Eeuwenlang kenden de Verenigde Staten al lynchpartijen. Maar pas toen in mei 1916 de gruwelijke moord op de zwarte Jesse Washington tot in de details werd vastgelegd, gingen de ogen open.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Sommige historische gebeurtenissen zijn bijna te gruwelijk om over te lezen of om te beschrijven. Dat geldt ook voor de lynching van Jesse Washington, op mei 1916 in de Texaanse stad Waco. Die was zo barbaars dat je nauwelijks kunt geloven dat het werkelijk is gebeurd in het Amerika van de twintigste eeuw.
Een menigte van zeker 10.000 mensen keek belangstellend toe hoe een zojuist ter dood veroordeelde zwarte 17-jarige boerenknecht werd verminkt en levend verbrand. Omdat het gebeurde tijdens de schoolpauzes tussen de middag, klommen kinderen in lantaarnpalen en bomen om een beter zicht te hebben. Inwoners van de stad gebruikten die nieuwe uitvinding, de telefoon, om andere toeschouwers op te roepen. Na afloop werden Washingtons tanden verkocht als souvenirs, voor 5 dollar per stuk.
De burgemeester en de sheriff van Waco stonden erbij en deden niets. Ook naderhand werd geen van de beulen van Jesse Washington gearresteerd of in staat van beschuldiging gesteld. Op foto’s poseren jongens en mannen met een triomfantelijke blik naast het verkoolde lijk. Overduidelijk is dat iedere aanwezige wist dat hij van de autoriteiten niets te vrezen had. Dat was elf jaar eerder al gebleken, toen een andere zwarte man door boze burgers was opgehangen aan de stalen brug over de Brazos-rivier. Dat had geen enkel gevolg gehad.
Maar juist omdat de details van de dood van Jesse Washington zo schokkend zijn, was dit een moordpartij die de publieke opinie ruim een eeuw geleden tot in het buitenland in beweging bracht. En die de net opgerichte burgerrechtenorganisatie NAACP (National Association for the Advancement of Colored People) op de kaart zette. Daarbij speelde een doorslaggevende rol dat voor het eerst een lokale fotograaf het complete drama vastlegde. Er waren meer vreselijke lynchpartijen geweest, maar niet één die zo nadrukkelijk in beeld was gebracht.
Ingeslagen schedel
Lynching werd vooral door deze Waco horror hét symbool van rassenongelijkheid in de VS. Niet voor niets gebruikte de Texaanse ex-gouverneur Rick Perry juist deze gebeurtenis toen hij in een toespraak als Republikeins presidentskandidaat in 2015 een brug naar de zwarte gemeenschap probeerde te slaan.
Het verhaal begon op 8 mei 1916, toen de 53-jarige Lucy Fryer op haar boerderij met een ingeslagen schedel werd gevonden door haar dochter. Drie uur later arresteerde de politie Lucy’s knecht Jesse Washington thuis in het nabijgelegen Robinson, een plaatsje ten zuiden van Waco. Volgens een politieman werd hij aangetroffen met bloed op zijn overall.
Omdat zich in Waco onmiddellijk een woedende menigte vormde die het politiebureau wilde bestormen, werd Jesse naar een gevangenis in Dallas gebracht, 160 kilometer noordelijker. Daar ondertekende hij een geschreven bekentenis met een ‘X’. Of hij de reikwijdte van zijn verklaring overzag en hoeveel druk er op hem is uitgeoefend om die verklaring af te leggen, zal waarschijnlijk nooit duidelijk worden. Jesse was analfabeet en had vermoedelijk een verstandelijke beperking, rapporteerde de NCAAP-onderzoekster later.
Souvenirs: Na afloop werden Washintons tanden verkocht voor 5 dollar per stuk
De aanleiding voor de moord zou een ruzie over Jesses behandeling van de muilezels zijn geweest. Hij was daarbij zo boos geworden dat hij Lucy Fryer met een smidshamer op het hoofd had geslagen. Daarna zou hij haar hebben verkracht en nog twee keer hard hebben geslagen.
De datum van het proces werd vastgesteld op maandag 15 mei, in Waco. Uit de wijde omgeving kwamen belangstellenden op de zaak af. Toen de rechter de zitting om tien uur ’s morgens opende, stond niet alleen de rechtszaal vol met mensen, maar ook de marmeren trappen naar het neoclassistische gerechtsgebouw waren volledig bezet. De sfeer was onder meer zo geladen omdat een krant beeldend had beschreven hoe wanhopig Lucy Fryer had geworsteld met haar belager in de laatste momenten voor haar dood. Een verhaal dat overigens niet strookte met de bevindingen van de lijkschouwer, die geen sporen van een worsteling had geconstateerd. Fryer was onmiddellijk na de eerste klap op haar hoofd overleden.
‘Kreten van verrukking’
De behandeling van de zaak duurde niet meer dan een uur in totaal. Jesse had onervaren advocaten aangewezen gekregen, die niet of nauwelijks hun best deden hun cliënt te verdedigen. Behalve de bekentenis van Jesse was er ook een getuige die verklaarde dat Jesse het bebloede moordwapen had helpen vinden. De verkrachting kwam tijdens het proces opvallend genoeg niet meer ter sprake.
De jury had aan het slot maar vier minuten nodig om haar unanieme oordeel te vellen: schuldig.
Het daaropvolgende doodvonnis was nog nauwelijks uitgesproken toen Jesse door aanwezigen werd vastgepakt en via de achterdeur door de verzamelde menigte naar het plein voor het gemeentehuis werd gesleept. Onderweg werd hij geslagen met knuppels, bakstenen en scheppen. ‘Vingers, oren, kledingstukken, tenen en andere delen van het lichaam van de neger werden afgesneden,’ rapporteerde een verslaggever van de lokale krant Waco Times-Herald.
Al tijdens het proces hadden andere inwoners van de stad vuur gemaakt onder een boom op het plein voor het gemeentehuis. Daar werden onder meer houten groentekratten in gegooid. Jesse Washington werd met olie overgoten en met een ketting in en uit het vuur gehesen. Volgens ooggetuigen deed hij nog pogingen om langs de ketting omhoog te klimmen om aan de vlammen te ontkomen. Maar dat lukte niet omdat hij geen vingers meer had. ‘Kreten van verrukking klonken uit duizenden kelen,’ rapporteerde de krant, al waren er ook toeschouwers die hun afkeuring kenbaar maakten.
Anoniem graf
Bijna twee oneindige uren duurde Jesse Washingtons martelgang. Daarna sleepte een man te paard zijn lijk door de straten van Waco, net zo lang tot het hoofd gescheiden raakte van het lichaam. Wat er daarna nog over was, werd achter een auto naar Robinson gesleept en in een zak tentoongesteld voor de ingang van een smidse. Tot een politieman de resten meenam en begroef in een anoniem graf.
De foto’s van het drama werden in de dagen erna in de straten van Waco verkocht als ansichtkaart. Tenminste één is er bewaard gebleven, waarop een aanwezige enthousiast vertelt over de ‘barbecue’ die hij in zijn stad had meegemaakt. Maar al snel werd de verkoop gestaakt, nadat vooraanstaande inwoners hadden geconstateerd dat de foto’s de goede naam van Waco behoorlijk aantastten.
Buiten Texas was op z’n zachtst gezegd minder positief gereageerd op de lynchpartij. Tot in Londen verschenen er berichten over. De New York Times plaatste een woedend commentaar: ‘In geen enkel land met ook maar enige pretentie van beschaving kan een mens levend worden verbrand in de straten van een behoorlijk grote stad terwijl zijn inwoners in woeste vervoering zijn.’ Maar ook sommige kranten in het zuiden van de VS gaven uiting aan hun walging. ‘Geen enkele wilde was ooit wreder dan de mannen die deelnamen aan dit verschrikkelijke, bijna ongelooflijke voorval,’ schreef de Montgomery Advertiser uit Alabama.
Begin van de strijd
Burgerrechtenorganisatie NCAAP stuurde Elisabeth Freeman naar Waco om onderzoek te doen. Zij had naam gemaakt als voorvechtster van het vrouwenkiesrecht. De blanke Freeman deed zich voor als journalist, ontmoette veel wantrouwen en zwijgzaamheid in de stad en voelde zich bij vlagen ronduit onveilig. Maar ze slaagde er toch in een stevig rapport af te leveren, waarin ze een metselaar, een bareigenaar en verschillende werknemers van een ijsfabriek aanwees als aanvoerders van de lynchende menigte. Zonder overigens hun namen te noemen. Freeman stelde verder vast dat de meeste blanke burgers in Waco achter de lynching van Jesse Washington stonden, al waren er velen die de verminkingen te ver vonden gaan.
Het rapport zou de basis vormen voor een acht pagina’s tellend artikel in het julinummer van Crisis, het blad van de NCAAP, onder de kop ‘The Waco Horror’. Op het omslag stond een foto van Washingtons lichaam. Het was het startpunt van een campagne van de organisatie tegen lynching. De NCAAP stuurde exemplaren van het rapport naar honderden journalisten en politici. Elisabeth Freeman hield overal in het land lezingen over haar bevindingen in Waco. ‘Het was het bescheiden begin van een strijd die nog vele jaren zou duren,’ schreef Patricia Bernstein er later over in haar boek over de dood van Jesse Washington.
Enthousiaste toeschouwers: ‘Kreten van verrukking klonken uit duizenden kelen’
Waco besloot dit dieptepunt in zijn geschiedenis zo veel mogelijk dood te zwijgen. Net zoals de bestorming door de politie in 1993 van de nabijgelegen ranch van sekteleider David Koresh geen favoriet gespreksonderwerp is. Daarbij vielen 76 doden.
Op de plaatselijke scholen was er lang geen enkele aandacht voor Jesse Washington. Veel meer indruk op de blanke inwoners maakte de wervelstorm van 1953, die 114 mensen de dood in joeg en geen enkel onderscheid maakte tussen de verschillende rassen in de stad. Er zijn in Waco gedenktekens voor deze slachtoffers, en ook voor omgekomen politieagenten, voor Vietnam-veteranen en voor de slachtoffers van een duel uit 1897.
Geen herdenking
Maar er wordt nergens stilgestaan bij de lynching van Jesse Washington. Het plein voor het gemeentehuis waar hij de dood vond, is nu een anonieme parkeerplaats.
De lokale politiek worstelt met het feit dat de nabestaanden van de vermoorde Lucy Fryer bezwaar maken tegen een vorm van herdenking waarbij Jesse Washington te zeer als slachtoffer wordt neergezet. Elf jaar geleden kwam de gemeenteraad wel met een verklaring waarin lynchpartijen werden veroordeeld, maar ook daar werd de naam Washington niet in genoemd. Pas later sprak burgemeester Malcolm Duncan specifiek over de ‘gruwelijke lynching van Jesse Washington’.
Bas de Vries is historicus en journalist.
Door Bob Dylan en Billie Holiday
Protestsongs over lynchings
De afschuw van lynchings heeft in de loop van de twintigste eeuw sterke protestsongs opgeleverd. ‘They’re selling postcards of the hanging,’ luidt de eerste regel van ‘Desolation Row’ van Bob Dylan uit 1965. Dat deel van de tekst gaat overigens niet over de lynching van Jesse Washington, maar over een incident in Duluth, in de noordelijke staat Minnesota.
Zo mogelijk nog bekender is ‘Strange Fruit’, met name in de versie van Billie Holiday uit 1939. Deze aanklacht was geschreven door de New Yorker Abel Meeropol. Billie Holiday bood de opname eerst aan bij haar eigen platenmaatschappij Columbia, maar die weigerde het nummer uit te brengen uit angst voor de reactie van winkeliers in de zuidelijke staten. Daarom bracht ze het onder bij een andere maatschappij. Het werd een grote hit: ze verkocht een miljoen exemplaren.
Pas na jaren dertig minder eigenrichting
Ook blanke slachtoffers
Lynchpartijen kwamen in de VS al eeuwen voor, maar namen in aantal toe na de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865) en de afschaffing van de slavernij. Voor sommige zuiderlingen, gefrustreerd over de afloop van de oorlog, was het een manier om de blanke superioriteit te benadrukken. Maar niet alleen zwarte Amerikanen waren het slachtoffer, en lynchings kwamen ook niet alleen in de zuidelijke staten voor. Tussen 1882 en 1968 werden er bijna 3500 zwarten en 1300 blanken gelyncht, de meesten in de periode tot 1920.
In 1922 nam het Huis van Afgevaardigden een wet aan waarin lynching strafbaar werd gesteld. Maar zuidelijke Democraten blokkeerden de wet in de Senaat. Vanaf de jaren dertig nam deze vorm van eigenrichting steeds meer af.
Meer Weten
The First Waco Horror (2006) van Patricia Bernstein, hét boek over de lynching van Jesse Washington.
Strange Fruit: The Biography of A Song (2001) door David Margolick, waarin dit lied over lynchings wordt beschreven als het echte begin van de Amerikaanse burgerrechtenbeweging.
The Waco Horror (2016) van Jesse Washington, artikel geschreven door een naamgenoot van het slachtoffer, op TheUndefeaed.com.