In de negentiende eeuw ontdekten de Verenigde Staten hun heilige plicht, hun Manifest Destiny. Ze wilden vrijheid en democratie verspreiden in de Nieuwe Wereld, desnoods met geweld. In 1846 motiveerden ze zo een oorlog met Mexico, die tot een aanzienlijke vergroting van het Amerikaanse grondgebied leidde.
In 1836 verklaarden Amerikaanse kolonisten in de noordoostelijke provincie van Mexico zich onafhankelijk. De Mexicaanse regering had deze landverhuizers – de ‘Texonians’ – aanvankelijk verwelkomd, omdat zij een buffer vormden tegen de invallen van de Apaches en Commanches vanuit het noorden. Maar de spanningen groeiden toen de kolonisten de oorspronkelijke Tejano’s numeriek begonnen te overtreffen en zij zich meer en meer als een autonoom gewest gedroegen, dat geen verantwoording verschuldigd was aan de regering in Mexico City. Zo lieten de kolonisten zich weinig gelegen liggen aan de plicht het katholieke geloof aan te nemen en Spaans te leren. Ook namen ze slaven mee, terwijl Mexico de slavernij officieel had afgeschaft bij de onafhankelijkheid in 1821.
In oktober 1835 was de bom gebarsten. De Mexicaanse opperbevelhebber Antonio López de Santa Anna was met een expeditieleger van 6000 man naar de opstandige provincie getrokken. Hij beschouwde de rebellen als ‘piraten’, die op weinig clementie hoefden te rekenen. De weinige overlevenden van de bestorming van fort Alamo werden standrechtelijk geëxecuteerd.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
De Amerikaanse regering-Jackson hield zich officieel afzijdig, maar veel Amerikaanse vrijwilligers trokken naar Texas om hun landgenoten bij te staan. Tijdens de beslissende Slag bij San Jacinto op 21 april 1836 versloegen ze het leger van Santa Anna verpletterend. Santa Anna kwam in krijgsgevangenschap terecht, maar mocht in ruil voor zijn erkenning van de Texaanse onafhankelijkheid terugkeren naar Mexico City. Daar achtte de zittende regering zijn toezeggingen van nul en generlei waarde.
De Verenigde Staten, die in 1837 de Republiek Texas officieel erkenden, werden voortaan als een vijandige buur beschouwd. De Mexicanen hadden alle reden de Amerikanen te vrezen. De Texonians wilden zich maar al te graag aansluiten bij het voormalige moederland. En in de Verenigde Staten ontstond een beweging die het hele continent wilde annexeren.
Meesterzet
‘De hoogste graad van beschaving, die democratie is, werd in dit land voor het eerst verwerkelijkt,’ schreef journalist John O’Sullivan in 1845 in maandblad Democratic Review. Hij beschouwde het als een ‘evidente lotsbestemming’ – Manifest Destiny – van de Verenigde Staten om een beschavingsoffensief in te zetten dat heel Amerika zou bestrijken. Daarmee wilde hij de Texonians een hart onder de riem steken. Hun verlangen zich aan te sluiten bij de Verenigde Staten was gerechtvaardigd, al zou die aansluiting wellicht op een oorlog met Mexico uitdraaien.
O’Sullivan verwoordde een sentiment dat vooral onder de Democraten sterk leefde. De Verenigde Staten hadden na hun onafhankelijkheid de heilige plicht, opgelegd door de Voorzienigheid, vrijheid en democratie in de hele Nieuwe Wereld te verspreiden, desnoods met geweld. Dat rechtvaardigde dat een natie, die zich vijftig jaar eerder had bevrijd van de Britse kolonisator, nu zelf haar expansionistische vleugels uitsloeg.
Tijdens de presidentsverkiezingen van 1844 maakte James Knox Polk de idealen van Manifest Destiny tot inzet. Hij wilde Texas koste wat het kost annexeren en voegde na zijn inauguratie als elfde president van de Verenigde Staten de daad bij het woord. Op 29 december 1845 werd Texas deel van de Unie, al wist Polk dat de Mexicanen dit niet zouden accepteren.
Voor het eerst manifesteerden de Verenigde Staten zich als agressor
De Mexicaans-Amerikaanse Oorlog brak uiteindelijk uit vanwege een grensconflict. De officieuze grens van Texas was de Nueces River, maar Polk verlegde die naar de Rio Grande, zo’n 150 kilometer zuidelijker. Toen opperbevelhebber Zachary Taylor het bevel kreeg met zijn expeditieleger op te trekken in het niemandsland tussen de Nueces en de Rio Grande en er slag geleverd werd bij Matamoros, beweerde Polk dat er Amerikaans bloed op Amerikaanse bodem was gevloeid. Een cynische meesterzet. De Mexicanen werden als de agressor aangemerkt, waartegen de Unie zich verdedigen moest. Die voorstelling van zaken ontsloeg Polk ook van de verantwoordelijkheid een tweederde meerderheid in het Congres te verwerven, die nodig was voor een oorlogsverklaring van de Verenigde Staten aan een ander land. Een 37-jarig lid uit Illinois in het Huis van Afgevaardigden, Abraham Lincoln, vroeg zich publiekelijk af wáár precies Amerikaans bloed op Amerikaanse bodem gevloeid was, maar hij kon op weinig sympathie rekenen voor zijn kritische houding. In tijden van oorlog moesten de patriottische gelederen gesloten worden.
Diepe verdeeldheid
Toch was Lincoln niet de enige die zich tegen de oorlog verzette. Texas was door de kolonisten onmiskenbaar tot een slavenstaat getransformeerd. De annexatie bracht de precaire balans binnen de Unie tussen de vrije staten in het noorden en de slavenhoudende staten in het zuiden in gevaar. De vraag was hoe de Verenigde Staten bij een eventuele gebiedsuitbreiding moesten omgaan met de slavenkwestie.
Ongehoorzaamheid
In 1849 lichtte Henry David Thoreau zijn weigering om nog langer belasting te betalen toe in een essay, On Civil Disobedience. Thoreau meende dat een burger het recht had zijn individuele geweten te laten prevaleren boven de wet als die wet indruiste tegen de menselijkheid. Die situatie deed zich voor tijdens de Mexicaans-Amerikaanse Oorlog. Thoreau wil zijn regering niet langer in staat stellen ‘geweld te plegen en onschuldig bloed te vergieten’ met zijn geld. Zijn oproep tot burgerlijke ongehoorzaamheid was universeel. ‘Ik vind dat we in de eerste plaats mensen moeten zijn, en dan pas onderdanen.’
En die vraag was urgenter dan ooit. Want Polk hoopte met de oorlog niet alleen de annexatie van Texas veilig te stellen, maar ambieerde ook de andere noordelijke territoria van het Mexicaanse grondgebied, Californië en New Mexico, aan de Verenigde Staten toe te voegen. David Wilmot, een latere grondlegger van de Republikeinse Partij, diende in het Huis van Afgevaardigden een motie in die uitbreiding van het aantal slavenstaten met het Mexicaanse grondgebied uitdrukkelijk verbood. Maar deze ‘Wilmot Proviso’ stuitte op hevig verzet van de zuidelijke afgevaardigden, die hem arrogantie verweten en minachting voor de cultuur van het Zuiden.
Uiteindelijk werd het ‘Missouri Compromise’ van stal gehaald om de kwestie te schikken. Toen Missouri in 1820 toetrad tot de Unie, werd de staat erkend als een slavenstaat, terwijl Maine op hetzelfde moment als een vrije staat verwelkomd werd. Deze balance of power zou ook gelden voor de nieuwe staten die op Mexico veroverd werden. Californië – waar een kleine groep kolonisten, in navolging van Texas, al in 1846 de onafhankelijke Bear Flag Republic had uitgeroepen – trad uiteindelijk als een vrije staat tot de Unie toe, terwijl New Mexico als een slavenstaat werd erkend.
De Mexicanen werden gezien als inferieur, lui, corrupt en lafhartig
De oorlog, waarin de Verenigde Staten zich voor het eerst als agressor manifesteerden, leidde tot diepe verdeeldheid in de Amerikaanse samenleving. Intellectuelen als Ralph Waldo Emerson en Henry David Thoreau (zie kader onderaan de pagina) waren mordicus tegen het agressieve buitenlandbeleid van Polk, terwijl dichter Walt Whitman juist vóór was. Hij zag er een bevestiging in van de masculiene superioriteit van de Amerikanen.
Hoogmoed en minachting
Na de officiële oorlogsverklaring van het Amerikaanse Congres aan de Mexicaanse regering op 13 mei 1846 werd er een vrijwilligersleger van ruim 50.000 manschappen uit de grond gestampt. Het moest het beroepsleger ondersteunen in de strijd tegen de troepen van Santa Anna. Polk verwachtte Mexico snel op de knieën te krijgen, maar dat viel vies tegen. Ondanks klinkende overwinningen van opperbevelhebber Taylor bij Palo Alto, Resaca de Palma en Monterrey, weigerde Mexico zich over te geven. Polk besloot de prille republiek in het hart te treffen: op 9 maart 1847 landde Winfield Scott met een invasiemacht van 12.000 manschappen op de kust van Vera Cruz, vanwaar de mars op Mexico City werd ingezet. Scott schrok er niet voor terug de havenplaats te bombarderen, al had dat veel burgerdoden tot gevolg. Hij vreesde de gele koorts, die bij oponthoud in het kustgebied genadeloos zou toeslaan onder zijn manschappen. Daarom offerde hij onbewogen de levens van onschuldige Mexicaanse vrouwen en kinderen op.
Vooral de vrijwilligers – veelal jonge, vrijgezelle mannen die in de Mexicaanse campagne het avontuur zochten – waren gevoelig voor de raciale ondertoon waarmee de idealen van Manifest Destiny verkondigd werden. De Mexicanen waren een inferieur ras, lui, onwetend, corrupt en lafhartig. Bovendien waren ze katholiek, waardoor ze niet ontvankelijk waren voor de democratische heilsboodschap van hun ‘bevrijders’. Hun toewijding aan de paus van Rome stond haaks op de grootse Amerikaanse droom van zelfbestuur en zelfbeschikking. Dat anti-paapse vuur werd nog eens aangewakkerd door de intense evangelisatie die tijdens de zogeheten Second Great Awakening in de Verenigde Staten had plaatsgevonden.
Bovendien bewezen de schrale opbrengsten van hun landbouw dat het rentmeesterschap van Gods schepping niet aan de Mexicanen besteed was. De Amerikanen hadden alle recht het grondgebied te veroveren, want zij hadden met hun kolonisaties wel bewezen voor economische voorspoed te zorgen. Die dodelijke cocktail van raciale hoogmoed en minachting verklaart wellicht het excessieve geweld waarmee de manschappen van Scott in Mexico huishielden. Er vonden massaverkrachtingen en lynchpartijen plaats.
Snelle vrede
Toen Scotts troepen op 14 september 1847 Mexico City binnentrokken, werden ze door de inwoners van de stad met een stenenregen begroet. Er ontstond een omvangrijke guerrillabeweging, die menig Amerikaan nog het leven zou kosten. Een commentator van La Época Periódico Oficial vatte de gemoederen van het Mexicaanse volk krachtig samen: ‘De Amerikanen tonen hun wapens en beledigen ons met hun wereldse muziek; zij komen naar onze centrale pleinen om te drillen, alsof zij tegen onze vrouwen willen zeggen: we hebben van jullie weduwen en wezen gemaakt – welnu, we leren nog steeds om onze wapens te gebruiken, om jullie steden met rouw te vullen als jullie onze ideeën niet accepteren.’
Arme overlopers
Tijdens de Mexicaans-Amerikaanse Oorlog deserteerden veel soldaten uit het Amerikaanse beroepsleger. Ook liepen velen van hen naar de Mexicanen over. Die werden in de zogeheten Saint Patrick Brigade verenigd. Met name Ierse en Duitse immigranten, die kortgeleden in de Verenigde Staten gearriveerd waren en uit pure armoede in dienst waren gegaan, sloten zich erbij aan. In hoeverre zij door idealistische motieven gedreven werden, is de vraag. Velen waren katholiek en voelden zich wellicht solidair met hun Mexicaanse geloofsgenoten. Anderen verklaarden onomwonden dat ze hun diensten aan de hoogste bieder hadden aangeboden.
Ook in het Amerikaanse Congres kwam de rechtvaardiging van de oorlog ter discussie te staan. Senator Thomas Corwin van Ohio stelde onomwonden vast dat Polk het Congres belazerd had. De rekening zou aanzienlijk zijn. ‘Elk hoofdstuk dat met Mexicaans bloed geschreven wordt, zal een deel van onze geschiedenis als een vrij en onafhankelijk volk sluiten,’ sprak Corwin het Congres toe.
De anti-oorlogsstemming in het land was niet de enige reden dat Polk op een snelle vrede met de Mexicanen aanstuurde. Vooral onder Democratische zuiderlingen – in de regel slavenhouders – gingen stemmen op om heel Mexico te annexeren. Polk vreesde dat deze All Mexican Movement de Verenigde Staten in een burgeroorlog zou storten. Hij moest ook de noorderlingen, die helemaal geen annexaties hadden gewild, binnen de Unie houden.
Op 2 februari 1848 kwamen Mexicaanse en Amerikaanse onderhandelaars een vredesakkoord overeen in Guadalupe Hidalgo. Daarin werd de Rio Grande als de officiële staatsgrens erkend en werden Californië en New-Mexico aan de Verenigde Staten toegevoegd. Mexico had een derde deel van zijn territorium verloren. En de Verenigde Staten kregen er, behalve een grondgebied van 520.000 vierkante mijlen, ook 115.000 nieuwe staatsburgers van Mexicaanse origine bij. De latino was geboren.
Meer weten:
- The Dead March (2017) door Peter Guardino beschrijft de Mexicaans-Amerikaanse Oorlog.
- A Country of Vast Designs (2009) door Robert W. Merry is een biografie van James K. Polk.
- Race and Manifest Destiny (2006) door Reginald Horsman bevat een analyse van de Manifest Destiny-ideologie.