In de achtdelige tv-serie Dwars door de Lage Landen wandelt Arnout Hauben door Nederland en België, vergezeld door zijn vrienden Philippe Niclaes en Ruben Callans. Op de route van Oostende naar Pieterburen staat hij stil bij de geschiedenis van de streken die hij doorkruist en de verhalen van de mensen die hij ontmoet. Hauben ontdekte dat er binnen dit taalgebied veel overeenkomsten zijn.
Hoe ontstond het idee om deze wandeltocht te ondernemen?
‘Bij lange, meerdaagse tochten denken we snel aan Santiago de Compostella of de GR20 op Corsica, maar in de Lage Landen zijn ook vele wandelkilometers af te leggen. Ik vond het een prikkelend idee om een lange tocht door één taalgebied te maken. We startten in Oostende en trokken vervolgens langs de Belgisch-Nederlandse grens en de Nederlandse oostgrens. In dit grensgebied komen veel verhalen samen.’
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Wilden jullie een bepaald historisch verhaal vertellen?
‘De route bepaalde langs welke historische bezienswaardigheden we zouden komen, dus ik zorgde dat ik wist wat ik daarover moest vertellen. Zo kwamen we door Brugge, waar in 1464 de eerste Staten-Generaal van de Nederlanden plaatsvond. Langs de Belgisch-Nederlandse grens kwamen we veel sporen van de Tachtigjarige Oorlog tegen, in Spaanse vestingwerken en een stad als Maastricht. De Tweede Wereldoorlog is alomtegenwoordig omdat de familieverhalen nog levend zijn.
Maar de uitgangspunten waren het avontuur van de tocht en de mensen die we onderweg tegenkwamen. We wilden de geschiedenis op een heel democratische manier benaderen om een zo breed mogelijk bereik te hebben. Als we al een doel hadden, dan was het om met verhalen een portret van de Lage Landen te maken. Een wandeltocht is daarvoor een geschikte manier; in een auto rijdt je aan alle details voorbij.’
‘We hebben 900 kilometer afgelegd zonder een tolk nodig te hebben’
Hoe ziet dat portret van de Lage Landen eruit?
‘Het is een lappendeken, maar met een gedeelde volksaard en gedeelde wortels. Het verschil tussen noord en zuid is niet zo groot, en de grensgebieden die wij doorkruisten delen gelijksoortige verhalen en lokale culturen. Polderbewoners uit Pieterburen lijken op die uit West-Vlaanderen, inwoners van de Kempen hebben gelijkenissen met mensen uit de Achterhoek. De gedeelde taal speelt hier een belangrijke rol in: we hebben 900 kilometer afgelegd zonder een tolk nodig te hebben, dit had voor mij een poëtische waarde.
De Lage Landen zijn staatkundig gezien geen geheel meer, maar op veel culturele en historische vlakken nog wel. Dan gaat het niet alleen over de Bourgondische hertogen en de grote oorlogen, maar ook over meer persoonlijke elementen. Zo delen Nederlanders en Belgen een muziekgeschiedenis. Wij kennen elkaars liederen, en associëren die met belangrijke gebeurtenissen uit ons leven. Daarin bestaan geen grenzen.’
Wat is het bijzonderste geschiedenisverhaal dat jullie tegenkwamen?
‘Bij de ruïne van het Genneperhuis, een burcht met als basis een Romeinse fortificatie, kwamen we archeologen tegen die net aan een opgraving waren begonnen. Ze waren opgetogen omdat ze een achthoekige toren uit de twaalfde eeuw hadden ontdekt. Een van de archeologen was daar opgeroeid en had er in zijn kindertijd al zitten graven. Nu deed hij op zijn eigen geboortegrond bij een officiële opgraving al direct een ongelofelijke vondst. Hij was in volledige extase. Wij kwamen op het juiste moment langs en konden dat moment vastleggen. Archeologie heeft wel eens een wat stoffig imago, dus ik was blij dat ik het op deze manier kon presenteren. Dat zijn heel mooie toevalstreffers.’
De eerste aflevering van Dwars door de Lage Landen is vanavond om 20.25 uur te zien bij de VPRO op NPO 2.
De gelijknamige wandelgids door Arnout Hauben is vanaf vandaag beschikbaar (304 p. Uitgeverij Balans, €22,50).