Home Een verantwoordelijke rebel

Een verantwoordelijke rebel

  • Gepubliceerd op: 18 november 2008
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Doeko Bosscher
  • 3 minuten leestijd

Wilhelmina Drucker (1847-1925), Aletta Jacobs (1954-1929), Joke Smit (1933-1981) – wie durft te beweren dat dit rijtje voor Smit te veel eer is? Zij heeft het naoorlogse ‘onbehagen bij de vrouw’ een stem gegeven met een baanbrekend artikel in De Gids van 1967. Door samen met Hedy d’Ancona de actiegroep Man Vrouw Maatschappij (MVM) op te richten voegde zij ook nog eens een belangrijke daad bij het woord. Zo werd Joke Smit het boegbeeld van de tweede feministische golf in Nederland. Een monument van vastbeslotenheid, in weerwil van tal van persoonlijke twijfels en zachte kanten die bij anderen maar al te vaak de daadkracht ondermijnen.

Marja Vuijsje kon voor haar biografie van Smit putten uit uniek materiaal, zoals cassettebandjes met herinneringen die Smit kort voor haar overlijden heeft ingesproken. Ook het papieren archief heeft een indrukwekkende omvang. Het is gezien de belangstelling die Joke Smit al tijden wekt – in dit geval kun je moeilijk spreken van iemand die door een biograaf aan de vergetelheid wordt ontrukt – verwonderlijk dat er niet al eerder in deze goudmijn is gedolven.

De rebelsheid van de auteur van ‘het onbehagen’ stoelde op scherp inzicht en een calvinistisch verantwoordelijkheidsgevoel. Haar ouders, die stemden op de CHU, maar ook bewondering hadden voor Colijn, schuwden de drank en leefden ook in andere opzichten principieel. Hun christelijk geloof nam dochter Joke – onder meer door het lezen van Multatuli – niet over. Wel de overtuiging dat mensen een nuttig en betekenisvol leven moeten leiden.

Smits plichtsbesef werd gescherpt door het feit dat zij zich op school als de dochter van de bovenmeester voorbeeldig moest gedragen. De oorlogservaring droeg nog bij aan haar ontwikkeling tot een no-nonsense type. Haar serieuze inslag, gecombineerd met werklust, intelligentie en een sterk ontwikkeld gevoel voor goed en kwaad, schiep de feministe Joke Smit.

Smit wilde in 1958 beslist cum laude haar studie Frans afsluiten, maar had het daarvoor net even te druk met andere dingen. Na een paar vervolgopleidingen in onverwachte richtingen (onder andere mannequin!) werd zij lerares op een middelbare school. Vanaf 1960 schreef Smit artikelen voor diverse kranten en tijdschriften, waaronder literair tijdschrift Tirade.

De ambitie reikte verder: promoveren. De ‘intellectueel, geen activiste’, die als au pair al eens in Parijs had gezeten, werd tijdens een onderzoeksverblijf aldaar definitief door de vrijheid gegrepen. Het feit dat zij getrouwd was en moeder van een kind stond relaties met andere mannen niet in de weg. Trouw in de geest, binnen een vrij huwelijk, dat kon volgens haar credo.

De man achter Tirade, Geert van Oorschot, zette haar op het spoor van het feminisme, en het was een mannelijke Gids-redactie die in 1967 uit een soort balorigheid besloot dat een themanummer over onbehagen ook aandacht aan de vrouw moest besteden. Hedy d’Ancona, die zij daarvoor benaderden, vertelde de heren dat het gevraagde stuk al bestond.

Zij kende de tekst van een lezing die Joke Smit eerder dat jaar had gehouden. En zo kwam het historische gedreven pleidooi voor het recht op abortus (de autonomie over het eigen lichaam koppelde de vrouw volgens Smit ‘eindelijk los van de konijnen’), een eerlijker rolverdeling tussen man en vrouw en vrouwenbevrijding in het algemeen in dat deftige blad terecht. De rest is geschiedenis.

Misschien voldoet deze studie niet aan alle formele eisen van wetenschappelijkheid, bijvoorbeeld in de annotatie. Ook neigt de toon soms naar het informele. Maar belangrijker is dat de auteur serieus heeft geprobeerd feiten van fictie te onderscheiden en haar evidente bewondering voor Smit goed in toom heeft gehouden.

Al met al is dit zeer prettig leesbare boek geen bijdrage aan de verdere canonisering van ‘de vrouw door wie wij allen doen wat wij doen’, zoals Cisca Dresselhuys het tegenover de auteur uitdrukte. Integendeel, de mythische voorvrouw wordt door een soms oprecht verbaasde Vuijsje levensecht geportretteerd. Dat bevordert alleen maar de mogelijkheden tot identificatie, want uit onaards volmaakte mensen is het moeilijk inspiratie putten. Een bijna perfecte match, Joke Smit en deze biograaf.

Doeko Bosscher is hoogleraar eigentijdse geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.