Home De Vooruitgang

De Vooruitgang

  • Gepubliceerd op: 8 juli 2009
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Maria van Haperen

In haar proefschrift Heilig moeten. Radicaal-katholiek en retro-modern in de jaren twintig en dertig beschrijft Marjet Derks hoe katholieke vrouwengezelschappen in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw op radicale manier een plaats in de maatschappij opeisten. Door ascese, scholing van arbeiders en andersgelovigen probeerden ze de wereld tot het katholicisme te bekeren.

Kort na de Eerste Wereldoorlog huurden en kochten tientallen katholieke jonge vrouwen in grote steden als Amsterdam en Den Haag huizen, waar ze samenkwamen om geloofskwesties te bespreken en te beleven. Onder leiding van de jezuïet Jacques van Ginneken (1877-1945) legden ze een voor leken ongewone geloofsijver aan den dag, die gepaard ging met een heftige en zelfbewuste bekeringsdrang.
‘De Vrouwen van Bethanië (1919), de Vrouwen van Nazareth (1921) en de Graalbeweging (1928) werden geleid door goed opgeleide, jonge vrouwen. Veelal dochters van fabrikanten, afkomstig uit de gegoede middenklasse en hogere burgerij,’ vertelt Marjet Derks. ‘Een enkeling bezat zelfs een adellijke titel. En allemaal hadden ze een enorme behoefte om zich publiekelijk te manifesteren.’
Hun ambities waren religieus en hoogdravend. Een leven binnen de kloostermuren of trouwen en kinderen krijgen bood te weinig uitdaging. Wat ze zochten was diepgang en spirituele bevrediging op een manier waarvoor binnen de katholieke zuil nog geen ruimte was.
Het zogenoemde rijke roomse leven werd door veel rond 1900 geboren actieve katholieke jongeren gezapig en oppervlakkig gevonden. Derks: ‘Ze voelden de polsslag van hun tijd. Die van radicale stromingen als socialisme en communisme, van de revoluties in Rusland en van de opstanden in Duitsland. En van een dergelijk radicaal idealisme wilden ze getuigen.’
Hun ouders triomfeerden over de bloeiende en groeiende zuil die eindelijk, net als de protestanten, een eigen universiteit (Nijmegen, 1923) had verworven, maar de jongere generatie stelde dat er tijdens de katholieke emancipatie veel te weinig aan echte (politieke) invloed was gewonnen. ‘En waar jonge mannen vaak op polemische wijze hiertegen tekeergingen, in bladen of tijdens rokerige debatingavonden,’ aldus Derks, ‘misten jonge gestudeerde katholieke vrouwen dergelijke uitlaatkleppen. Hun leven speelde zich vooral af binnenskamers, in de familiekring.’
Een eigenzinnige, niet altijd even tactisch optredende brouwerszoon uit Brabant die het had geschopt tot hoogleraar linguïstiek aan de Universiteit van Nijmegen, had een aantal van deze vrouwen onder zijn studenten en erkende hun behoeftes en wensen. Jacques van Ginneken gaf ze een platform. ‘Volgens hem waren ze, net als hij, uitverkoren om het christendom te redden,’ vertelt Derks. ‘Dat was geen keuze, maar een opdracht, een heilig moeten. De kerk sluit vrouwen op, zo luidde zijn stokpaardje, en onderwerpt ze aan een oerwoud van beperkende regeltjes. Maar vrouwen waren krachtige wezens, die bij uitstek geschikt waren om te bekeren; dat had de geschiedenis van het christendom wel bewezen. Om die bewering te staven wees Van Ginneken dan naar de heilige Lidwina en Jeanne d’Arc.’
Het bekeringsideaal leidde soms tot nogal ridicule situaties. De Vrouwen van Nazareth deelden bijvoorbeeld de wereld op in regio’s en wezen leidsters aan die ter plekke de bekering ter hand moesten nemen. ‘Op een manier die doet denken aan een militaire operatie,’ aldus Derks, ‘alleen gold het hier een bekeringsoffensief. Enkele leidsters zijn ook daadwerkelijk naar Australië en Amerika gegaan. Het merendeel van de bekeringsactiviteiten beperkte zich echter tot de volkswijken, waar de Vrouwen van Nazareth bijvoorbeeld kinderen na schooltijd opvingen en onderwezen.’
Doordat Rome de kerkelijke politiek in centralere richting omboog, bleef in de jaren dertig weinig ruimte over voor lekenorganisaties. Dat had ook gevolgen voor de vrouwenbewegingen. ‘De Vrouwen van Bethanië werd een reguliere kloosterorde, en de Vrouwen van Nazareth werd opgeheven na het overlijden van een van hun belangrijke leidsters in 1939.’
Over het aantal daadwerkelijke bekeringen door de vrouwengezelschappen geeft Heilig moeten geen uitsluitsel. ‘Veel zijn het er in ieder geval niet geweest,’ concludeert Derks. De Graalbeweging, die met theatrale manifestaties, spectaculaire optochten, lezingen en films tienduizenden mensen bereikte, bestaat nog steeds, ook in Australië en de Verenigde Staten. ‘Maar het bekeringsideaal is losgelaten.’

Marjet Derks, Heilig moeten. Radicaal-katholiek en retro-modern in de jaren twintig en dertig. 431 p. Verloren, € 34,00

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.