Home ‘Duitse intellectuelen juichten WO I toe’

‘Duitse intellectuelen juichten WO I toe’

  • Gepubliceerd op: 13 januari 2014
  • Laatste update 12 apr 2023
  • Auteur:
    Thijs Slegt
  • 5 minuten leestijd
‘Duitse intellectuelen juichten WO I toe’

De Duitse culturele en academische elite was veel nauwer betrokken bij de duistere kanten van de politiek dan tot nu toe werd gedacht. Dat beargumenteert emeritus hoogleraar Frits Boterman in het ruim duizend pagina’s tellende Cultuur als macht. Cultuurgeschiedenis van Duitsland 1800-heden. ‘Volgens Thomas Mann zou de Eerste Wereldoorlog het land reinigen van tegenstellingen’.

Zelfs in Duitsland is nog niet zo’n omvangrijk overzicht van de cultuurgeschiedenis van het land geschreven. Hoe denkt u dat dat komt?

‘De cultuur staat in Duitsland nog altijd op een voetstuk. Ik denk dat men bang is om cultuur en politiek met elkaar te mengen. De hoogstaande Duitse cultuur mag niet besmet raken met de misdaden uit het verleden, maar ze zijn wel degelijk met elkaar verbonden.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

‘De Eerste Wereldoorlog is bijvoorbeeld niet te begrijpen zonder het culturele aspect in ogenschouw te nemen. De strijd is voor een groot deel begonnen en voortgezet vanwege de Duitse cultuur en de angst van een overheersing zoals tijdens de Napoleontische oorlogen. Verreweg de meeste intellectuelen en academici in Duitsland verdedigden de oorlog, of juichten hem zelfs toe.’

‘Neem bijvoorbeeld de schrijver Thomas Mann. Vanaf het begin tot het einde heeft hij de oorlog goedgepraat vanuit cultureel oogpunt. Hij hekelde de verlichting van de Fransen, de barbaarse Russen en Westerse invloeden als parlement en democratie. De hoge Duitse cultuur moest daartegen beschermd worden.’

U schrijft in uw boek dat er nog een reden is voor het oorlogsenthousiasme van de culturele elite. Duitsland zou verenigd worden in de strijd.

‘Dat is de rode draad in het boek. Cultuur en taal werden in Duitsland voortdurend als middel gebruikt om nationale eenheid te bereiken. De Duitsers onderscheidden zich in de wereld door hun muziek, filosofie, schilderkunst, literatuur en taal. Er was dan wel geen politieke eenheid, er was wel culturele eenheid.’

‘Diezelfde Thomas Mann zei: “Der Krieg ist Reinigung“. Volgens hem zou de oorlog het land reinigen van alle tegenstellingen en het politieke gekissebis. Het volk zou als één verenigd worden door de bedreigingen van buiten.’

Maar in de Weimarrepubliek waren de tegenstellingen groter dan ooit. Hoe werd er toen teruggekeken op de oorlog die men eerst zo fel verdedigde?

‘Na de oorlog heerste er enorme verdeeldheid. Er ontstonden rechts-radicale bewegingen zoals de volksnationalistische Völkische Bewegung en de nationaalsocialisten. Zij zagen 1914 als een mythisch moment waarop het land een eenheid was en ze gebruikten dit in hun politiek en propaganda.’

‘Aan de linkerzijde van het politieke spectrum beschouwde men de oorlog als een bewijs van het kwaad dat het imperialisme en kapitalisme Duitsland hadden gebracht. Beïnvloed door de Russische Revolutie streefden men naar een utopische, socialistische staat.’

‘De eenheid onder de intellectuelen was weg. Een van mijn thesen is dat in de Weimarrepubliek de culturele elite zich steeds meer politiek ging engageren. De intellectuelen uitte kritiek op de politiek an sich, die alleen maar verdeeldheid zou zaaien en een middel zou zijn om individuele belangen na te streven.’

Wat voor alternatief had de elite dan voor democratie?

‘Ze had talloze alternatieven. Bijvoorbeeld een middeleeuwse standenmaatschappij, een autoritair hiërarchische samenleving of een technocratie. Ze keerde zich in ieder geval altijd tegen de verdeeldheid van de democratie en belangenorganisaties die voor particulieren opkwamen, zoals vakbonden.’

‘Men had een strak georganiseerde samenleving voor ogen. De revolutionair-conservatieven vonden dat de crisis van na 1918 gebruikt moest worden om met harde hand orde op zaken te stellen. Ze bedreven politiek om de politiek af te schaffen.’

Voor de Eerste Wereldoorlog bestonden er al ideeën over een superieur en raszuiver Duits volk. Hoe ongewoon waren de denkbeelden van Hitler in de Weimarrepubliek? Paste hij niet gewoon goed bij de tijd waarin hij leefde?

‘Ja en nee. De overtuigingen die hij uitdroeg in Mein Kampf en zijn toespraken waren niet bijster origineel. Zijn originaliteit zat hem in het samenvoegen van radicaal antisemitisme, antibolsjewisme en kritiek op het westen. Bovendien kreeg zijn Jodenhaat een culturele lading. In zijn ogen waren Duitsers cultuurscheppers en Joden cultuurvernietigers.’

‘Daarnaast maakte hij gebruik van elementen uit de massacultuur, zoals film, optochten en massale bijeenkomsten in een moderne enscenering. Op die manier een politieke boodschap verkondigen was nieuw. De revolutionair-conservatieven hadden overeenkomstige opvattingen maar waren elitair, tegen de massacultuur en eigenlijk sowieso tegen de massa.’

‘Een derde punt is dat Hitler de eerste volkspartij van Duitsland oprichtte. Hij ging boven de politiek staan door een partij te creëren waar iedere ‘echte’ Duitser zich in principe thuis kon voelen. Zonder te appelleren aan de Duitse cultuur had het volk hem nooit herkend als leider.’

‘Hitler was zelf ook geïnspireerd door cultuur. Hij zag zichzelf als een wagneriaanse operaheld. Der Ring des Nibelungen gaat over macht, maar ook over zelfdestructie. Dit sloot aan bij zijn idee dat alles kapot moest voordat er iets nieuws opgebouwd kon worden.’

‘Hitlers succes is niet alleen cultureel te verklaren. Er speelde veel meer, maar het is wel een niet te negeren factor.’

Lees een recensie van dit boek…