Home FILM: De islamitische Marco Polo

FILM: De islamitische Marco Polo

  • Gepubliceerd op: 27 augustus 2013
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Jos van der Burg

Marco Polo maakte tussen 1271 en 1295 imponerende reizen (naar India, China, Iran), maar hij legt het af tegen de Marokkaanse Ibn Battuta (1304-1368), die in 1325 op 21-jarige leeftijd Tanger verliet om er pas bijna dertig jaar later weer terug te komen. Dat deze reislustige jonge rechtsgeleerde in het Westen de islamitische of Arabische Marco Polo wordt genoemd, doet hem geen recht, want Marco Polo is misschien eerder de westerse Ibn Battuta. In elk geval in reiskilometers versloeg Battuta de Venetiaan, want met 75.000 mijl legde hij een ruim twee keer zo grote afstand af als hij.


Het is jammer dat de gedramatiseerde Imax-documentaire Journey to Mecca alleen over het eerste stukje van Battuta’s reisavonturen gaat. De film eindigt als hij in 1326 in Mekka zijn hadj (bedevaart) volbrengt. Daarna begon het echter pas goed, want Battuta keerde pas in 1354 terug in Marokko. Daarvoor reisde hij door Saudi-Arabië, Jemen, Turkije, Iran, Irak, India, Bulgarije en Rusland. Ook trok hij door Afrika (Mali, Kenia, Tanzania en Somalië). In het verslag dat hij bij terugkeer van zijn reizen onder de titel Rihla (De reis) over zijn avonturen liet schrijven reist hij zelfs naar China, maar historici betwijfelen of hij daar echt is geweest.

Vaststaat dat Battuta veelal in zijn eentje reisde, wat de vraag oproept hoe het hem lukte om het er levend vanaf te brengen. Reizen was gevaarlijk in Battuta’s tijd, waarin rondreizende bendes er geen probleem mee hadden om reizigers te beroven en een kopje kleiner te maken. Deels was het een kwestie van toeval en geluk. Battuta overleefde twee scheepsongelukken en een overval door bandieten, en ontsnapte zelfs aan de pest toen die op het einde van zijn reizen tienduizenden slachtoffers maakte.

Hij was een zondagskind, maar ook een slimme kerel met een flinke dosis gezond verstand, waardoor hij de juiste beslissingen nam. Wat ook hielp, was zijn rijke afkomst, waardoor hij makkelijk in contact kwam met de elite in de landen die hij aandeed.

Het woord ‘landen’ moet niet letterlijk worden gelezen, want de gebieden die Battuta bezocht waren geen staatkundige, maar toevallige eenheden, die werden geregeerd door elkaar bestrijdende vorsten. Dat er toch sprake was van een (culturele) eenheid was te danken aan de islam als overkoepelende religie. Er waren talrijke lokale varianten, zodat Battuta zich menigmaal verbaasde over plaatselijke praktijken, maar de basis was herkenbaar.

Battuta was zeker niet de enige avonturier en reiziger in de premoderne tijd, maar dat hij net als Marco Polo voortleeft, komt doordat hij zijn belevenissen heeft opgeschreven. Beter gezegd: hij liet zijn avonturen na terugkomst in Tanger opschrijven door de schrijver en wetenschapper Ibn Juzayy. Het stelt historici voor de vraag hoe betrouwbaar het door Battuta gedicteerde verslag is.

Waarschijnlijk had hij geen aantekeningen gemaakt tijdens zijn reizen, zodat hij volledig uit zijn geheugen moest putten. Voor het begin van zijn trip moest Battuta dus dertig jaar terug in de tijd gaan. Je hoeft geen geheugenwetenschapper te zijn om met een dosis scepsis naar het resultaat te kijken. Wetenschappers hebben vastgesteld dat Juzayy delen uit reisverslagen van andere reizigers heeft gekopieerd, waaronder die van de Andalusische reiziger Ibn Jubayr en de Marokkaanse reiziger Muhammad al-Abdari, die beiden voor Battuta naar Mekka reisden en er verslag van deden. Ook heeft Battuta sommige gebeurtenissen in het verslag niet zelf beleefd, maar van horen zeggen.

Toch is de Rihla een belangrijk document, omdat het een indringend beeld schetst van de Arabisch-islamitische cultuur in de veertiende eeuw. Het is jammer dat Journey to Mecca aan alle wetenschappelijke kwesties rond Battuta voorbijgaat. De drie kwartier durende film schetst een weeïg heiligenbeeld van de reiziger, die brave zinnetjes zegt als: ‘De test van mijn reis heeft mij nederig gemaakt en mij de ogen geopend.’ De Imax-film bevat imponerende beelden van kamelen, zandstormen en Mekka, maar we hadden graag meer gehoord over Battuta’s avonturen.

Toch maar de Rihla erbij pakken, waarin Battuta met verbijstering ziet hoe de West-Afrikaanse sultan Mansa Suleiman aan bevriende kannibalen een vrouw cadeau doet, die ze vervolgens doden en opeten.

Jos van der Burg is filmrecensent bij Het Parool en De Filmkrant

Journey to Mecca
Bruce Neibaur
Vanaf 2 september in het Omniversum in Den Haag

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.