Home De vooruitgang

De vooruitgang

  • Gepubliceerd op: 22 juni 2004
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Fleuriëtte van de Velde

Proefschriften, lezingen en studies kunnen ons beeld van het verleden ingrijpend veranderen. Mirjam de Baar onderzocht waarom de zeventiende-eeuwse mystica Antoinette Bourignon, die beweerde door God gezonden te zijn, zoveel volgelingen had.

 
In de zeventiende eeuw hadden vrouwen op maatschappelijk en religieus gebied weinig te vertellen. Het beoefenen van theologie was voorbehouden aan mannen. Vrouwen dienden zwijgzaam en gehoorzaam te zijn. Hoe kon een vrouw in die tijd toch uitgroeien tot een spiritueel leidster met een aanhang die zich tot ver buiten de grenzen van de Nederlandse Republiek uitstrekte? Die vraag staat centraal in het proefschrift van Mirjam de Baar over Antoinette Bourignon (1616-1680).

De Vlaamse koopmansdochter Bourignon beweerde dat zij door God was gezonden om het ware christendom op aarde te herstellen. In talloze brieven, die ze ook publiceerde, kondigde ze het einde der tijden aan. Alleen de ware christenen zouden worden gered, en God had Bourignon opgedragen deze mensen te verzamelen. Om haar boodschap te verkondigen trok ze in 1667 vanuit de Zuidelijke Nederlanden naar Amsterdam, waar vrijheid van drukpers heerste, en in 1671 naar Duitsland. Tot haar volgelingen behoorden kooplieden, ambachtslieden, schippers, edellieden en zelfs enkele geleerden, zoals de bekende natuuronderzoeker Jan Swammerdam.

Al eerder onderzochten kerkhistorici het leven van Bourignon. Veelal typeerden ze haar als hysterisch en dweepziek. Dat is een beperkt en eenzijdig beeld, meent De Baar. ‘Wie Bourignon afdoet als een hysterica, ontkent haar geestelijk leiderschap. Haar volgelingen geloofden werkelijk dat zij door God gezonden was. Ze waren bereid alles op te geven en zich aan haar gezag te onderwerpen. Sommige aanhangers wilden zelfs met haar naar het Noord-Duitse Waddeneiland Noordstrand trekken, de locatie die God volgens hen voor de ware christenen had bestemd.’

Sociale intelligentie
De Baar vindt het opvallend dat Bourignon, om zich als het door God gezonden instrument aan de buitenwereld te presenteren, achter de schermen hard werkte om in de publiciteit te treden. ‘Ze liet haar geschriften vertalen, haar brieven kopiëren, kocht zelf een drukpers en zag nauwlettend toe op de keuze van papier en lettertypen. Uit angst haar imago te beschadigen probeerde ze dit zorgvuldig voor de buitenwacht te verhullen.’

De Baar vroeg zich af waarom Bourignon zoveel mensen aan zich wist te binden. ‘Het fascineerde me dat haar volgelingen bereid waren alles op te geven.’ Daarom onderzocht De Baar niet alleen Bourignons leven en persoonlijkheid, maar ook haar aanhangers.

De aantrekkingskracht van Bourignon school volgens De Baar vooral in de persoonlijke aandacht die zij had voor haar volgelingen. ‘Ze correspondeerde met veel van haar lezers. Ze beantwoordde hun vragen over religieuze kwesties, maar ging ook in op persoonlijke problemen. Bijvoorbeeld hoe je je driften het best kon beheersen en of je moest trouwen met het meisje aan wie je een trouwbelofte gegeven had. Ze beschikte over een grote sociale intelligentie. Ze had geen helende krachten, dus van een zeventiende-eeuwse Jomanda kun je niet spreken. Maar ze was wel een soort Lieve Lita.’

Bourignons aanhang bestond uit christenen die kritisch stonden tegenover de gevestigde Kerken. De Baar: ‘Deze mensen verkeerden allen op een of andere manier in een crisis. Ze hadden behoefte aan geestelijke bijstand. Bourignon onderscheidde zich van andere “profeten” door zich persoonlijk over deze zielen te ontfermen. Ze had een enorm charisma. De groep volgelingen met wie ze contact had, bestond uit ruim honderddertig personen, die haar roemden om haar deugdzaamheid en wijsheid. Met sommigen correspondeerde ze, maar er waren er ook met wie ze meer persoonlijk contact had.’ 

Zoekende christenen
Wat deze groep naast de persoonlijke aandacht aansprak, was Bourignons opvatting dat het voor een ware christen niet nodig was aan een Kerk verbonden te zijn. Het ging erom dat je als een ware christen leefde. Hiermee doorbrak Bourignon als een van de eersten in haar tijd de scheidslijn tussen de diverse kerkgenootschappen. Volgens De Baar trok deze opvatting veel ‘zoekende’ christenen aan.

Tegelijkertijd kreeg Bourignon vooral in Duitsland veel kritiek, waar de lutherse predikanten probeerden haar met man en macht te bestrijden. Hieruit blijkt dat de invloed van Bourignon wel degelijk serieus werd genomen, zegt De Baar. ‘Bourignon ondermijnde het bestaan van de Kerk en haar mannelijke gezagsdragers.’ Haar boeken werden in beslag genomen en verbrand. Diverse perioden zat ze ondergedoken. Uit angst voor herkenning liet ze zich nooit portretteren. De enige afbeelding die van haar bestaat, is pas na haar dood gemaakt.

Dacht Bourignon zelf ook dat ze door God was gezonden, of was dit voor haar, als vrouw, de enige manier om gehoord te worden in de zeventiende-eeuwse Republiek? De Baar laat dit in haar onderzoek in het midden. ‘Ik denk wel dat ze in haar eigen boodschap geloofde. Maar eigenlijk is die vraag niet van groot belang. Van belang is dat Bourignons volgelingen in haar geloofden.’ 

Mirjam de Baar, ‘Ik moet spreken’. Het spiritueel leiderschap van Antoinette Bourignon (1616-1680) 832 p. plus cd-rom.
Uitgeverij Walburg Pers, euro 49,95

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.