‘Geloof je in orde? Orde in het landschap?’ Landschapsarchitect André Le Nôtre (1613-1700) is geen liefhebber van wilde tuinen. De man zoekt in het begin van The King’s Gardens een medewerker om hem te helpen bij het ontwerpen van de tuinen van Versailles. De eigenzinnige Sabine De Barra, een weduwe met een traumatisch verleden, is een van de sollicitanten. Het gepraat over orde vindt ze ouderwets geleuter, nostalgisch verlangen naar het oude Rome of de Renaissance.
Dat Le Nôtre haar toch kiest, is een van de raadsels in het kostuumdrama, dat draait om orde en chaos in tuinen, maar ook in de liefde. In de film bloeit een liefdesverhouding op tussen Le Nôtre en De Barra. De eerste heeft werkelijk bestaan, de tweede is een verzinsel van de makers. Regisseur Alan Rickman doet in interviews niet moeilijk over de ahistorische inhoud: ‘We spelen een spelletje met de geschiedenis.’ Het vervelende is dat de film dat niet duidelijk maakt en wel degelijk over het verleden pretendeert te gaan.
De eeuwige vraag doemt weer op hoever filmmakers mogen gaan in het plunderen van de geschiedenis en het verzinnen van nieuwe ‘feiten’. De makers van The King’s Gardens verzonnen niet alleen een romantisch personage, maar zijn ook aan de haal gegaan met Le Nôtre. Deze briljante tuinontwerper werkte vanaf 1661 ruim twintig jaar aan tuinen van Versailles. In de slangenkuil rond Lodewijk XIV won hij het vertrouwen van de koning en hij wist het te behouden. De twee raakten zelfs bevriend.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
In de uitzonderlijke vriendschapsrelatie zit een interessante film. Hoe lukte het de landschapsarchitect om veertig jaar in het stralenlicht van de Zonnekoning te verblijven? De reden was waarschijnlijk dat hij geen machtsaspiraties had.
Ook in de aanleg van de tuinen zit een geweldig drama, namelijk over de grenzeloze macht van de absolutistische vorst. Aan het zware werk bezweken tientallen werkers door uitputting en ziekten. Verder kwamen werkers gruwelijk om het leven bij het onderhoud en de bediening van de gigantische waterraderwerken in de Seine, die nodig waren om de 2400 (!) fonteinen van water te voorzien.
In deze sociale aspecten zijn de filmmakers niet geïnteresseerd, want zij vinden de fictieve liefdesgeschiedenis belangrijker. En passant portretteren ze de vrouw van Le Nôtre, met wie hij zijn hele leven getrouwd was, als een furieuze bitch. Waaraan de vrouw, over wie niets bekend is, dit heeft verdiend? De reden zal zijn dat de kijker er begrip voor krijgt dat Le Nôtre het bed in duikt met zijn tuinassistent. Ook curieus: The King’s Gardens bevat geen beelden van de tuinen van Versailles. De film is volledig in Engeland opgenomen.
The King’s Gardens
Alan Rickman
Vanaf 18 juni in de bioscoop