Historisch Nieuwsblad organiseert op 24 oktober de Collegedag Geheime diensten en spionage. Vier historici zullen de deelnemers inwijden in het ontstaan en de werking van geheime diensten, waarbij parallellen met het heden niet ontbreken. De discussie over de grenzen aan het inlichtingenwerk is natuurlijk hoogst actueel. ‘Inlichtingendiensten moeten in hun operaties voortdurend de balans zoeken met de waarden van de grondwet.’
Universitair docent Constant Hijzen schrijft een proefschrift over veiligheidsdiensten in de twintigste eeuw in Nederland en zal gaan vertellen over de institutionalisering van de diensten in die periode. In briefwisselingen van de Generale Staf van het leger met de Amsterdamse politie uit 1918 is al sprake van twijfels: de politiecommissaris vraagt zich af of een inlichtingendienst wel past in een democratie. ‘Hij antwoordde op het voorstel voor een geheime dienst in vredestijd: “De radicale groeperingen opereren in de openbaarheid, in toespraken en in kranten, dus waarom zouden we hen in het geheim bestrijden?” Inlichtingendiensten moeten in hun operaties voortdurend de balans zoeken met de waarden van de grondwet.’
De dag wordt geopend door hoogleraar inlichtingen- en veiligheidsdiensten Bob de Graaff, die een historisch overzicht geeft van de opkomst van inlichtingenorganisaties tot nu: ‘Voor 1900 had je wel “mannetjes” in dienst van de koning of de keizer, maar dat betrof informele en particuliere initiatieven. Rond de eeuwwisseling veranderde dat. Ten eerste maakte de invoering van de algemene dienstplicht het voor landen interessant om van elkaar te weten wanneer ze gingen mobiliseren. Voorheen stonden huurlingenlegers altijd wel paraat voor een koning. Ten tweede werd door het algemeen kiesrecht het gedrag van burgers onzeker: op wie gingen ze stemmen? En wanneer gingen ze staken? Zo rees de vraag naar geheime diensten die dat soort dingen konden onderzoeken.’
Hijzen beaamt dat: ‘Deze ontwikkelingen versterkten overal in Europa de dreiging van oorlog en revolutie. Mensen waren bang. In het licht van de revolutionaire onrust in Duitsland en de toespraak van Troelstra in het parlement in november 1918 groeide de vrees voor “woelingen”. In politiek en bestuur begonnen sommigen zich af te vragen hoe dat voorkomen kon worden, en hoe ver geheime diensten mochten gaan in het bestrijden van groepen die opereerden tegen de democratische staat.’
Ben de Jong, voormalig docent en nu gastonderzoeker bij de Faculteit der Geesteswetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam, illustreert zijn verhaal met voorbeelden van succesvolle operaties van de KGB in het Westen tijdens de Koude Oorlog. ‘Een spectaculaire geschiedenis is bijvoorbeeld die van KGB-officier Grigoelevitsj die begin jaren vijftig de identiteit van een burger van Costa Rica aannam en het zo wist te brengen tot ambassadeur van dat land bij het Vaticaan.’ Ook tegenwoordig worden er nog bijzondere inlichtingenoperaties ontdekt, vertelt De Jong. In de zomer van 2010 werden in de Verenigde Staten zogenaamde “illegalen” opgepakt, Russen die zich voordeden als immigranten maar in feite inlichtingenpersoneel onder deep cover waren. ‘De huidige Russische inlichtingendienst SVR werkt in belangrijke mate nog steeds volgens dezelfde methodes als de KGB destijds.’
Begrip van de werkwijze en de mentaliteit van de KGB zal volgens De Jong bijdragen tot een beter begrip van de huidige Russische politiek. Poetin en vele anderen in zijn omgeving zijn immers ex-KGB’ers, en hun mentaliteit wordt in het Westen nog vaak niet goed begrepen. ‘De Russische staat gaat boven alles: die moet groot en machtig zijn. Individuele rechten voor burgers zijn daaraan volledig ondergeschikt.’
Bob de Graaff denkt dat zijn toehoorders nieuwsfeiten in een breder verband gaan zien, en ze zo beter op hun waarde kunnen taxeren. ‘En ik wil de spookverhalen de wereld uit helpen. Satellieten kunnen níet alles volgen wat wij hier beneden doen.’ Constant Hijzen: ‘Er worden vaak dezelfde platitudes geuit over geheime diensten: je bent voor, of je bent tegen. Goed geïnformeerde burgers kunnen de discussie veel diepgaander maken.’
Hoogleraar Beatrice de Graaf zal de Collegedag besluiten met een lezing over terrorisme, de Stasi en bestrijding van spionage. Lees een interview met haar in de oktober-editie van Historisch Nieuwsblad.
Collegedag Geheime diensten en spionage
Vrijdag 24 oktober 2014
09.00 uur – 17.00 uur.
Start colleges: 09.30 uur.
Koninklijk Instituut voor de Tropen, Amsterdam
Entree voor abonnees € 69,95, niet-abonnees € 89,95. Inbegrepen: welkom met koffie/thee, 4 colleges en lunch.
Meer informatie: collegedagen@historischnieuwsblad.nl