Drees draait zich om in zijn graf, nu het nieuwe zorgstelsel wordt ingevoerd.
Anton van Hooff:
‘Ja, Drees zal zich inderdaad in zijn graf omdraaien. Hoogervorst gaat uit van zelfredzaamheid van de burger. Hij breekt met het uitgangspunt dat de overheid binnen het publieke domein regulerend moet optreden en de zwakken moet beschermen. Drees daarentegen ging ervan uit dat de zwakken in de samenleving juist niet zelfredzaam zijn. Dat iedere burger zijn eigen verantwoordelijkheid heeft, is geen “Dreesiaanse” gedachte.
Voor de oorlog was Drees wethouder van Den Haag. Daar leerde hij pragmatisch te zijn. Maar ondanks dat pragmatisme werd zijn optreden ook gekenmerkt door een sterke sociale bewogenheid. In die jaren werd het takenpakket van de gemeenten sterk uitgebreid. De gasfabrieken, de waterleiding en het openbaar vervoer werden gemeentebedrijven. Die collectieve voorzieningen wilde men niet aan de markt overlaten.
Ook achter het oude ziekenfonds zat de socialistische gedachte dat je met z’n allen solidair moet zijn. Met de nieuwe zorgverzekering is het ieder voor zich: je moet zelf uitzoeken wat het best voor je is. Terwijl je dat helemaal niet kunt weten, want straks worden de premies allemaal verhoogd. En dan kun je niet langer zo makkelijk overstappen en zit je aan je verzekeraar vast. Het principe van marktwerking gaat hier dus helemaal niet op.’
James Kennedy:
‘Nee, Drees draait zich niet om in zijn graf, omdat de staat in principe nog altijd garant staat voor een algemene ziektekostenverzekering voor alle Nederlanders. De huidige ontwikkeling zou Drees dan ook niet geschokt hebben. Hij zou die wellicht hebben gezien als een trend in de verkeerde richting, maar niet als een radicale breuk met het verleden. Het Nederlandse ziektekostenstelsel is namelijk altijd een mengvorm geweest van een particulier en een staatsstelsel.
In Nederland is het nooit zover gekomen als bijvoorbeeld in Groot Brittannië. Daar voerde Labour premier Clement Attlee in 1948 de National Health Service in. De ziektekosten van de Engelsen werden daarmee een staatsaangelegenheid, gefinancierd vanuit de belastingopbrengsten. Dat past bij de Engelse politieke cultuur: de meerderheid is daar eerder geneigd zijn politieke opvattingen aan de minderheid op te leggen. Drees paste juist binnen de Nederlandse traditie van compromissen sluiten.
Het is ook veelzeggend dat de Ziekenfondswet niet tot stand is gekomen onder Drees, maar onder het confessioneel liberale kabinet-Marijnen (KVP 1963 ’65). Een regering met dezelfde signatuur als de huidige – al speelden “linkse” KVP’ers er een belangrijke rol in. De Ziekenfondswet was dus niet het product van de socialistische traditie, maar van een typisch Nederlandse ontwikkeling die al voor de Eerste Wereldoorlog had ingezet.’
Ruth Oldenziel:
‘Dat in elk geval. Maar het is niet alleen zo dat Drees zich in zijn graf omdraait; ook ik vind het afgrijselijk dat we deze weg op gaan. Dit lijkt precies op het drama dat zich in de Verenigde Staten heeft afgespeeld. Het Amerikaanse ziektekostenstelsel, dat nog uit de tijd van Roosevelts New Deal stamde, werd onder Reagan ontmanteld. Onder Clinton is er helemaal het mes in gezet, door zorgverzekeringen te koppelen aan werk. Het idee daarbij was dat werk deed emanciperen. Maar werklozen en gepensioneerden werden het kind van de rekening. Er ontstond een tweedeling tussen een hightech, peperdure zorg voor wie zich die kan permitteren en een derdewereldsituatie voor de armen. De bodem viel uit het stelsel.
Drees was een man van het Plan van de Arbeid, uit de jaren dertig. Daarin werd een grote rol aan de staat toebedeeld. Hij nam het in zijn geschriften op voor werklozen en gepensioneerden. Als je nu het nieuwe boek van Wouter Bos leest, Dit land kan zoveel beter, dan zie je dat Bos deze ideeën geheel heeft opgegeven. Het nieuwe zorgstelsel wil hij niet terugdraaien, louter uit angst voor schadeclaims van de zorgverzekeraars. Vanwege dit boek zou Drees zich waarschijnlijk nog het hardst omdraaien.’
Dit artikel is exclusief voor abonnees