Home DE VATENMAN BERNHARD VAN LEER (1883-1958)

DE VATENMAN BERNHARD VAN LEER (1883-1958)

  • Gepubliceerd op: 11 oktober 2002
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Hans Renders

325 p. Contact, euro 26,90


In enkele jaren tijd is de zogenaamde ‘zakenroman’ in Japan uitgegroeid tot een volwaardig genre. In dit soort romans wordt op dramatische of romantische wijze verhaald over de wederwaardigheden in de fabriek of op kantoor. In Nederlandse romans wordt zelden gewerkt. Des te verheugender is het dat er nu wel een zakenbiografie verschenen is verschenen. Hoe kritisch is het levensverhaal dat Pauline Micheels schreef over de grondvester van een wereldconcern en tevens filantroop Bernard van Leer?
        Zoals vaak met mensen die het ver schoppen, had Van Leer niet meer dan lagere school toen hij in de ijzerhandel belandde. Al snel werkte hij als manager bij de Handelsmaatschappij R.S. Stokvis & Zn. in Rotterdam. Na ruzie over een partij spijkers nam hij ontslag en werd in 1918 directeur van een door zijn broer opgerichte kartonnagefabriek. Een jaar later vestigde hij de NV van Leer’s Vereenigde Fabrieken, aanvankelijk actief in de kartonnage, later in de blikemballage.
        Toen Van Leer halverwege de jaren twintig een grote order voor asfaltvaten wist binnen te halen, begonnen zijn zaken pas goed te lopen. Doorslaggevend was zijn in 1927 gesloten licentieovereenkomst met de American Flange & Manufacturing Company, producent van de Tri-Sure-vatsluiting. Hij kocht het recht om deze sluiting buiten Noord-Amerika te mogen produceren en verkopen. Van Leer ging waar de olie stroomde en vestigde wereldwijd zijn vatenfabrieken, als het even kon vlak bij een Shell-raffinaderij.
        Daarnaast begaf van Leer zich ook op het terrein van de lichtreclame. In 1924 begon hij Multitex Lichtreclame Toestellen te verkopen, een ingenieus apparaat dat door de introductie van neonlampen overbodig werd. Van Leer was er de man niet naar hier lang over te treuren, integendeel: hij reisde naar Amerika om zijn zaken te intensiveren. Micheels geeft een paar mooie anekdotes die het verschil in zakendoen tussen de oude en de nieuwe wereld illustreren. Het verhaal over Tidewater Oil bijvoorbeeld. Altijd als Van Leer bij dit bedrijf binnenkwam zat de directeur met zijn rug naar de deur en met zijn voeten op het bureau, en groette met: ‘Hello, Van Leer, how are you?’ Op de vraag hoe hij toch wist dat Van Leer het was die binnenkwam antwoordde de directeur: ‘Heel eenvoudig, hij was de enige die klopte.’
        
Privé-circus
Was Van Leer een aardige man? Volgens mij niet, wel slim. Toen hij de portier van het hotel op Trinidad opdracht gaf hem ’s morgens om vijf uur te wekken, voegde hij eraan toe: ‘En niet vergeten hoor, zoals de vorige keer.’ Er was helemaal geen vorige keer maar hij wist nu zeker dat de portier het niet zou vergeten. Een dergelijk verhaal roept de vraag op of Van Leer ook als werkgever trucjes uithaalde. We komen er niet achter. Maar in de biografie staan twee aanwijzingen dat hij niet altijd een keurige werkgever was.
        In de jaren zeventig verscheen het boekje Was ’t nou wel zo lollig?, een zwartboek over de Van Leerbedrijven tussen 1938 en 1941. Micheels commentaar op citaten uit dit boekje, waaruit blijkt dat gereformeerden gedwongen werden op zondag te werken en dat het personeel geacht werd de auto’s van Van Leer-bezoekers te wassen: “‘De heer van Leer’ veranderde in ‘Van Leer’ en de arbeidsomstandigheden uit de jaren dertig werden bekeken vanuit het perspectief van de jaren zeventig.’
        Van Leer was een energiek man en dan ondervind je altijd weerstand van diegenen die dat niet zijn. Dat bleek toen hij serieus werk maakte van zijn privé-circus. Voor Van Leer bestonden er alleen mogelijkheden, geen onmogelijkheden. Maar daar dachten de omwonenden van de manege aan de Overtoom anders over. Van Leers circus veroorzaakte zoveel overlast dat hij alleen bij zeer speciale gelegenheden van de gemeente toestemming kreeg een voorstelling te geven. Hijzelf was dan ook van de partij, als ruiter.
        De meest heikele periode in het leven van Van Leer was de Tweede Wereldoorlog. Het beleid van zijn concern was steeds aan orders te voldoen, want bij weigering zou toch maar een Duitse zaakwaarnemer aangesteld worden. Uiteindelijk besloten de nazi’s de Van Leer-fabrieken onder zachte dwang op te kopen. Van Leer kon met zijn familie naar Amerika vluchten, met medeneming van een substantieel deel van de verkoopprijs van zijn concern en een aantal rijpaarden.
        Dit deel van de biografie is informatief en overtuigend. Micheels beschrijft minutieus hoe zo’n ‘vrijwillige’ onvrijwillige verkoop verliep. Wat mij betreft hadden nog meer technische gegevens, nog meer cijfers gegeven kunnen worden. Ook een beoordeling door anderen van de verkoopvoorwaarden had niet misstaan in een zakenbiografie. De ‘Ariesierung des Van Leer-Komplexes’ kostte de nazi’s om en nabij de vijfeneenhalf miljoen gulden; dat was overigens niet het bedrag dat Van Leer mee mocht nemen naar de Verenigde Staten, vanwege tegenwerking van Duitse én Nederlandse zijde. De autoriteiten wisten niet dat zijn hele familie voor het inschepen briljanten in hun kiezen had laten aanbrengen.
        
Churchill
Onderzoekt de biograaf van schrijvers correspondenties van andere auteurs en recensies van zijn werk, over de ondernemer bestaat dergelijk materiaal niet. Bovendien zullen concurrerende bedrijven niet happig zijn hun archieven open te stellen. Achterin het boek worden wel allerlei archieven genoemd die Micheels bezocht heeft, maar de lezer komt er niet achter ten behoeve van welk deel van het boek welk archief is geraadpleegd. In het geval van Van Leers vermeende economische collaboratie is dat jammer. Het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie is bezocht, maar welke informatie er gevonden werd blijft duister.
        Van Leer vond het nodig na de oorlog aan de Politieke Opsporingsdienst te melden dat de directeur van het Americain Hotel hem in juni 1940 de deur had gewezen. Korte tijd later werd hij zelf aangeklaagd wegens collaboratie. Micheels weet aannemelijk te maken dat de beschuldigingen afkomstig waren van rancuneuze, om niet te zeggen antisemitische, figuren. Van Leer werd vrijgesteld van vervolging.
        De zakenman gaf veel aan goede doelen, een joods kindertehuis in Laren of een academische instituut in Israël. Hij koppelde onbaatzuchtigheid aan ijdelheid als het zo uitkwam. Toen Van Leer een fanbrief naar Churchill stuurde en hem een paard aanbood, weigerde de staatsman de gift, maar het kwam wel tot een bezoek. Van Leer liet vanuit Zwitserland een fotograaf overkomen naar het landgoed van Churchill en dat leverde een fotoserie op die veelvuldig voor pr werd ingezet.
        Uit deze biografie komt Van Leer, ook al zegt Micheels dat nergens letterlijk, naar voren als een kleurloze en oppervlakkige figuur met een onmetelijke behoefte om indruk te maken. Als hij een ritje langs al zijn fabrieken in de wereld wilde maken, huurde hij niet alleen een vliegtuig voor zichzelf maar liet dat ook compleet verbouwen, met woonkamer, slaapvertrekken en werkkamer.
        Maar misschien krijgt de diepgang van zijn interesses niet voldoende aandacht. Twee jaar geleden berichtte het tijdschrift De Boekenwereld over een waardevolle boekencollectie die Van Leer overnam van een verzamelaar. Micheels besteedt er geen aandacht aan, zoals ze ook weinig commentaar geeft op de autobiografieën die zowel mevrouw Van Leer als zoon Wim publiceerden.

Hans Renders werkt aan een biografie over Jan Campert. Hij is verbonden aan de sectie journalistiek van de Rijksuniversiteit Groningen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.