De Italiaanse dichter Gabriele D’Annunzio stichtte in 1919 een vrijstaat voor revolutionairen, kunstenaars en vrijbuiters in de havenstad Fiume. Veel van D’Annunzio’s ideeën werden overgenomen door de fascisten. Toch leek Fiume met zijn vrije seks, sociale gelijkheid en drugsgebruik weinig op het Italië van Mussolini.
Direct na de Eerste Wereldoorlog was Italië een enerverende poel van nationalistisch sentiment en revolutionaire aspiraties. Futuristen, fascisten, anarchisten: allemaal deden zij een poging een ‘nieuw’ Italië gestalte te geven, gebaseerd op heldendom, nationale glorie en het overwinnen van de klassenstrijd. Voordat Benito Mussolini de leiding naar zich toe zou trekken, waagde de dichter Gabriele D’Annunzio (1863-1938) een poging. Hij bezette de Joegoslavische havenstad Fiume en voerde er zestien maanden lang een revolutionair bewind.
Eeuwenlang had Fiume – het tegenwoordige Rijeka in Kroatië – tot het Habsburgse Rijk behoord, totdat de nederlaag in de Eerste Wereldoorlog daar een eind aan maakte. De stad aan de Kvarner Golf, die merendeels werd bewoond door Italianen en Kroaten, werd een twistappel tussen Italië en het net opgerichte Koninkrijk der Serviërs, Kroaten en Slovenen. De Joegoslaven kregen aan de conferentietafel in Versailles de steun van de geallieerden, zodat Italië naast de buit greep.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
In Italië, dat tot de overwinnaars van de oorlog behoorde, werd woedend gesproken van een ‘verminkte overwinning’. D’Annunzio, die aan de oorlog had deelgenomen en daardoor behalve een gevierd dichter en dandy ook een nationale oorlogsheld was geworden, trok zich het lot van Fiume persoonlijk aan. ‘Overwinning, jij zult niet worden verminkt! We vochten voor een groter Italië, we kríjgen een groter Italië!’ riep D’Annunzio tijdens een van zijn befaamde toespraken.
Al snel voegde hij de daad bij het woord. In de vroege ochtend van 12 september 1919 marcheerde hij met een leger van zo’n drieduizend gedeserteerde Italiaanse soldaten vanuit Ronchi di Monfalcone richting Fiume. Zonder een schot te lossen nam hij de havenstad in. In de straten was het feest. ‘Leve D’Annunzio! Leve Italiaans Fiume!’ schreeuwde een uitzinnige menigte Italianen.
Spirituele storm
De politieke reacties op de ‘bevrijding’ van Fiume waren een teleurstelling voor D’Annunzio. Anders dan hij had verwacht annexeerde de Italiaanse regering Fiume niet. Hierop gooide de dichter-soldaat het roer om en ging een revolutionaire koers varen. Een rebellerende stad die werd geleid door een bekende dichter, dat kon niet anders dan tot de verbeelding spreken. Een kleurrijk gezelschap van socialisten en anarchisten, op avontuur beluste soldaten, schrijvers en kunstenaars trok naar Fiume.
Na de Eerste Wereldoorlog telde Italië miljoenen oorlogsveteranen aan wie de gevestigde politieke partijen een beter leven hadden beloofd zodra de overwinning was behaald. Toen na de oorlog bleek dat deze soldaten weer naar het normale burgerbestaan moesten terugkeren, waren velen daartoe niet bereid. Zij kozen ervoor te blijven strijden voor vernieuwing. Uit dit reservoir van gefrustreerde en opstandige soldaten rekruteerden revolutionairen als D’Annunzio hun aanhang.
D’Annunzio ontwikkelde zijn eigen visie op de westerse wereld. Hij deelde Europa op in twee niveaus, die werden gesymboliseerd in de tegenstelling tussen Fiume en Rome. Terwijl in Fiume met een heldhaftige daad de wil van het volk was uitgevoerd, zaten in Rome slechts oude, laffe politici die zich – gevangen tussen de muren van hun weelderige palazzi – bezighielden met dagelijks politiek gekibbel. In de ogen van D’Annunzio was de westerse wereld corrupt, futloos, vulgair en uitgespeeld.
In Fiume zou hij laten zien hoe het wel moest. De dichter-soldaat wilde er een nieuwe beschaving opbouwen die niet was gebaseerd op rijkdom, macht en traditie, maar op het heroïsme en genie van het individu. Vervolgens zou Fiumes voorbeeld een spirituele storm doen opsteken, die over de westerse wereld zou razen en deze radicaal zou transformeren. De eerste etappe op deze zegetocht moest uiteraard Italië zijn.
D’Annunzio smeedde plannen om naar Rome op te marcheren en de democratische machthebbers van het pluche te duwen. Met name Mussolini en zijn fascisten waren in de ogen van de dichter belangrijke bondgenoten bij een mars op Rome. De beweging van de toekomstige dictator was enorm gegroeid sinds hij D’Annunzio’s avontuur in Fiume in zijn krant Il Popolo d’Italia enthousiast steunde.
Toch hield Mussolini de boot af, waardoor de onderneming niet doorging. Waarschijnlijk omdat hij niet wenste de tweede viool te spelen. D’Annunzio was een nationaal icoon, terwijl Mussolini zich op dat moment nog moest bewijzen.
Nudisme
D’Annunzio legde zijn gedachtegoed vast in een grondwet. Deze Carta del Carnaro schreef hij samen met de radicale anarcho-syndicalist Alceste De Ambris en was behalve een poëtisch ook een zeer innovatief en liberaal document. De grondwet gebood complete gelijkheid tussen man en vrouw, absolute tolerantie voor welke religie dan ook (óók het atheïsme), een uitgebreid netwerk van sociale voorzieningen in geval van ouderdom, werkloosheid en ziekte, een gedecentraliseerd bestuur met veel vormen van directe democratie en een corporatistische organisatie van de economie.
Ook bevatte de grondwet een kalender van publieke feesten en redevoeringen. Bijna dagelijks hield D’Annunzio vanaf het balkon van het stadhuis van Fiume theatrale toespraken, waarnaar duizenden mensen kwamen luisteren. Zijn aanhangers spraken hem aan met de titel duce (‘leider’) en hadden hun eigen strijdkreet: ‘Eia, eia, alalà.’ Ook brachten zij als eersten de later berucht geworden ‘Romeinse groet’ met de gestrekte rechterarm.
Daarnaast was D’Annunzio bezig met de oprichting van een liga die alle onderdrukte volkeren waar ook ter wereld moest verenigen en bevrijden: de Lega di Fiume. In deze liga zou plaats zijn voor onder meer Ieren, Palestijnen, Arabieren, Aziaten en Slavische volkeren die leden onder de dominantie van de Serviërs. De Lega di Fiume was een provocatie aan het adres van de net opgerichte Volkenbond, die door D’Annunzio werd omschreven als een ‘complot van boeven en oplichters’.
Om deze initiatieven tot een succes te maken was het volgens D’Annunzio van cruciaal belang in Fiume zelf een ‘nieuwe manier van leven’ te introduceren en de geest van de inwoners te verruimen. Onder aanvoering van de futuristen, revolutionairen en andere avonturiers die massaal naar de stad waren gekomen, leek dat goed te lukken. Volgens de Belgische dichter Léon Kochnitzky, die een belangrijke rol speelde bij de oprichting van de Lega di Fiume, had het dagelijks leven in Fiume een dionysisch ritme. Er heerste een sfeer ‘alsof het iedere dag quatorze juillet was, met optochten, fanfare, zang en dans, vuurwerk en vreugdevuren en de betoverende redevoeringen van de dichter’.
Fiume zat vol met originele en vrijgevochten figuren, die van de stad het vertrekpunt van universele rebellie wilden maken. Zoals de Italiaan Guido Keller, een dichter die als piloot in de oorlog had gediend, vaak in pyjama en oosterse pantoffels met opgekrulde punten over straat ging, een tamme adelaar bij zich droeg, in de zomer het nudisme beleed, de liefde bedreef met hoeren en jonge mannen, en pleitte voor het afschaffen van het gevangeniswezen. Of Mario Carli, een radicaal-linkse futurist en dichter die in Fiume de krant La testa di ferro (‘Het ijzeren hoofd’) opzette, waarin hij een hetze voerde tegen alles wat naar traditie riekte.
Herenliefde
Zo ageerde de krant heftig tegen de ‘mythe van monogamie’. De gangbare seksuele moraal moest wijken voor ‘snelle en ongedwongen’ seksuele relaties. De aantrekkingskracht van deze propaganda was enorm. De Italiaanse cultuurhistorica Claudia Salaris noemt Fiume een ‘microkosmos van alle plezier’. Eindeloos genot en vermaak, het vrijelijk bevredigen van behoeften zonder enige vorm van moralisme, dat waren de kenmerken van de ‘collectieve en bevrijdende ervaring van Fiume’. De anarchist Giovanni Comisso schreef in zijn memoires: ‘Fiume was de stad van de eindeloze liefde waar iedereen een heftig genot nastreefde. Het probleem van de jaloezie bestond niet.’
De vrije seks had ook een keerzijde, want ‘in de wanorde van al deze liefdes verspreidden geslachtsziektes zich met de snelheid van het water’. In een rapport van het Italiaanse ministerie van Binnenlandse Zaken werd geschreven: ‘Het leven in Fiume is libertijns, immoreel en verwerpelijk. Er is geen officier of soldaat te vinden die er geen minnares op na houdt. Fiume gaat ten onder in een atmosfeer van immoraliteit en representeert voor haar inwoners het Eden op aarde, het Eldorado van alle plezier.’
Fiume was niet alleen voor heteroseksuelen een lustoord, ook homo’s konden er hun gang gaan. Het futurisme stond positief tegenover de herenliefde. Zo heeft grondlegger Filippo Tommaso Marinetti homoseksualiteit in een essay gedefinieerd als een ‘gusto rispettabilissimo’: een meer dan respectabele smaak. Volgens Mario Carli kwamen veel homoseksuelen naar Fiume, waardoor er een levendige scene ontstond en veel mannen uit de kast kwamen.
Niet alleen wat betreft seksuele moraal was Fiume zijn tijd ver vooruit. Ook werd er veel geëxperimenteerd met diverse drugs. Met name cocaïne was populair. Het witte goedje werd in Fiume geïntroduceerd door piloten, die het in de oorlog hadden gebruikt om tijdens vermoeiende vluchten wakker te blijven. Al snel was het gebruik ervan wijdverbreid. Van Keller is bekend dat hij regelmatig cocaïne snoof en ook D’Annunzio zelf zat tijdens zijn verblijf in Fiume meer dan eens met zijn neus in het witte poeder.
De stad kende nog meer bijzondere praktijken. Door een Italiaanse handelsblokkade ging het economisch slecht met Fiume. Er ontwikkelde zich een alternatieve economie die grotendeels gebaseerd was op piraterij. D’Annunzio selecteerde piraten en doopte hen uscocchi, naar Kroatische zeerovers in de Kvarner Golf die in de zestiende en zeventiende eeuw heldhaftig tegen de Turken hadden gevochten.
Behalve op zee opereerden de twintigste-eeuwse uscocchi ook op land. Regelmatig werden goederentreinen overvallen en richting Fiume gedirigeerd. Een voorbeeld is de aanval die bekend is geworden onder de naam ‘het paard van de Apocalyps’. Op 18 april 1920 wist een groep uscocchi 46 dure raspaarden te stelen uit een manage van het Italiaanse leger en deze per boot naar Fiume te vervoeren.
De Italiaanse regering was woedend en dreigde met een complete handelsblokkade, waarop D’Annunzio besloot de paarden terug te geven. Maar in plaats van de raspaarden gaf hij 46 graatmagere en afgepeigerde knollen terug. Met acties als deze prikkelde de dichter-soldaat de verbeelding van velen en kreeg het avontuur in Fiume bijna mythische proporties.
Bloedige kerst
De vrijstaat was echter geen lang leven beschoren. In een vijfdaagse minioorlog die begon op 24 december 1920 en de annalen in is gegaan als natale di sangue (‘bloedige kerst’), maakte het Italiaanse leger een einde aan D’Annunzio’s ‘magnifieke utopie’, zoals cultuurhistorica Salaris het verwoordt. Na zestien maanden was het avontuur van Fiume ten einde.
Tijdens de dictatuur van Mussolini, die in 1922 aan de macht kwam, hebben de fascisten de rebellie van Fiume omgesmeed tot een puur nationalistisch avontuur. Na de val van de duce is D’Annunzio decennialang omschreven als de Johannes de Doper van het Italiaanse fascisme.
Deels is dat terecht. Veel gebruiken van het fascistische regime hadden hun oorsprong in Fiume. De theatrale toespraken vanaf het balkon, de Romeinse groet, de term ‘duce’, de kreet ‘Eia, eia, alalà’, het gebruik van religieuze symbolen in een nieuwe, seculiere omgeving: het waren allemaal praktijken waar D’Annunzio tijdens zijn bewind in Fiume mee begon en die Mussolini een paar jaar later kopieerde.
En er zijn meer gelijkenissen. Zowel de oude als de nieuwe duce wist met zijn enorme charisma de massa in beweging te krijgen en sprak over het creëren van een ‘nieuw’ Italië en een ‘nieuwe’ wereld. Beiden wilden hun landgenoten transformeren tot een heroïsch ras dat de traditionele maatschappij zou afwijzen en een nieuwe ethiek van actie en heldendom zou omarmen.
Veel voormalige aanhangers van D’Annunzio stroomden een paar jaar later haast automatisch door naar de fascistische partij. Dat gold bijvoorbeeld voor veel zogenoemde Arditi: stormtroepen uit de Eerste Wereldoorlog. Maar ook futuristen als Marinetti en Carli en anarchisten als Keller en Comisso zouden na het avontuur in Fiume een rol van betekenis gaan spelen in de fascistische beweging.
Ook D’Annunzio wendde zich deels tot het fascisme, al werd hij nooit politiek actief en was zijn positie nogal ambigu. Met sommige fascistische idealen was hij het eens, andere verwierp hij. Zo stond de dichter achter de corporatistische inrichting van de economie en het fascistische streven naar een nieuwe maatschappij die gebaseerd was op heldendom, actie en nationalisme. Mussolini’s bondgenootschap met de pijlers van het ‘oude’ Italië – monarchie en kerk – kon D’Annunzio’s goedkeuring echter niet wegdragen. Daarom was hij voor Mussolini een waardevol, maar tegelijkertijd gevaarlijk figuur.
Ondanks de overeenkomsten tussen het bewind van D’Annunzio in Fiume en het fascistische regime waren de verschillen talrijker. Fiume was zeker geen aankondiging van wat de Italianen in de ruim twee decennia die volgden te wachten stond. D’Annunzio’s vrijstaat was een liberaal en progressief experiment met veel vormen van directe democratie, terwijl het Italië van Mussolini een totalitaire en conservatieve dictatuur was.
Waar de inwoners van Fiume bijna geen beperkingen kenden in hun hunkering naar individuele vrijheid, daar waren veel Italianen na ruim twintig jaar onderdrukking bijna vergeten wat vrijheid ook alweer was. De idealen van Fiume waren zeker niet de idealen van het fascisme. Integendeel, ze werden bruut vertrapt onder de zwartgelakte laarzen van de zwarthemden.
Iedere poging D’Annunzio’s bewind te kwalificeren als fascistisch of als een rechts of links fenomeen, is gedoemd te mislukken. De grote kracht van de dichter was dat hij de bijna onvoorwaardelijke steun wist te verwerven van een kleurrijk en divers gezelschap dat in staat bleek – al was het van korte duur – om een eigen werkelijkheid te creëren. In Fiume was de verbeelding aan de macht.
GABRIELE D’ANNUNZIO
Gabriele D’Annunzio (1863-1938) was een bekende Italiaanse schrijver, dichter, dandy, politicus en oorlogsheld. Tijdens de laatste twee decennia van de negentiende eeuw groeide hij uit tot dé exponent van het Italiaanse decadentisme. Naast een hele rits romans schreef hij ook veel poëzie, waarvan met name de enorme muzikaliteit beklijft. Hij was een groot aanhanger van Nietzsches gedachte van de Übermensch en in zijn hoedanigheid als dandy leefde hij op grote voet, waardoor hij vanaf 1910 een aantal jaren als balling in Parijs moest verblijven om aan zijn schuldeisers te ontkomen.
Bij terugkeer in Italië was D’Annunzio, samen met Benito Mussolini, een van de belangrijkste pleitbezorgers voor Italiaanse deelname aan de Eerste Wereldoorlog. Hoewel hij de vijftig al gepasseerd was, nam hij actief aan de oorlog deel en daarbij verloor hij zijn rechteroog. Op 9 augustus 1918 vloog hij naar Wenen (het hol van de leeuw voor de Italianen) en lanceerde boven de stad 350.000 propagandapamfletten. Daarmee verkreeg hij de status van nationale oorlogsheld.
Doordat het fascisme D’Annunzio eerde als een van de belangrijkste Italiaanse literatoren, is hij door de linkse intelligentsia lange tijd getypeerd als collaborateur van het regime van Mussolini. Daartoe gaf hij zelf ook aanleiding door de vele onderscheidingen die hij van het fascistische regime ontving gretig te accepteren.
Toch is de beeldvorming rondom D’Annunzio in de laatste twee decennia sterk genuanceerd. D’Annunzio was zeker geen fascist. Zijn relatie met Mussolini was problematisch en op verschillende momenten distantieerde hij zich van het fascisme. Zo was hij tegen de ‘mars op Rome’.
D’Annunzio had een onafhankelijke, onvoorspelbare en ietwat anarchistische persoonlijkheid, en daardoor laat hij zich niet gemakkelijk in een politiek hokje vangen.
MEER INFORMATIE
Audiofragment
Boeken
Het interessantste boek over het fascinerende dagelijks leven dat door D’Annunzio en zijn revolutionaire en kunstzinnige achterban in Fiume tot stand werd gebracht, is van de hand van de Italiaanse cultuurhistorica Claudia Salaris: Alla festa della rivoluzione. Artisti e libertari con D’Annunzio a Fiume (2002). De meest diepgaande studie over het onderwerp is van de Italiaanse historicus Renzo De Felice: D’Annunzio politico 1918-1938 (1978).
Voor wie het Italiaans niet machtig is, is The First Duce. D’Annunzio at Fiume (1977) van de Amerikaanse historicus Michael A. Ledeen een meer dan uitstekend alternatief. Ook de Amerikaanse auteur en journalist William Pfaff besteedt in zijn The Bullet’s Song. Romantic Violence and Utopia (2004) ruim aandacht aan D’Annunzio’s avontuur in Fiume.
Bij de Bezige Bij verscheen onlangs van tekenaar David B. Langs duistere wegen, een historisch stripverhaal dat zich afspeelt tegen de achtergrond van Fiume.
Musea
Ter gelegenheid van de negentigste verjaardag van het bewind van D’Annunzio in Fiume is het vanaf afgelopen voorjaar mogelijk Villa Blasig in Ronchi dei Legionari (voorheen Ronchi di Monfalcone) te bezoeken. Gedurende de Eerste Wereldoorlog was deze villa de thuisbasis van D’Annunzio in zijn hoedanigheid als cavalerieofficier van het Italiaanse leger. De bezetting van Fiume (die voor D’Annunzio en aanhang een bevrijding was) is voor een deel ook in deze villa voorbereid, en vanuit dit punt trok de dichter-soldaat op 12 september 1919 in een lange mars naar Fiume. In de villa zijn veel kleine getuigenissen van D’Annunzio’s verblijf aldaar te bewonderen, van documenten en foto’s tot kledingstukken en andere parafernalia van de dichter. Zie www.tenutadiblasig.it.
Interessanter is evenwel het enorme Vittoriale degli Italiani in Gardone Riviera aan het Gardameer. Dit is de monumentale citadel waar D’Annunzio in 1921, direct na zijn avontuur in Fiume, ging wonen en die hij tot aan zijn dood in 1938 steeds verder uitbreidde. Het is niet alleen een enorm museum, maar een geheel van gebouwen, theaters, tuinen, parken en waterstromen. Bijna alles over D’Annunzio’s leven en literatuur, oorlogshandelingen en avontuur in Fiume is er te vinden. Evenals het officiële ‘Archief van D’Annunzio’s onderneming in Fiume’. Zie www.vittoriale.it</a>; de website heeft ook een Engelse versie.
Internet
Naast de interessante website van het Vittoriale degli Italiani, is die van de Società di Studi Fiumani in Rome ook een bezoekje waard, met name omdat er foto’s te vinden zijn van D’Annunzio’s avontuur in Fiume. Ga daarvoor naar www.fiume-rijeka.it.
Een derde website met veel informatie en tientallen foto’s over het leven van de dichter-soldaat, maar ook over zijn bewind in Fiume, is www.gabrieledannunzio.net . De website www.archiviodannunzio.it heeft een wetenschappelijke invalshoek en is met name bedoeld als een bibliografische database voor academici die onderzoek willen doen naar D’Annunzio. Beide laatste sites zijn ook in het Engels beschikbaar.