‘In een tijd waarin radicalisering en polarisatie alledaagse begrippen zijn geworden en er wereldwijd in toenemende mate sprake is van conflictsituaties, wijst het Nationaal Comité 4 en 5 mei op het belang van een weerbare democratische rechtsstaat.’ Dat staat in het beleidsplan voor de periode 2026-2031.
De les van de Tweede Wereldoorlog is volgens het comité dat democratische kernwaarden en instituties overeind moeten blijven. Deze boodschap krijgt een veel zwaarder accent dan in het oude beleidsplan voor 2021-2025, dat de nadruk legde op meerstemmigheid en nationale verbinding.
Meerstemmigheid werd in het oude plan voorgesteld als ruimte geven aan de (familie)verhalen van alle Nederlanders, ook degenen met een migratieachtergrond, zodat niemand het gevoel zou hebben ‘er niet bij te horen’. Dat opende de deur naar een thematische verbreding met een open einde. Maar in het nieuwe beleidsplan is gekozen voor een andere invulling. ‘Een familieband met de eerste generatie is geen vereiste om een rol te hebben op de herdenking op 4 mei: iedereen kan zich in een (persoonlijk) oorlogsverhaal verdiepen, dat uitdragen en daarmee als het ware “getuige worden” van de geschiedenis.’ Wel zullen ‘in toenemende mate mensen met andere conflictervaringen dan de Tweede Wereldoorlog een plek krijgen bij de herdenking’.
