De film La Rafle (‘De Razzia’), deze lente in de Franse bioscoop, is de eerste die geheel gewijd is aan de arrestatie in juli 1942 van 13.000 Joden door de Parijse politie. Volgens talrijke commentatoren neemt Frankrijk met de film een nieuwe horde om in het reine te komen met de donkere kanten van de eigen geschiedenis.
Na de Tweede Wereldoorlog was het zogenoemde résistancialisme meer dan vijftig jaar lang gemeengoed in Frankrijk. President en oorlogsleider Charles de Gaulle wilde zijn landgenoten niet verdelen in goed en fout. Veeleer propageerde hij een mythe waarin het hele Franse volk zich had verzet tegen de Duitse agressor.
Officiële Franse schulderkenning voor de deportatie van 70.000 Joden, ongeveer eenvijfde van de totale Joodse bevolking in Frankrijk, was zodoende niet aan de orde. Decennialang volstond een onopvallende gedenksteen in een woonwijk niet ver van de Eiffeltoren als herinnering aan de grootste Franse razzia, op 16 en 17 juli 1942. Op die plek stond destijds de Vélodrome d’Hiver, kortweg Vel d’Hiv, een grote wielerhal waar de Franse politie ruim de helft van de 13.000 gearresteerde Joden vijf dagen onder erbarmelijke omstandigheden opsloot. Vandaar werden zij via Franse doorvoerkampen afgevoerd naar Auschwitz.
Jacques Chirac erkende in 1995 als eerste Franse president de rol van de Franse overheid. ‘Frankrijk, het land van de Verlichting en de mensenrechten, deed die dag het onherstelbare. Het kwam zijn woord niet na en leverde zijn beschermelingen uit aan hun beulen.’
Regisseuse Rocelyn Bosch laat in La Rafle zien dat de opdracht weliswaar van de nazi’s kwam, maar dat de arrestaties het werk waren van duizenden Franse politieagenten en ambtenaren, die vaak handelden met grote ijver. Het Parijse openbaarvervoerbedrijf leverde de bussen en de Franse spoorwegen de treinen – met veewagons. Barmhartige Parijzenaren voorkwamen dat de politie erin slaagde het streefaantal van 22.000 gearresteerde Joden te halen, maar zij vormden een kleine minderheid.
Kritiek op La Rafle, met onder meer filmsterren Jean Reno en Mélanie Laurent, betreft vooral de kwaliteit. Filmrecensenten betreuren de keuze voor emotie in plaats van een beschouwende afstand.
Dit artikel is exclusief voor abonnees