Jaap ter Haar is vooral bekend geworden als schrijver van hoorspelen, kinderboeken en historische jeugdromans. Maar hij had ook een diepgaande historische belangstelling, zoals blijkt uit zijn vaak herdrukte historische werken Het Romeinse Keizerrijk, De Franse Revolutie en de Geschiedenis van de Lage Landen. Ter Haars carrière als populaire geschiedschrijver begon in 1959, toen zijn uitgever Kees van Dishoeck hem vroeg een Geschiedenis van Noord-Amerika te schrijven. Dit boek is nu onder de titel De Wording van een Wereldmacht heruitgegeven.
De in 1998 overleden Ter Haar was een amateur-historicus zonder pretenties, die echter het vermogen had historische vragen te stellen en zijn onderzoek gedegen aanpakte. Hij schrijft vooral in de kranige jongensboekentaal van de jaren vijftig waarin de wereld bevolkt wordt door ‘stoer doorzettende kerels’, die belangrijke beslissingen durven nemen. Het best is hij dan ook op dreef in de stukken over de Onafhankelijkheidsoorlog en de Burgeroorlog, met hun tot de verbeelding sprekende helden als George Washington en Abe Lincoln. En ook ruige pioniers en dappere immigranten passen goed in Ter Haars verhaal van ‘mensen die hun weg zochten naar vrijheid en geluk’.
Maar deze heldengeschiedenis is te gedateerd en te problematisch om een onbewerkte heruitgave te rechtvaardigen. Noord-Amerikaanse indianen heten bij Ter Haar nog gewoon ‘roodhuiden’ die door ‘bleekgezichten’ van hun jachtvelden worden verdreven naar reservaten waar ze als ‘droeve resten van een ras’ wegkwijnen. En ook de beschrijving van de ‘negerkwestie’ en Ter Haars visie op het ‘Wilde Westen’ zijn – gelukkig – volledig achterhaald. Daarnaast staan in het boek veel kleine onvolkomenheden en ook enkele akelige fouten, zoals de bewering dat Lincoln in 1863 alle slaven bevrijdde. Dit boek is dan ook eerder een historische bron voor het Nederlandse Amerika-beeld van een halve eeuw geleden dan een acceptabele geschiedenis voor de jeugd en het grote publiek van nu.
Jaap Verheul is amerikanist en universitair hoofddocent aan de Universiteit Utrecht.
Dit artikel is exclusief voor abonnees