Home DIRIGENTEN VAN DE HERINNERING. MUSEALISERING EN NATIONALISERING VAN DE VOLKSCULTUUR IN NEDERLAND 1815-1940

DIRIGENTEN VAN DE HERINNERING. MUSEALISERING EN NATIONALISERING VAN DE VOLKSCULTUUR IN NEDERLAND 1815-1940

  • Gepubliceerd op: 11 februari 2002
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Albert van der Zeijden
  • 3 minuten leestijd

Iedereen weet: de volkscultuur is een rariteitenkabinet. Het blijkt uit merkwaardige gewoonten en gebruiken als ringsteken, Sinterklaas, midwinterhoornblazen en nog heel veel meer. Hoe al deze rituelen op zeker moment tot nationale iconen werden verheven, is het onderwerp van het uitstekend geschreven proefschrift van Ad de Jong, verbonden aan het nationale rariteitenkabinet bij uitstek: het Nederlands Openluchtmuseum. In zijn verhaal over de geschiedenis van de musealisering van de Nederlandse volkscultuur staat dit museum, dat in 1918 in Arnhem werd geopend, centraal.

        Hoofdpersoon van het boek is de merkwaardige persoon D.J. van der Ven (1891-1973). Ad de Jong wekt de indruk een beetje neer te kijken op deze onvermoeibare journalist en propagandist, die hij tijdens de promotieplechtigheid karakteriseerde als de André Rieu van de Nederlandse folklore. Daarmee plaatst De Jong zich in een traditie van enigszins elitair angehauchte volkscultuurbeschermers en kiest hij – ietwat anachronistisch – partij in toenmalige debatten. Zijn eigen voorkeur ligt duidelijk bij Van der Vens grote tegenstander A.A.G. van Erven Dorens, de immer bedachtzaam formulerende eerste directeur van het Openluchtmuseum. Volkscultuur gaat weliswaar over het gewone volk, maar daarbij past blijkbaar geen `volkse’, populistische manier van tentoonstellen zoals Van der Ven die voorstond.

Wilhelmina        
Van der Vens finest hour kwam al vroeg, in 1919, toen hij in Arnhem een groot Vaderlandsch Historisch Volksfeest organiseerde met, onder zeer veel meer, een Drentse boerenbruiloft, een klederdrachtenoptocht door het centrum van de stad en volkssporten als klootschieten en beugelen. Ter gelegenheid van het 25-jarig regeringsjubileum van koningin Wilhelmina, in 1923, wilde hij het nog eens herhalen. Maar het hoogtepunt van de volkscultuur was toen waarschijnlijk al voorbij. In het begin van haar regering had Wilhelmina zich nog in Fries kostuum laten fotograferen, om zo de harten van haar volk te winnen. Maar in de jaren twintig begon de elite steeds meer neer te kijken op de `volkse’ elementen in de volkscultuur.
        Onder het gewone volk moest de opmars toen nog beginnen. In zekere zin kan de volkscultuur daarmee – ironisch genoeg – beschreven worden als een gesunkenes Kulturgut. Eerst was de belangstelling er bij de elite, het gewone volk volgde pas later. Van der Ven ging letterlijk de boer op met zijn folklore. In de jaren twintig produceerde hij diverse folkloristische films. Volgens sommigen ontwikkelde hij zich daarbij tot een wetenschappelijke hooligan. De volkskundige vond namelijk dat hij het monopolie had op het filmen van Nederlandse folklore. Toen hij in 1923 op Terschelling filmde deed hij er alles aan om een concurrerende filmer het werk onmogelijk te maken, onder andere door ‘kerels te paard’, na consumptie van de nodige drank, de concurrentie letterlijk omver te laten rijden.
        Een immense daadkracht kenmerkte Van der Vens activiteiten. Al op jonge leeftijd verloor hij bij een tramongeluk zijn rechterhand. Het zou hem er niet van weerhouden de meest productieve folklorist van zijn generatie te worden. Hij publiceerde tientallen boeken en vele honderden artikelen. Ton Wagemakers heeft hem ooit, niet ten onrechte, de vader van de ‘moderne’ folklore in Nederland genoemd. Van der Vens moderne presentatietechnieken, met een grote rol voor de zogenaamde levende geschiedenis, zou pas in onze eigen tijd navolging krijgen, onder andere in het Nederlands Openluchtmuseum. Het wordt tijd voor een eerherstel van de nog steeds als controversieel bekend staande D.J. van der Ven.

Albert van der Zeijden is medewerker van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.