Home De vooruitgang

De vooruitgang

  • Gepubliceerd op: 23 februari 2005
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Floor Bal
  • 4 minuten leestijd

Proefschriften, lezingen en studies kunnen ons beeld van het verleden ingrijpend veranderen. Pieter Spierenburg betoogt dat met de komst van een romantischer relatiebeeld ook het soort moorden veranderde.


Het was zijn eigen bloed dat Jan van Gogh op de avond van 28 juni in 1775 gebruikte om een brief aan zijn geliefde Anna Smitshuizen te schrijven. Hij smeekte haar om toch met hem te trouwen, dan zou hij al zijn fouten goedmaken. De volgende dag vroeg de voormalig acteur haar buren aanwezig te zijn als hij de brief zou voorlezen. Bij de belangrijkste voorstelling van zijn leven hoorde publiek. In een volle kamer hield hij zijn laatste voordracht.

Annaatje was echter niet onder de indruk van Van Goghs mooie verhaal. Al dreigde hij voor haar ogen zelfmoord te plegen, ze wilde niets meer met hem te maken hebben. Met een ijselijke gil rende Van Gogh op haar af. Het mes richtte hij op zichzelf, maar op het laatste moment bedacht hij zich. Het was Annaatje die op de vloer doodbloedde.

Dit is een van de twee moorden in het achttiende-eeuwse Amsterdam die er volgens Pieter Spierenburg in zijn boek Written in Blood. Fatal Attraction in Enlightenment Amsterdam op wijzen dat de nieuwe denkbeelden over het huwelijk en romantische liefde die de Verlichting met zich meebracht ook slachtoffers maakten. Doordat mannen en vrouwen altijd bij elkaar wilden zijn en meer gingen verwachten van een relatie, nam ook het risico dat relaties dramatisch afliepen toe. 

Maîtresse
‘Natuurlijk was er in de Middeleeuwen ook sprake van huiselijk geweld,’ vertelt Spierenburg, universitair hoofddocent aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. ‘Mannen vermoordden hun vrouw en vrouwen hun man. Maar dat ging vaker impulsief, bijvoorbeeld tijdens een conflict dat door drankgebruik uit de hand liep. De zaken die ik onderzocht heb, zijn twee prototypes van een nieuw soort moord en doodslag. Bij de ene ging het om het elimineren van een rivaal, bij de andere om het ombrengen van een geliefde die niet meer wil.’

In de eerste helft van de achttiende eeuw was 44 procent van de slachtoffers van moord in Amsterdam geen bekende van de dader. Meestal ging het om mesgevechten die uit de hand waren gelopen. Rond 1750 vond er een enorme omslag plaats in de relatie tussen daders en slachtoffers van moord en doodslag. Vanaf dat moment waren moordenaars vaak mensen uit de intieme kring van slachtoffer.

‘Voor die tijd waren huwelijken anders. Mensen deelden wel een bed, maar overdag waren de mannen vooral bij de mannen en de vrouwen bij de vrouwen. Daarvoor in de plaats kwam op een gegeven moment de romantische liefde, waarbij man en vrouw liever tijd met elkaar doorbrachten,’ aldus Spierenburg.

Dat dit risico’s met zich meebracht, illustreert hij met de moord op Cecilia Donker. Op 1 december 1766 werd zij door haar man Nathaniel Donker gewurgd. Samen met zijn minnares Doortje Borstelman sneed hij haar lichaam in stukken en gooide hij de delen in het water achter de Haarlemmerpoort in Amsterdam.

‘Bij een “klassieke” verhouding had een man naast zijn huwelijk nog een maîtresse, die hij onderhield als hij daarvoor geld had. Een paar keer in de week ging hij dan bij zo’n vrouw langs. Dat werd in de hogere klassen wel gebillijkt. Bij Nathaniel en Doortje was dat patroon anders. Hij ging er met haar vandoor omdat hij altijd bij haar wilde zijn. Beïnvloed door de nieuwe ideeën ging hij over de grens van wat men eerbaar vond,’ meent Spierenburg. Omdat Nathaniel haar verliet, liet zijn vrouw zijn geld in beslag nemen, waarna de twee geliefden besloten om de vrouw uit de weg te ruimen. 

Liedjes
De moorden op Cecilia en Annaatje maakten veel indruk op hun tijdgenoten. De typisch romantische elementen zoals de passie van Van Gogh en zijn in bloed geschreven brief inspireerden hen tot het schrijven van pamfletten, boekjes en zelfs liedjes. De bekentenis van Van Gogh verscheen in druk, met de beruchte brief als lokkertje.

De brief in bloed heeft Spierenburg overigens zelf een mysterie opgeleverd. Het origineel werd als verloren beschouwd; er was alleen een kopie van bekend. Voor zijn boek dook Spierenburg diep in de gerechtelijke archieven in Amsterdam. In een van de dossiers die hij onderzocht, vond hij een klein stukje papier. Het was een fragment van de brief in een handschrift dat hij als dat van Van Gogh herkende. Spierenburg: ‘Dat zijn de krenten uit de pap, als je je jaren in zo’n zaak verdiept hebt, en je krijgt zoiets in handen.’

Om erachter te komen of Van Gogh echt zijn bloed had gebruikt, liet het archief het fragment opsturen naar het gerechtelijk laboratorium in Rijswijk. De inkt op het papier was weliswaar zwart, maar bloed kan in tweehonderd jaar verkleuren. Toen Spierenburg later naar het resultaat informeerde, bleek de brief te zijn verdwenen. ‘Het is onduidelijk of het fragment wel in Rijswijk is geweest. De tekst hoort weer in het dossier te zitten, maar daar is hij niet.’ Het archief beschouwt het origineel nu weer als vermist. 

Written in Blood. Fatal Attraction in Enlightenment Amsterdam door Pieter Spierenburg. 232 p. The Ohio State University Press, euro 44,55

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.