Home ‘De Nederlanders waren verbijsterend vergevingsgezind’

‘De Nederlanders waren verbijsterend vergevingsgezind’

  • Gepubliceerd op: 29 mei 2018
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Bas Kromhout
‘De Nederlanders waren verbijsterend vergevingsgezind’

De Slag om Arnhem is het zesde boek van Antony Beevor dat gaat over een grote veldslag tijdens de Tweede Wereldoorlog. Na Kreta, Stalingrad, Berlijn, Normandië en de Ardennen richt hij zijn aandacht nu op het strijdtoneel in Nederland. Van 17 tot 25 september 1944 probeerden de geallieerden met een gecombineerde grond- en luchtlandingsoperatie (‘Market Garden’) via Eindhoven, Nijmegen en Arnhem de grote rivieren over te steken. Maar de aanval mislukte, volgens Beevor omdat het een slecht plan was.

Wat is de historische betekenis van de Slag om Arnhem in vergelijking met die andere veldslagen?
‘Niet de schaal of het aantal slachtoffers is uitzonderlijk. De betekenis van deze slag zit ‘m in het mislukken van de geallieerde operatie en de desastreuze gevolgen voor de burgerbevolking: de Duitse represailles, de gedwongen evacuatie van de stad en de Hongerwinter. Britse historici vóór mij hebben aan deze gevolgen weinig aandacht besteed. Dat irriteerde me. Een militair historicus zou niet alleen moeten schrijven over de soldaten, maar ook over de burgers. Of het nu gaat om Russen die ingeklemd zaten tussen de linies in Stalingrad, Duitse vrouwen die enorm leden in Berlijn, of Fransen in Normandië wier dorpen en steden werden gebombardeerd.’
 
In hoeverre deden de geallieerden hun best om burgers te ontzien?
‘Ze waren beter dan de Duitsers, want die hielden niet echt rekening met burgers – zelfs niet met Duitse. Zowel de Duitsers als de Russen gaven weinig om slachtoffers aan eigen kant.  Maar paradoxaal genoeg hadden juist de legers van democratische landen zoals Groot-Brittannië en Amerika een voorkeur voor massale bombardementen en artilleriebeschietingen. Daarmee beperkten ze hun eigen verliezen, maar doodden ze veel burgers. Ik kan daarom begrijpen waarom de Normandiërs nogal onwillig waren om de geallieerden te verwelkomen.
Na de koele ontvangst in Frankrijk werden de Britse en Amerikaanse militairen overweldigd door het enthousiaste onthaal in Brussel en vooral in Nederland. Je moet bedenken dat Nijmegen nog in februari 1944 per ongeluk was gebombardeerd door de Amerikaanse luchtmacht. Maar de Nederlanders waren verbijsterend vergevingsgezind. Pas toen de bevrijders begonnen te plunderen, raakten sommigen een beetje verbitterd – wat niet zo vreemd is.’
 
Zouden mensen in onze tijd nog zo vergevingsgezind zijn, of hebben wij het vermogen om te lijden voor een goede zaak verloren?
‘Ik denk dat dit waar is. De afgelopen twintig of dertig jaar hebben we een slachtoffermentaliteit ontwikkeld. Dit hangt samen met de steeds sterkere wordende nadruk op het individu in plaats van het collectief. Daarom is de vergevingsgezindheid die de Nederlanders hebben getoond tegenover de geallieerden wat mij betreft een van de meest ontroerende nalatenschappen van de Tweede Wereldoorlog. Nog altijd worden geallieerde veteranen in Nederland met open armen verwelkomd. Op andere plekken zoals Normandië en de Ardennen worden zij ook met respect bejegend, maar daar ervaren de veteranen niet zo’n emotionele band als in Arnhem of Groesbeek.’
 

‘Montgomery had mogelijk zware Asperger’

Operatie Market Garden was een slecht plan, schrijft u. Hoe kon de Britse veldmaarschalk Bernard Montgomery zoiets bedenken?
‘Er zat een element van ijdelheid bij. In mijn boek over het Ardennenoffensief heb ik de mogelijkheid geopperd dat Montgomery zware Asperger had. Hij bekeek alles vanuit zijn eigen standpunt en kon niet luisteren naar kritiek. Hij was ervan overtuigd dat Eisenhower een slechte opperbevelhebber was en dat de Amerikanen niet wisten hoe de oorlog moest worden gevoerd. Hij wilde eerder de Rijn oversteken dan de Amerikaanse generaal Patton, die met zijn troepen Lotharingen had bereikt, en zo de regie pakken over de geallieerde strategie. Dit was pure fantasie, want op dat moment was de Britse invloed tanende. Om zijn droom te verwezenlijken koos Montgomery de moeilijkste route die er bestond: door het Nederlandse rivierengebied. De traditionele toegangspoort tot Duitsland lag zuidelijker, waar Patton zich bevond. Het probleem van Market Garden was dat het plan alleen zou werken als elk onderdeel slaagde. Montgomery had moeten leren van de oude militaire wijsheid dat geen plan overleeft wanneer er eenmaal contact is gemaakt met de vijand.’
 
Had Eisenhower niet Montgomery’s plan moeten afblazen?
‘Dat was niet zoals de Amerikanen te werk gingen. Zij gaven de verschillende bevelhebbers de vrijheid om naar eigen inzicht de gestelde doelen te halen. Bij de Britten ging alles veel hiërarchischer. Montgomery zelf bemoeide zich de godganse tijd met hoe zijn ondercommandanten hun troepen aanstuurden. Tegelijkertijd maakte hij misbruik van de grote vrijheid die Eisenhower hem bood. Daarbij werd de opperbevelhebber afgeleid door problemen met zijn knie.

Hij gaf toestemming om het Eerste Geallieerde Luchtlandingsleger in te zetten, ik denk om Montgomery tevreden te stellen, zonder dat hij alle details van Market Garden kende. Toch deed de Britse plaatsvervangend commandant van het Luchtlandingsleger, Frederick Browning, tegenover zijn Amerikaanse collega’s alsof Eisenhower zijn goedkeuring had gegeven. Toen zij vervolgens wezen op de grote problemen en risico’s, had Browning terug moeten gaan naar Montgomery om te zeggen dat hij het plan moest heroverwegen. Dat Browning dit niet heeft gedaan, is hem moeilijk te vergeven.

Hier speelde zijn eigen ijdelheid een rol. Hij wilde dat het Luchtlandingsleger zou worden ingezet voordat de oorlog voorbij was. Ook in Washington zag men dit legeronderdeel graag in actie komen. Er was enorm veel in geïnvesteerd en luchtlandingsoperaties heetten toen nog de toekomst te zijn. Men droomde van een VN-vredesmacht die overal ter wereld kon worden gedropt. Over de technische haalbaarheid werd te weinig nagedacht. Men dacht niet meer helder na, deels vanwege de roes van de overwinning.’
 

‘Bernhard had gelijk dat Nederland zich niet nog zo’n “overwinning” kon veroorloven’

U schrijft dat Prins Bernhard terecht twijfels had over het aanvalsplan. Het was voor het eerst in lange tijd dat ik iets positiefs over hem las. In Nederland zijn we Bernhard gaan beschouwen als een oplichter.
‘Dat was hij waarschijnlijk ook. Bernhard functioneerde als uithangbord zonder invloed. Maar als zodanig heeft hij het redelijk gedaan. De Nederlandse bevolking verwelkomde hem als een held. En hij had gelijk toen hij aan Montgomery, die achteraf Market Garden een overwinning noemde, antwoordde dat Nederland zich niet de luxe van nog zo’n “overwinning” kon veroorloven.’
 
Hecht u enig geloof aan de theorie dat Market Garden is verraden door de dubbelspion Christiaan Lindemans in Bernhards hoofdkwartier?
‘Nee. Lindemans, oftewel King Kong, probeerde waarschijnlijk wel de Duitsers in te lichten, maar hij wist alleen maar dat er een luchtlandingsaanval bij Eindhoven ophanden was. Van de operaties bij Nijmegen en Arnhem had hij geen enkele kennis. De Duitse veldmaarschalk Walter Model, die zijn hoofdkwartier in Oosterbeek had, was dan ook totaal verrast door de geallieerde droppings op 17 september. Hij dacht eerst dat de geallieerden hem persoonlijk wilden vangen. Een grootschalige aanval op de Rijnbrug bij Arnhem hield Model niet voor mogelijk. De Duitsers hadden nooit gedacht dat Montgomery, de meest voorzichtige Britse generaal, zo’n enorme gok zou durven nemen.’
 
Hoe presteerden de Duitsers in de slag om Arnhem?
‘Model maakte een ongelooflijke fout: hij weigerde de Waalbrug bij Nijmegen op te blazen. De geallieerde plannenmakers waren er ook vanuit gegaan dat de brug intact bleef, maar dat was eigenlijk buitengewoon onwaarschijnlijk. De Duitsers móesten de brug wel opblazen. Dat ze dat niet deden, is verbazingwekkend. Toch was de Duitse reactie op de aanval indrukwekkend. Vlak over de grens, bij Kleef, trommelden de ondercommandanten verlofgangers op, die ze bewapenden en met vrachtwagens naar het front reden. En ze slaagden er al op de avond van de eerste operatiedag in om tanks uit Duitsland aan te voeren per spoor. Dat hadden de Britten nooit verwacht.’
 
Wat was de rol van het Nederlandse verzet?
‘De geallieerden waren erg terughoudend met het inzetten van lokale verzetsmensen. Hun ervaringen op dit vlak in Italië en Frankrijk waren niet positief. Toen Patton door journalisten werd gevraagd naar zijn mening over het Franse verzet, antwoordde hij: “Beter dan verwacht, maar niet zo goed als in de advertentie”. De arrogantie van de professionele militair speelde ook mee. Ik denk dat het erg jammer was dat de Britten niet beter hebben geluisterd naar het Nederlandse verzet. Dat hebben ze later ook toegegeven.

Een Arnhemse verzetsgroep had de locatie van Models hoofdkwartier in Oosterbeek doorgegeven aan de Britten, maar de informatie bereikte nooit de staf van Montgomery. Het feit dat de Duitse veldmaarschalk zelf daar was, vlakbij Arnhem, had alarmbellen moeten doen rinkelen. Ook hadden de Britse luchtlandingstroepen, die kampten met communicatieproblemen vanwege te zwakke zenders, gebruik moeten maken van de telefoonlijnen van de energiemaatschappij PGEM, die in handen van het verzet waren.

De Amerikanen benutten de diensten van gewapende verzetsstrijders, bijvoorbeeld om Duitse krijgsgevangenen te bewaken. Maar daarmee werden die verzetsstrijders wel erg kwetsbaar voor represailles, mocht de strijd worden verloren. De Britten waren daarom voorzichtiger. Bij Arnhem stuurden ze een groep jonge Nederlanders die wilden meevechten naar huis, toen ze doorkregen dat de operatie mislukt was. Want als de Duitsers hen te pakken kregen, zouden ze worden geëxecuteerd.’
 

‘Ik heb meer oorlogsfilms bekritiseerd dan ik kan opnoemen’

En wat was de bijdrage van Nederlandse militairen?
‘Er waren enkele Nederlanders toegevoegd aan speciale eenheden, de zogenaamde Jedburgh-teams, omdat zij de taal en de omgeving kenden. En dan had je de Prinses Irene-brigade, maar die werd vooral op een symbolische manier ingezet. De aanwezigheid van de brigade was goed voor het moraal van de Nederlandse burgers, maar ze kregen niet de kans om een echte bijdrage aan de gevechten te leveren. Tenslotte hebben ook Nederlandse SS’ers aan de Slag om Arnhem deelgenomen. ’
 
Hoe herinneren de Britten zich de Slag om Arnhem?
‘Als een mislukking, maar eentje die de gok waard was. Churchill sprak achteraf van een “afgetekende overwinning” voor de geallieerden en zei blij te zijn dat zijn commandanten het lef hadden om risico’s te nemen. Natuurlijk wilde hij het moreel niet ondermijnen en dacht hij terecht aan de degenen die echtgenoten, vaders en broers hadden verloren. Het land moest immers doorvechten. En toen de oorlog eenmaal voorbij was, had niemand zin om toe te geven dat het een leugen was. Zo worden mythen in stand gehouden. Het duurt lang voordat mythen worden bevraagd; meestal moet er eerst een wisseling van generaties plaatsvinden. Britse universiteiten beleefden in de jaren zeventig en tachtig bovendien een grote instroom van jonge Duitse historici. Daardoor kwamen er andere perspectieven op de Tweede Wereldoorlog. De oorlogsgeschiedschrijving is sindsdien geïnternationaliseerd en minder patriottistisch geworden.’
 
Geldt dit ook voor de niet-professionele geschiedschrijving?
‘Dat is helaas een ander verhaal. De entertainmentindustrie verdraait de geschiedenis en herhaalt grotendeels nog steeds de oude nationale mythen. De meeste historische films zijn compleet gefictionaliseerd, maar worden aan het publiek verkocht als “gebaseerd op een waargebeurd verhaal”. Dat glibberige zinnetje, dat je volgens mij tot de jaren negentig nooit zag. Ik spreek mij in het openbaar hiertegen uit met een bijna vervelende regelmaat. Ik heb meer oorlogsfilms bekritiseerd dan ik kan opnoemen. Recentelijk nog heb ik zware kritiek geuit op Dunkirk en Darkest Hour vanwege de vaak ontstellende historische fouten. Ik weet dat het niets uitmaakt.’
 
Hoe betrouwbaar is A Bridge Too Far?
‘Niet zo slecht als sommige andere films, laat ik het zo zeggen. Maar er zitten nog steeds een paar flinke missers in.’
 
Sir Antony Beevor (1946) is een van de meest populaire en productieve militaire historici in Groot-Brittannië. Veel van zijn boeken zijn in het Nederlands vertaald. Zijn boek Stalingrad (1998) is verboden in Oekraïne en delen van Rusland.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.