: ‘We hebben nog nooit een boek over welk onderwerp dan ook gelezen waarin zoveel wordt gezegd, en goed wordt gezegd, in zo’n kort bestek.’

Onbuigzaamheid

Wat houden we al met al over van die mythische figuur van zacht-vrouwelijke zorgzaamheid? Eigenlijk niets. Florence Nightingale was een zeer intelligente vrouw, niet altijd aangenaam in de omgang, die alles en iedereen opzij kon zetten om iets tot stand te brengen in de wereld. Maar volgens schrijfster Elisabeth Gaskell maakte dat haar alleen maar interessanter.

Gaskell was een geoefend observator van de negentiende-eeuwse vrouw in al haar verschijningsvormen. Niet lang voor de Scutari-missie noteerde ze een analyse van Nightingales weigering om naar een zieke kennis te gaan:

Ze gaat er nu niet heen, omdat haar hart en ziel worden opgeslokt door haar hospitaalplannen, en ze, zoals ze zelf zegt, maar één ding tegelijk kan. Ze is zo buitengewoon zacht en vriendelijk van stem en manieren dat je nooit de onbuigzaamheid van haar karakter voelt als je bij haar bent. Als ze kinderen had gehad, zou ze ze naar een crèche hebben gestuurd – zich er natuurlijk eerst van vergewissend dat het een goed bestuurde crèche was.

Dit vertelt me precies wat mijns inziens het gebrek van haar is – maar juist dit gebrek aan liefde voor individuen wordt een talent, en een heel zeldzaam talent, als je het neemt in samenhang met haar liefde voor de mensheid als geheel en haar dienstbaarheid daaraan.

Meer informatie

Was Florence Nightingale nalatig? Lees in het artikel ‘Florence Nightingale’ meer.

Boeken

Een goede Nederlandstalige biografie van Florence Nightingale is momenteel niet voorhanden. Een uitstekende Engelstalige, prettig leesbare en afgewogen biografie is Florence Nightingale. The Woman and Her legend van Mark Bostridge, uitgekomen in 2008.

Van Nightingales bekendste boek Notes on Nursing. What It Is and What It Is Not, in haar tijd een bestseller, zijn twee vertalingen in de handel: Over ziekenverpleging. Wat men, om de herstelling te bevorderen, te doen en te vermijden heeft (2005) en Aantekeningen over het verplegen (2008). Voor wie Nightingales betekenis voor de verpleegkundige historie in context wil zien is er ook Inleiding tot de geschiedenis van de verpleegkunst van N.B. Goudswaard (1994).

Leuk voor diepgravers is de uitgave van de brieven die Nightingale tijdens haar Scutari-tijd schreef: ‘I have done my duty’. Florence Nightingale in the Crimean War 1854-56, onder redactie van Sue M. Goldie. Vol bewijs van Nightingales doorzettingsvermogen én soms ergerniswekkende eigengereidheid.

Een goede illustratie van de Nightingale-mythe zijn de twee romans die onze eigen Willy Corsari in de jaren dertig over haar schreef: De jeugd van Florence Nightingale en De weg naar Scutari. Her en der in bibliotheken nog wel te vinden.