Home De Stelling: ‘De publieke omroep heeft geen functie meer’

De Stelling: ‘De publieke omroep heeft geen functie meer’

  • Gepubliceerd op: 31 augustus 2010
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Maurice Blessing
  • 3 minuten leestijd

Anton van Hooff:

‘De publieke omroep is in potentie een groot goed en moet daarom blijven. Ik hecht groot belang aan de historische, essentiële taak van de publieke omroep: educatie en culturele vorming van het publiek door middel van kwalitatief goede programma’s. Het belang van een werkelijk publieke omroep wordt onmiddellijk duidelijk zodra je het eenzijdige aanbod op de commerciële zenders bekijkt.

Voorwaarde is wel dat de publieke omroep weer echt publiek wordt. Nu heb je een vreemde mengvorm met fossielen uit de tijd van de verzuiling en verkapte commerciële zenders. De omroepverenigingen vertegenwoordigen geen enkele maatschappelijke groepering meer en kunnen dus verdwijnen. Bovendien moeten de reclameblokken worden afgeschaft. Zo voorkom je niet alleen dat de kijker geërgerd op een ander net zijn heil gaat zoeken, het leidt ook tot betere programma’s. Programmamakers hoeven dan immers minder rekening te houden met de kijkcijfers – zeker op prime time – zodat de inhoud weer voorop komt te staan.

Het ethos moet in Hilversum terugkeren. Dat bereik je alleen door de omroepen onafhankelijker te maken, zowel van de reclame als van de politiek. Het politieke toezicht moet zich daarom beperken tot financiële zaken; er mag geen toezicht zijn op de programmering. Alleen zo kan de publieke omroep zijn historische taak herwinnen.’

Ruth Oldenziel:

‘Deze stelling reflecteert de algemene gemoedstoestand in ons land, die door de recente verkiezinguitslag wordt bevestigd: de populariteit van het neoliberalisme en de toenemende individualisering. Op de publieke zaak zal daarom steeds meer worden beknibbeld. Maar het einde van de publieke omroep is daarom niet onvermijdelijk. Nederland zal alleen een nieuwe, geheel eigen invulling moeten vinden.

In ieder land heeft de publieke omroep een specifiek karakter, dat de organisatie en geschiedenis van het land in kwestie weerspiegelt. Zo speelt in Duitsland de organisatie in deelstaten een rol en in België de onderverdeling in taalgebieden. In dat laatste land heeft de publieke omroep de culturele verschillen tussen de taalgebieden versterkt. In Nederland waren het in de jaren twintig en dertig de zuilen die werden versterkt door de oprichting van radio-omroepverenigingen. De televisie speelde juist weer een rol in de ontzuiling: op een en hetzelfde net zonden immers verschillende omroepverenigingen uit.

Nu de ontzuiling is voltooid, zie je dat mensen op zoek zijn naar een nieuwe – nationale of regionale – identiteit en naar authenticiteit. Dat verklaart het succes van de regionale omroepen. De publieke omroep kan ook een dergelijke rol gaan spelen. Zo is het NOS-journaal voor veel Nederlanders nog altijd een ankerpunt.’

James Kennedy:

‘Onze publieke-omroepbestel is zeker geen achterhaald fenomeen. In de eerste plaats moet je vaststellen dat de Nederlandse publieke omroep een van de goedkoopste, zo niet dé goedkoopste, van Europa is. Het argument dat ons bestel veel te duur is, is dus een oneigenlijk argument: het is juist bijzonder goedkoop. De gemiddelde Brit of Zwitser draagt drie keer zoveel bij aan een publieke omroep.

Inhoudelijk moet je vaststellen dat sommige omroepverenigingen inderdaad verouderd zijn; in die zin dat ze geen duidelijk profiel meer hebben of niet langer een specifieke groep in de samenleving vertegenwoordigen. Maar daar staat tegenover dat zich nieuwe omroepen aandienen die wel aan dat vereiste voldoen, zoals MAX of WNL. Het zijn dus enkele individuele omroepverenigingen die achterhaald zijn, niet het bestel als zodanig.

Het belang van een publiek-omroepbestel is gelegen in de essentiële behoefte van iedere vrije samenleving aan een veelheid van meningen en inzichten. De nieuwe media bieden die wel, maar slechts gefragmenteerd. Zo lees je op internet allerlei meninkjes van losse individuen. Omroepverenigingen hebben nu juist het geld, de voorzieningen en de expertise om gelijksoortige ideeën te bundelen en in een samenhangende visie te presenteren. Daarin ligt het blijvende belang van ons omroepbestel.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.