Home De Vooruitgang

De Vooruitgang

  • Gepubliceerd op: 16 juli 2009
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Guido van Hengel

In het proefschrift Krijgsvolk (2006) geeft historicus Erik Swart een genuanceerd beeld van de militaire ontwikkelingen tijdens de beginjaren van de Nederlandse Opstand tegen het Spaans-Habsburgse gezag. Hij concludeert dat de professionalisering van het leger al begon onder Willem van Oranje. Daarmee breekt Swart met de heersende opinie over de eerste leider van de Opstand.

Met de publicatie van zijn proefschrift kon Swart rekenen op veel belangstelling. Hij vertelt dat het Nederlands Dagblad, een gereformeerde krant, meteen opbelde: ‘Zij zien Willem van Oranje natuurlijk als een vaderlandse held.’ In de hernieuwde belangstelling voor Grote Nederlanders lijkt dit boek op het juiste moment uit te komen. Wie echter hoopt een lyrisch heldenverhaal te lezen, komt bedrogen uit. Het proefschrift Krijgsvolk is vooral een gedegen studie naar de totstandkoming van het leger van de Staten-Generaal in de moeilijke jaren 1568-1590.

‘Toen Willem van Oranje in 1572, na twee mislukte veldtochten in Brabant en Henegouwen, naar Holland terugkeerde, zat hij aan de grond,’ zegt Swart. ‘In een brief aan zijn broer schreef Oranje dat hij naar Holland ging om zijn graf te vinden. Toch lukte het hem om het Staatse leger op de been te krijgen en te professionaliseren. Hij bleek een slimme en behendige opperbevelhebber.’

Het grootste probleem dat Oranje moest oplossen, was het gebrek aan discipline in de bonte bende van zijn aanvankelijk chaotische leger. ‘Hij ging daarom bij de grote steden langs om financiële hulp te zoeken. Met dat geld betaalde hij de soldaten, hield ze tevreden en dwong ze om zich aan strenge militaire en civiele regels te houden.’ Voordien gingen de beroepssoldaten nog weleens plunderend door de dorpen. Een groepsverkrachting door Oranjes soldaten, nota bene van een meisje uit de burgerij, was slechts een van de klachten die Swart tegenkwam tijdens zijn archiefonderzoek. Willem van Oranje maakte – zo goed en zo kwaad als het ging – een eind aan dat wangedrag.

Oranjes invloed op het leger pakte ook op een andere manier positief uit. Het leger werd een sociaal vangnet. ‘Het ging economisch slecht rond 1572. Voor de sociaal zwakkeren was het leger een goede mogelijkheid om inkomsten te genereren. In Nederland liepen vanwege de oorlog veel vluchtelingen rond. Zoals het er nu in Afghanistan uitziet, zo was het toen in Nederland: overal waren mensen op de vlucht. Velen van hen vonden een bestaan in het Staatse leger’.

Dit betekende ook dat het leger nationaler werd. Bij eerdere veldtochten was het voetvolk voornamelijk Duits. Later ronselde het leger vooral in Nederland zelf en vulde de rangen dan aan met beroepsmilitairen uit het buitenland – vaak Schotten, Duitsers of Engelsen. ‘Maar in de eerste plaats waren het toch Nederlandse soldaten.’

Is Willem van Oranje dan toch die vaderlandse held waarvoor hij vaak gehouden wordt? ‘Als je alleen naar zijn militaire successen kijkt niet, nee. Hij verloor veldslagen en behaalde geen grote overwinning. Maar ik denk dat je niet alleen daarnaar moet kijken.’

Ook in zijn eigen tijd werd er verschillend gedacht over Willem van Oranje. Aan het einde van zijn leven werd hij zelfs op straat uitgejouwd. Het was hem niet gelukt om de verschillende facties in Nederland te verenigen. ‘Maar,’ zegt Swart, ‘de onderlinge verdeeldheid onder de gewesten kan hem niet aangerekend worden. De mentaliteit was in de zestiende eeuw gewoon heel anders. De mensen waren voornamelijk loyaal aan een stad of regio.’

Dus eigenlijk is de voorstelling van een Vader des Vaderlands ook onzin? Na enige aarzeling beaamt Swart dat: ‘Ja, eigenlijk wel. Het vaderland waarvoor hij streed, was iets anders dan wat het uiteindelijk geworden is.’

Het beeld van Willem van Oranje als moderne heerser is volgens Swart ook niet geheel juist: ‘Recentelijk zijn in Berlijn boeken uit zijn boekenkast ontdekt. Daar zaten geen Machiavelli’s tussen, maar vooral middeleeuwse ridderboeken. We kunnen wel zeggen dat hij als mens een gewone zestiende-eeuwse edelman was. Een stevige drinker ook, trouwens.’
Ook onze vaderlandse helden moeten bescheiden blijven.

Erik Swart, Krijgsvolk. Militaire professionalisering en het ontstaan van het Staatse leger 1568-1590.
272 p. Amsterdam University Press, € 29,50

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.