Home De Wannseeconferentie: pact met de duivel

De Wannseeconferentie: pact met de duivel

  • Gepubliceerd op: 29 oktober 2013
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Willem Melching
De Wannseeconferentie: pact met de duivel

De Faust-legende is een verleidelijke metafoor voor de Duitse geschiedenis. Goethe maakte van dit oude verhaal een literair meesterwerk, maar toch sloot het Duitse volk een pact met de duivel. Het resulteerde in oorlog, massale volksverhuizingen, de moord op miljoenen krijgsgevangenen, grootschalige genocide en niet te vergeten euthanasie op weerloze slachtoffers.

Over de Wannseeconferentie van 20 januari 1942 bestaat het hardnekkige misverstand dat daar besloten werd om tot de massale en industriële uitroeiing van de Europese Joden over te gaan. Dat is zeker niet het geval. De aanwezige hoge ambtenaren waren niet belangrijk genoeg om dit besluit te kunnen nemen. Zoiets was alleen aan Hitler zelf voorbehouden.
  
Hitler nam dit besluit bovendien aanzienlijk eerder: al begin augustus 1941 kwam hij tot de conclusie dat de oorlog in de Sovjet-Unie verkeerd zou kunnen aflopen. Daarom besloot hij om de Joden niet ná de oorlog om te brengen, maar dit karwei zo snel mogelijk ter hand te nemen. Vanaf september kwamen tal van ondergeschikten met uiteenlopende methoden voor de Endlösung van het ‘Joodse vraagstuk’.
 

De Wannseeconferentie

Maar wat gebeurde er dan wél in die mooie villa aan de Wannsee? Een keur van vooraanstaande historici beantwoordt deze vraag uitputtend in de bundel Die Wannsee-Konferenz am 20. Januar 1942. De consensus onder de auteurs is dat de conferentie een logistiek-organisatorisch overleg was, een van de vele stapjes op de ‘kronkelweg’ naar Auschwitz. Bovendien maakte de gastheer – Reinhard Heydrich – bij deze bijeenkomst duidelijk dat de SS de leiding had over de operatie.
   
Centraal in de politiek van de nazi’s stond het visioen van een raciale herordening van Europa. De verwijdering van de Joden was daarvan slechts een onderdeel. Zo zouden ook ten minste 30 miljoen Sovjetburgers door uithongering moeten worden omgebracht. De Joden zouden door uithongering, dwangarbeid of directe vernietiging moeten verdwijnen. Geen wonder dat tal van Nederlanders – onder wie ook de Joden – zich vastklampten aan de illusie dat zij in het ‘oosten’ nog een kleine overlevingskans hadden. Pas in de loop van de zomer van 1942 – zo laat Jan Erik Schulte zien – kozen de nazi’s voor onmiddellijke vernietiging als voornaamste aanpak.
 

Euthanasieprogramma

Die Belasteten. ‘Euthanasie’ 1939-1945 begint en eindigt met twee persoonlijke ontboezemingen van auteur Götz Aly. In het voorwoord vertelt hij over zijn dochter Karline, die als baby ziek is geworden en sindsdien gehandicapt door het leven gaat. Het boek sluit af met een genadeloze afrekening met gerenommeerde Duitse historici die in 1982 Aly’s subsidieaanvraag voor onderzoek afwezen. Historici als Bracher en Jäckel twijfelden niet aan zijn oprechtheid, maar wel aan de vakkennis van politicoloog Aly. Inmiddels hebben twintig boeken wel anders bewezen.
       
Fijntjes vermeldt Aly dat deze critici niet te beroerd waren om zijn thesen en bronnen aan hun eigen promovendi door te spelen. En passant rekent hij ook nog even af met de academische cultuur van risicoloze gesubsidieerde onderzoekjes: ‘publieksschuw, gedachte-arm en altijd op zoek naar geld van derden en subsidies voor drukkosten.’ Dat Aly niet heel populair is bij zijn universitaire collega’s moge duidelijk zijn.
      
Aly weet een interessante invalshoek te vinden: hij concentreert zich op de slachtoffers van het euthanasieprogramma van de nazi’s. Dat resulteert in aangrijpende passages over het lot dat deze volstrekt weerloze en vaak verwarde slachtoffers ondergingen. Bijzonder zijn de citaten uit brieven die de patiënten op de valreep nog naar huis wisten te sturen of die pas na de oorlog in hun dossiers zijn teruggevonden.
 

De massale euthanasie, ook wel bekend als Actie T4, vond plaats in het kader van de nazistische rassenideologie. Hitler was ervan overtuigd dat alleen een ‘gezond’ volk de wereldheerschappij zou kunnen verwerven. Daarom moesten de dragers van erfelijke ziektes, asocialen, zwaar gehandicapten en overig ‘lebensunwertes Leben’ verdwijnen.
 

De betrokken artsen waren lang niet allemaal overtuigde nazi’s, maar volgden enthousiast Hitlers opdracht

 De betrokken artsen waren lang niet allemaal overtuigde nazi’s, maar volgden enthousiast Hitlers opdracht. Zij waren namelijk al vóór 1933 overtuigd van de noodzaak om met eugenetische maatregelen de geestelijke en lichamelijke volksgezondheid te verbeteren. Tussen de moordenaars bevonden zich tal van talentvolle en sociaal bewogen wetenschappers en artsen. Dat was geen paradox. Ze waren overtuigd van hun eigen gelijk en kregen van Hitler alle ruimte om hun plannen eindelijk te realiseren.
   
In totaal brachten zij ten minste 200.000 personen om, onder wie vele duizenden kinderen. Ze maakten gebruik van (mobiele) gaskamers en dodelijke injecties, maar lieten hun slachtoffers ook verhongeren, of omkomen door kou en uitputting.
         
Met de daders liep het, zoals in Duitsland toen gebruikelijk, meestal goed af. Ze publiceerden nog jaren op basis van materiaal dat ze in deze periode hadden verzameld. Pas in de jaren tachtig gaf het gerenommeerde Max-Planck-Institut – na lang aandringen – een collectie geprepareerde kinderhersenen vrij voor een fatsoenlijke begrafenis.
 

Met de daders liep het, zoals in Duitsland toen gebruikelijk, meestal goed af

Aly wijst ook met een beschuldigende vinger in de richting van de ouders en familieleden van de slachtoffers. Maar al te vaak waren ze opgelucht dat een zware last van hun schouders werd genomen. Naar schatting protesteerde niet meer dan 10 procent. Zij die zich verzetten, konden vaak hun kind of familielid redden. De rest zweeg, ook na de oorlog.
         
Aly wil de slachtoffers weer een naam en een gezicht geven. Storend is dat hij de rijke Engelstalige literatuur lijkt te negeren en geen duidelijke vraagstelling heeft. Met zijn onderzoeksthema’s is Aly zijn collega’s vaak ver vooruit, maar dat geldt niet voor dit boek. Door de aandacht voor de slachtoffers is het wel een boeiende inleiding op deze pikzwarte bladzijde uit de Duitse geschiedenis.
 

Goethe

Filosoof en auteur Rüdiger Safranski heeft zijn sporen als biograaf ruimschoots verdiend. Hij schreef succesvolle boeken over personen als Schiller, Schopenhauer, Nietzsche en Heidegger. Het werk van Safranski is ook voor historici interessant, omdat hij veel aandacht besteedt aan de politieke en culturele context.
         
Zijn laatste boek voert hem naar het hart van de Duitse cultuur: Goethe. Die was politicus, schrijver, rokkenjager en ook nog wetenschapper. Goethe was misschien wel de laatste ‘universele mens’. Zijn uitzonderlijke carrière is de rode draad in deze biografie: Goethe als voorbeeld van een rijk en geslaagd leven.
         
Keer op keer vindt hij zichzelf opnieuw uit. Als hij als kunstenaar en bestuurder is vastgelopen, neemt hij een sabbatical en vertrekt hij naar Italië, om als herboren terug te keren. De ondertitel van Safranski’s biografie luidt niet voor niets Kunstwerk des Lebens. Dit boek vol fraaie anekdotes en levenswijsheden mag in geen enkel beschaafd huishouden ontbreken.
         
Veel Duitse denkers, zoals Nietzsche en Heidegger, flirtten met het demonische, het duistere in de mens. De Goethe van Safranski niet. Tegenover de Romantiek en Franse Revolutie bewaarde hij kritische distantie en hij positioneerde zich als soevereine persoonlijkheid. De politisering van de massa’s boezemde hem angst in, zoals hij dichtte: ‘Zuschlagen muß die Masse, dann ist sie respektabel, urteilen gelingt ihr miserabel.
 

Duitse nationalisten vonden Goethe diep in hun hart een verrader

Tegelijkertijd was Goethe ijdel genoeg om zich door Napoleon te laten fêteren en met de keizer over zijn eigen werk te babbelen. Duitse nationalisten vonden Goethe diep in hun hart een verrader; bij de nazi’s was zijn heetgebakerde collega Schiller aanzienlijk populairder.
         
Safranski’s boek is in Duitsland een onverbiddelijke bestseller. Het succes wordt versterkt door de manier waarop de auteur kwistig strooit met prachtige citaten van Goethe die onmiddellijk als actuele levenswijsheden kunnen worden ingezet. Een voorbeeld: ‘Jonge mensen worden te jong geprikkeld en komen in een maalstroom terecht. Rijkdom en snelheid, dat is wat onze wereld bewondert en wat iedereen begeert: spoorwegen, exprespost, stoomschepen en alle mogelijke communicatiemiddelen.’
         
Het aantrekkelijke van Goethe en een verklaring voor het enorme succes van deze biografie is dat hij niet bevattelijk was voor politieke mystiek. Bijna alles in de Duitse kunst, cultuur en geschiedenis is besmet, maar Goethe wist zich hieraan te onttrekken. Hij was niet voor niets de dichter van de Faust.
 

Verder lezen

Die Wannsee-Konferenz am 20. Januar 1942. Dokumente Forschungsstand Kontroversen
Norbert Kampe en Peter Klein (red.)
482 p. Böhlaum, € 39,90

Die Belasteten. ‘Euthanasie’ 1939-1945. Eine Gesellschaftsgeschichte
Götz Aly
352 p. S. Fischer, € 22,99

Goethe. Kunstwerk des Lebens – Biografie
Rüdiger Safranski
752 p. Carl Hanser Verlag € 27,90

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.