Home ‘Een militair kreeg geen kind, hij verwekte een kind’

‘Een militair kreeg geen kind, hij verwekte een kind’

  • Gepubliceerd op: 27 februari 2014
  • Laatste update 12 apr 2023
  • Auteur:
    Janneke Jorna
  • 4 minuten leestijd
‘Een militair kreeg geen kind, hij verwekte een kind’

Nederlandse soldaten in Indië hebben naar schatting drie- tot achtduizend kinderen verwekt bij lokale vrouwen. Annegriet Wietsma, filmmaker en schrijver, en militair historicus Stef Scagliola, schreven hierover Liefde in tijden van oorlog. Onze jongens en hun verzwegen kinderen in de Oost. Wietsma: ‘De Nederlandse krijgsmacht heeft geen rekening gehouden met seksuele verlangens. Dat was flink naïef.’

Hoe is het project rond oorlogsliefdekinderen begonnen?

‘Op de cover van het boek van Stef Scagliola Op last van de oorlog staat een foto van een Indonesisch weesje, dat bij mij het idee opriep dat dit een kind van een Nederlandse militair kon zijn. Hoe kan ik zoveel horen over Canadese bevrijdingskinderen, maar niks over Nederlandse kinderen in Indië? Alsof Nederlandse militairen het nooit zouden doen. Om onderzoek te doen naar deze Nederlands-Indonesische oorlogsliefdekinderen zijn we een website gestart waarop mensen desnoods anoniem hun verhaal kunnen vertellen. Op basis van deze vertellingen hebben we dit boek geschreven.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Hoe zit het met de combinatie oorlog, soldaten en seks?

‘Dat is een vruchtbare combinatie. Jonge mannen in de bloei van hun seksuele leven moeten het maandenlang of zelfs jarenlang zonder seks doen. De Nederlandse krijgsmacht heeft geen rekening gehouden met seksuele verlangens. Dat was flink naïef: zo’n grote groep mannen vormt natuurlijk een grote testosteronbom. Zonder het spiedende oog van thuis gingen soldaten al snel van bil. Je draagt een uniform, voelt je machtig en sterk. Daar horen seksuele verlangens bij.’

Welke rol speelde de guerillastrijd in Nederlands-Indië hierin?

‘Bij een frontenoorlog lig je in stelling. Je verkeert permanent in een soort belegeringssfeer waar de normale omgang met de bevolking, die een eind verderop leeft, veel minder is. Maar bij  een guerrillaoorlog vormen militairen een bezettingsmacht. Zo’n oorlog is geen permanente alarmerende situatie van vallende bommen, boobytraps en aanslagen. Het is vooral ergens zijn en wachten op of voorkomen dat er iets gebeurt. Militairen lopen gewoon over straat, flirten, gaan uit eten, nemen een meisje mee en gaan naar dancings. De Nederlandse soldaten mengden zich makkelijk in het stedelijk leven en waren populair.’

Er werd veelvuldig gewaarschuwd voor geslachtsziektes, maar zwangerschap kwam niet ter sprake. Was dit geen bedreiging voor de krijgsmacht?

‘Men redeneerde waarschijnlijk zo: een militair kreeg geen kind, hij verwekte een kind. Het was pas gevaarlijk wanneer die mannen wilden blijven, dat mocht niet. Het maakte niet uit of er een kind bij betrokken was. De krijgsmacht was bang voor represailles na de terugtrekking. Ze was verantwoordelijk voor een veilige thuiskomst.’

Jullie hebben het over oorlogsliefdekinderen, maar hoeveel liefde was er in het spel?

‘Het ging vooral om lust. Wij hebben geen gegevens over het aantal kinderen dat verwekt is bij prostituees, onenightstands en langer durende relaties. Er waren verkrachtingen, maar die werden niet ingezet als militair machtsmiddel. Elk verhaal is weer anders.’

Wat gebeurde er met moeder en kind na het vertrek van de vader?

‘Er zijn geen statistische gegevens hierover; onze kennis is uitsluitend gebaseerd op de persoonlijke verhalen die wij achterhaald hebben. We hebben op basis van dertig tot veertig voorbeelden geconstateerd dat vijftig procent van de kinderen niet bij hun moeder is opgegroeid, wat een hoog aantal is. Een deel van de kinderen werd weggegeven ter adoptie of naar een weeshuis gebracht. Deze weeshuizen werden niet per definitie gezien als een plek om kinderen weg te stoppen, het was een opleidingsinstituut waar ze voeding, onderdak en kleding kregen. En de moeder kon zo gewoon werken.’

Het is toch logisch dat kinderen die terecht kwamen in een weeshuis makkelijker te vinden zijn en daarom een meerderheid vormen in het onderzoek?

‘Om dat te achterhalen moeten we de sprong naar Indonesië maken. We zijn fondsen aan het zoeken om de website te vertalen naar het Indonesisch. Er zijn naar schatting drieduizend tot achtduizend kinderen verwekt. Als de website in het Indonesisch wordt gelanceerd zal een groot aantal mensen kunnen reageren. Eigenlijk is ons onderzoek tot nu toe het begin, het topje van de ijsberg.’

Lees hier een recensie van Liefde in tijden van oorlog