De Europese integratie begon met de internationale samenwerking na de val van Napoleon. Dat concludeert hoogleraar Geschiedenis van de Internationale Betrekkingen Beatrice de Graaf in haar nieuwe boek, Tegen de terreur. Hierin beschrijft ze hoe tussen 1815 en 1818 de Europese grootmachten voor het eerst intensief samenwerkten om de vrede op het continent te waarborgen. Op het Geschiedenis Festival, op 6 oktober in Haarlem, geeft De Graaf hierover een lezing.
Uw nieuwe boek gaat over de Geallieerde Raad, die in 1815 in het leven werd geroepen. Wat was dit voor gezelschap?
‘De Geallieerde Raad was een vergadering, bestaande uit ministers uit Groot-Brittannië, Rusland, Oostenrijk en Pruisen, die samenkwam op de Britse ambassade in Parijs. Deze diplomaten bestuurden Frankrijk na de verbanning van Napoleon en streefden naar Europese veiligheid. Concreet voerde de Raad bijvoorbeeld paspoorten en Europese bevelschriften in en tuigde hij een Europese inlichtingendienst op.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Je kunt de Geallieerde Raad zien als het eerste Europese experiment tot verregaande samenwerking. Lang voordat economische belangen Europese samenwerking aandreven, was de gemeenschappelijke strijd tegen terreur dus een grote eenheidsmaker.’
Welke terreur bedoelt u hiermee precies?
‘Enerzijds de Terreur van de Franse Revolutie en de opstand tegen het heersende gezag, anderzijds de terreur van Napoleon Bonaparte. Na afloop van de napoleontische oorlogen waren de mogendheden als de dood dat een nieuwe despoot zou opstaan en andere Europese landen zou onderwerpen. Ze waren het unaniem eens: alleen door samen te werken konden ze terreur voorkomen.’
We kennen allemaal het Congres van Wenen, maar de Geallieerde Raad is totaal in de vergetelheid geraakt. Hoe kan dit?
‘Toen de geschiedschrijving zich in de negentiende eeuw professionaliseerde, stonden historici vooral in dienst van hun nationale verhaal. Hierdoor haalde iets als internationale samenwerking de boeken niet. Daarnaast is de negentiende eeuw binnen de geschiedschrijving van de internationale betrekkingen in de laatste decennia naar de achtergrond verdwenen, omdat de aandacht vooral uitging naar belangrijke gebeurtenissen in de twintigste eeuw.
Maar om te begrijpen wat er nu gebeurt – denk aan de wederopstanding van “sterke leiders” als Poetin en Erdogan of de ondermijning van de NAVO – en in wat voor systeem we leven, moeten we verder terugkijken dan de twintigste eeuw. De karresporen van onze geschiedenis die nu bloot komen te liggen zijn niet getrokken in de jaren 40, maar in de jaren na 1815.’
Beatrice de Graaf geeft een lezing over Tegen de terreur op het Geschiedenis Festival, dat plaatsvindt op 6 oktober 2018. Meer info en tickets.
Afbeelding: Parijs in 1830, getekend tussen 1875-1882.