Aan de vergetelheid ontrukt door Willem Wilmink
Hoe maak je de gruwelijke absurditeit van de Jodenvernietiging achter de cijfers voelbaar? De documentaire Ben Ali Libi reconstrueert het leven van één van de 34.000 in vernietigingskamp Sobibor vermoorde Nederlandse Joden. Zonder Willem Wilmink zou de film er niet zijn geweest, want de dichter en liedjesschrijver haalde met een aangrijpend gedicht Ben Ali Libi uit de vergetelheid. Het gedicht begint zo: ‘Op een lijst van artiesten, in de oorlog vermoord/ staat een naam waarvan ik nog nooit had gehoord/ dus keek ik er met verwondering naar/ Ben Ali Libi. Goochelaar.’
Ben Ali Libi was de exotische shownaam van de in 1895 in Amsterdam geboren Michel Velleman, die als goochelaar het land rondreisde. Documentairemaker Dirk Jan Roeleven werd nieuwsgierig naar hem toen hij voor een documentaire over Wilmink Joost Prinsen opzocht en deze spontaan met verstikte stem Wilminks gedicht ‘Ben Ali Libi’ voordroeg. Roelevens speurtocht in archieven leverde op dat Velleman was opgegroeid in een zes kinderen tellend, straatarm Amsterdams gezin. In het Stadsarchief Amsterdam bevindt zich een steunaanvraag, waarbij een ambtenaar aantekende: ‘Ja, de toestand is daar verschrikkelijk. Bedden zijn er niet. Ze liggen geheel onder lompen.’
Velleman ontworstelde zich als de ‘humoristische goochelaar professor Ben Ali Libi’ aan de armoede van zijn jeugd. In de jaren dertig woonde hij met zijn vrouw Anna en hun twee kinderen, de gehandicapte Aaltje en zoon Jacques, in de Amsterdamse Rivierenbuurt, een nieuwe wijk voor de betere middenklasse. Velleman had zelfs telefoon, in die tijd een exclusief bezit.
Hij reisde het hele land door en trad op voor alle rangen en standen. Een krant schrijft dat zijn humoristisch gegoochel ‘een ieders bewondering afdwingt’. Na het bijwonen van een optreden door prins Hendrik en de verbannen Duitse keizer Wilhelm noemde Velleman zich op visitekaartjes ‘hofgoochelaar en feestarrangeur’. Met boven de naam Ben Ali Libi een getekend kroontje. Nee, niemand hoefde Velleman iets over pr te vertellen.
En toen brak de oorlog uit. Het werk droogde op en het net sloot zich. Hoe slecht het financieel ging, blijkt uit Vellemans steunaanvraag in 1940 voor een ‘reisabonnement’, zodat hij in het land kon blijven optreden. Onbekend is of de aanvraag, die in het dossier ‘Ongeorganiseerde werklozen’ werd opgeborgen, gehonoreerd is.
Op 20 juni 1942 werden Velleman en zijn vrouw thuis gearresteerd en op transport gezet naar Westerbork. De 13-jarige Aaltje was een paar maanden eerder al opgepakt en naar Sobibor gedeporteerd; de 15-jarige Jacques was tijdens de arrestatie van zijn ouders niet thuis en vluchtte naar Frankrijk, waar hij de oorlog overleefde. Na een jaar Westerbork werden Michel en Anna Velleman naar Sobibor afgevoerd.
Ben Ali Libi
Dirk Jan Roeleven
Uitzending 4 mei Nederland 2
Dit artikel is exclusief voor abonnees