Home FILM: Een politieke straatvechter

FILM: Een politieke straatvechter

  • Gepubliceerd op: 29 januari 2013
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Jos van der Burg

In Steven Spielberg wonen twee zielen. De ene laat hem spektakelfilms als Jaws en een stripverfilming over Kuifje maken, de andere treedt op als geschiedenisleraar, met als hoogtepunt Schindler’s List. Omdat de twee zielen niet te verenigen zijn, wisselen ze elkaar af. De afgelopen twee jaar speelde Spielberg vals, want hij maakte twee historische films achter elkaar.

War Horse was een sentimenteel epos over een Engels paard dat in de Eerste Wereldoorlog op het Franse slagveld belandt. De moraal: ook voor paarden was de Eerste Wereldoorlog geen pretje. Uit een ander vaatje tapt Spielberg met Lincoln, die net als Schindler’s List voor een recordaantal van twaalf Oscars is genomineerd.

Het moet raar lopen als in elk geval Daniel Day-Lewis op 24 februari niet met de Oscar voor beste acteur naar huis gaat. Als Abraham Lincoln lijkt hij zo perfect op de zestiende president van de Verenigde Staten dat het bijna griezelig is. De slungelige lengte, het benige gezicht met de grote neus, het baardje, de half afwezige, half ironische blik: de overeenkomst is bizar.

Verrassend is ook dat Spielbergs tweeënhalf duur durende Lincoln geen conventionele biopic is. Wie een overzicht van Lincolns leven en werk verwacht, is bij deze film aan het verkeerde adres. Spielberg concentreert zich op de manier waarop Lincoln in januari 1865 het dertiende amendement op de grondwet, dat de slavernij in de hele Unie afschafte, door het Huis van Afgevaardigden loodste.

De Burgeroorlog, waarin de controverse over de slavernij een grote rol speelt, woedt dan al vier jaar. Centraal staat de vraag of staten zelf over de wettigheid van slavernij mogen beslissen of dat dit een bevoegdheid van de federale overheid is. Lincoln vindt het laatste en gooit zijn volle gewicht (en twee meter lengte) in de strijd om de slavernij afgeschaft te krijgen.

Twee jaar eerder al had hij met de Emancipatie Proclamatie, een presidentiële order, de slaven in de opstandige zuidelijke staten tot vrije burgers verklaard. Dat was echter geen principiële antislavernijmaatregel, maar oorlogstactiek: Lincoln hoopte dat de slaven in opstand zouden komen, waardoor het Zuiden economisch verzwakt zou raken. De maatregel gold dan ook niet voor de noordelijke staten.

Het is jammer dat de film niet Lincolns ontwikkeling van halfhartig antislavernijstandpunt naar principiële morele tegenstander laat zien, maar zich volledig concentreert op de laatste Lincoln. De Lincoln die in 1858 in een verkiezingsdebat zei dat het verschil tussen blank en zwart zo onoverbrugbaar groot is ‘dat het voor altijd verbiedt dat de twee rassen op voet van sociale en politieke gelijkheid zullen samenleven’, is in Spielbergs film afwezig.

Het gaat in Lincoln om de man die zeven jaar later zou zeggen dat als slavernij niet verkeerd is, er niets verkeerd is in de wereld. De man die de slavernij koppelde aan de Burgeroorlog – zonder afschaffing geen vrede. En de man die alle middelen gebruikte om dit doel te bereiken.

Spielberg is vooral in dat laatste geïnteresseerd. Hij toont Lincoln als een man die machtsspelletjes speelt als het nodig is. Als zijn ministers twijfelen aan de mogelijkheid om de benodigde tweederde steun in het Huis van Afgevaardigden voor afschaffing van de slavernij te krijgen, zegt Lincoln tegen hen: ‘Ik ben de president van de Verenigde Staten, bekleed met immense macht – breng me de stemmen!’

Hoe die stemmen worden gewonnen – onder andere met beloften over goedbetaalde banen bij de overheid – kan Lincoln niet schelen. En dat is terecht, lijkt de film te betogen, dat politiek bedrijven toont als een kwestie van wheelen en dealen. De kijker krijgt een fascinerend kijkje in de achterkamertjespolitiek en het gemarchandeer om sleutelfiguren in het Huis van Afgevaardigden over de streep te trekken. In Spielbergs optiek is Lincoln een politicus die beseft dat moreel gelijk hebben iets anders is dan politiek gelijk krijgen. Dat laatste vereist pragmatisme en machtspolitiek.

Het unieke van Lincoln is dat hij moreel zuiver op de graat is, maar ook een politieke straatvechter. Het is vast geen toeval dat deze combinatie Spielberg aanspreekt. De man die met een miljoen dollar de verkiezingscampagne van Obama steunde, lijkt de president met Lincoln van gratis advies te voorzien: idealen zijn mooi, maar om ze te realiseren moet je klappen durven uitdelen.

Misschien moet Obama elke dag minimaal één keer voor de spiegel een ‘Lincolntje’ doen: ‘Ik ben de president van de Verenigde Staten, bekleed met immense macht – breng me de stemmen!’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.