Home De Grote Museumtest

De Grote Museumtest

  • Gepubliceerd op: 27 juni 2003
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Bas Kromhout
De Grote Museumtest

Een paar vakantiedagen over? U wilt naar een historisch museum? We zetten op een rij waar u naartoe móét en waar u beter weg kunt blijven. 

U heeft zin in een historisch verantwoord uitje. Dus besluit u met uw partner en kinderen het Fries Museum in Leeuwarden te bezoeken. 'Jongens, wie moet er nog plassen?', roept u bij aankomst. Iedereen natuurlijk. De toiletten zien er chique uit met hun zwartmarmeren vloer en glazen wanden, maar ze ruiken niet fris.

Dan moet u kiezen: welke van de maar liefst veertien losse tentoonstellingen willen we zien? Gelukkig heeft u geen rolstoelers in het gezin, want die hadden niet verder gekund dan de trap. Zelf bent u het meest geïnteresseerd in de twintigse-eeuwse geschiedenis. Maar hoe komt u daar? Ha, daar is de negentiende eeuw, dan zal de twintigste niet ver zijn. Mis: na de negentiende eeuw komt de achttiende en vervolgens de prehistorie. Pas daarna volgt de twintigste eeuw. Na al dat dwalen heeft u stevige trek gekregen, dus gaat u op zoek naar het restaurant. Dat blijkt op slot, want alleen in het weekeinde geopend. Dan maar een kopje koffie uit de automaat, voor 80 cent per bekertje. 'U valt van de ene verbazing in de andere', juicht de museumfolder. Nou, inderdaad. 

Voor het derde jaar op rij doet Historisch Nieuwsblad de Grote Museum Test. Tien historische musea in Nederland hebben we voor u bezocht, getest en vergeleken (zie kader). Er zitten bekende publiekstrekkers tussen als het Spoorwegmuseum in Utrecht en het Tropenmuseum in Amsterdam (beide goed voor rond de 140.000 bezoekers per jaar), en kleinere stadsmusea zoals het Historisch Museum Arnhem en het Haags Historisch Museum (respectievelijk acht- en dertigduizend bezoekers). Maar hoe groot of klein een museum ook is, de bezoeker mag kwaliteit verwachten. Wordt u vriendelijk ontvangen? Is de presentatie verzorgd? Worden er mooie verhalen verteld? Steekt u er iets van op? En: wordt u er vermaakt? 

Zaal zeven

We kijken eerst naar klantvriendelijkheid. Die meten we af aan negen criteria: wachttijd bij de kassa; aanwezigheid van voldoende informatiemateriaal, voorzieningen als wc, garderobe en toegankelijkheid voor rolstoelers; bewegwijzering; vriendelijkheid en deskundigheid van het personeel; kwaliteit van het restaurant; de museumwinkel; het niveau van de tijdelijke tentoonstellingen; en tot slot de (brand)veiligheid. Tot onze verbazing scoort maar liefst de helft van de musea onvoldoende op dit onderdeel. De boosdoeners zijn: museum het Valkhof, het Tropenmuseum, het Fries Museum, het Haags Historisch Museum en het Historisch Museum Arnhem. De rest is voldoende, maar het houdt niet over.

Met de wachttijden voor de kassa's zit het wel goed, want een aantal musea maken een uitgestorven indruk. In het Haags Historisch Museum komen we op zaterdagmiddag slechts twee medebezoekers tegen. Maar het informatiemateriaal is over het algemeen onder de maat. Vaak zijn er geen of niet voldoende folders in vreemde talen. In het Fries Museum verbaast het ons dat er geen informatie in het Fries voorhanden is.


De toiletten zijn over het algemeen schoon. De wc's in het Spoorwegmuseum zijn wel wat ouderwets en ademen een echte stationssfeer. Het slechtst zijn de sanitaire voorzieningen in het Historisch Museum Arnhem, waar heren en dames van hetzelfde toilet gebruik moeten maken. Rolstoelers hebben het luxe in moderne museumgebouwen als die van het Maritiem Museum in Rotterdam en Museum Het Valkhof. In oude gebouwen zijn soms goede aanpassingen gedaan, bijvoorbeeld in het Drents Museum en Museum Bronbeek. Dat laatste is niet helemaal verwonderlijk, aangezien het Museum is ondergebracht in een verzorgingstehuis voor oud-militairen.

Goede wegwijzers aanbrengen is blijkbaar wel weer heel ingewikkeld. In het Maritiem Museum wordt je op een verdieping gedropt en moet je het verder zelf maar uitzoeken. In het Haags Historisch Museum spreken we, op zoek naar zaal zeven, een suppoost aan. De jongen gaat ijverig op zoektocht door het hele gebouw, maar wij vinden zaal zeven eerder dan hij. Gelukkig geeft het Limburgs Museum in Venlo het goede voorbeeld: aan het eind van iedere gang staan richtingaanwijzers in het Nederlands en Duits. Symbooltjes geven aan of we rechtdoor moeten lopen, of een trap naar boven of beneden moeten nemen. Simpel maar effectief. 

Hallo broekemans

Het personeel van de meeste musea is vriendelijk, maar lang niet altijd deskundig. In het Fries Museum zijn we getuige een lesje vaderlandse geschiedenis aan de suppoost. De arme jongen bekent dat hij er weinig van afweet: – Ik heb maar drie jaar geschiedenis gehad op school.- De medewerkers in het Tropenmuseum zijn in stijl gekleed, in kekke gele bloesjes of stropdassen, met een Afrikaans printje. Ook zijn ze behoorlijk geïnformeerd. Op onze vraag waar de sabel van Van Heutz is gebleven hebben ze niet direct een antwoord, maar ze wijzen met Indische naam en toenaam alle zwaarden aan die het zeker níet zijn.

Suppoosten van het Spoorwegmuseum tonen zich zeer behulpzaam wanneer onze reisgenoot wordt geveld door spit. Ze nemen hem onmiddellijk rugtas en kinderen uit handen, en lenen hem een twee-euro-munt voor een kluisje. Chapeau! In Bronbeek heb je meer aan de oude bewoners dan aan het museumpersoneel. Ze zijn niet alleen gezellig  -Hallo broekemans!-, zegt een man met wandelstok goedmoedig tegen het tweejarige kind dat we bij ons hebben – maar ook deskundig. Een deel van de Nederlandse koloniale geschiedenis hebben ze zelf als militairen ervaren. Ze vertellen er graag over.

Goede restaurants zijn schaars in Museumland. In de historische musea van Arnhem en Den Haag zoeken we zelfs tevergeefs naar een mogelijkheid om iets te eten of drinken. De cafetaria van het Maritiem Museum is deze zomer wegens verbouwing gesloten en het restaurant in het Fries Museum is doordeweeks altijd dicht. In het Spoorwegmuseum eet je echt stationsvoedsel: patat uit kartonnen bakjes. En in het Tropenmuseum krijgen we vieze koffie uit de automaat. Niet eens met Max Havelaar-keurmerk! Maar het Drents Museum in Assen serveert uitstekende koffie mét krakeling in klassieke kopjes. Bovendien kunnen we er voor slechts één euro zeventig de huisgemaakte korenwijn of citroenbrandewijn proberen. Ook het Limburgs Museum heeft met warme gerechten, Limburgse wijnen en verschillende bieren en vlaaien werk gemaakt van de catering.

De museumwinkels zijn in de meeste musea oké. De winkel van het Spoorwegmuseum is een paradijs voor treinenminnende vaders en kinderen. In het Limburgs museum kun je echte fossielen en Maas-stenen kopen, vanaf één euro vijftig per stuk. In het Valkhof echter is van alles te koop – zelf laptoptassen – maar overzichtswerken over Romeinse geschiedenis zijn moeilijk te vinden. Ook hebben de meeste musea naast de vaste collectie heel behoorlijke tijdelijke tentoonstellingen. In het Haags Historisch Museum is dit zelfs het enige onderdeel dat deugt. De zomerexpositie gaat hier over tennis. Monitors, stukken nagemaakte grasmat en het geluid van een bal die heen en weer wordt geslagen geven dit verder zo saaie museum zowaar enige levendigheid.


De brandveiligheid ten slotte is in de meeste musea in orde; er zijn voldoende brandblussers en nooduitgangen. De brandblussers in het museum Het Valkhof vallen niet erg op: ze zijn weggewerkt in kasten, die alleen met kleine groene stickers zijn gemerkt. In het Tropenmuseum echter is wel sprake van een riskante situatie. In het midden van het gebouw is een lichthal, omgeven door balustraden. Die zijn slechts een meter hoog, en daarmee een gemakkelijk te nemen hindernis voor avontuurlijk aangelegde kleuters. Eén ogenblik van ouderlijke onoplettendheid en uw kind stort van tien meter hoogte in de tijdelijke tentoonstelling! 

Mata Hari

Een goed museum is een mooi museum. Daarom heeft ons testteam gelet op presentatie. Hoe is de vormgeving en aankleding van de ruimtes? Worden de objecten mooi belicht? Is er een logische route door het museum? Zijn de stukken goed onderhouden, en is de informatie op bordjes en panelen helder en afdoende? De onderzochte musea scoren op dit onderdeel zeer verschillend.

In het Limburgs Museum bestaat de vormgeving uit een mix van klassieke vitrines en moderne decorstukken en reconstructies: zuilen, huisjes, kantelen. Een dikke voldoende. Het Drents museum krijgt zelfs een acht, omdat het op een bijzondere manier gebruik maakt van licht en kleur. Zo wordt het zilverwerk er tentoongesteld in een zaal met een metaalkleurige aluminium vloer en lichtblauw geschilderde muren. We kijken onze ogen uit. De bordjes geven er bovendien perfect afgepaste en begrijpelijke informatie. In Museum Valkhof daarentegen roept sommige 'uitleg' alleen maar nieuwe vragen op. Zo staat bij een scherf in een vitrine te lezen: 'Deel van een kruik met de tekst: Sallios van de afdeling ruiters van Caius heeft met reden zijn gelofte ingelost.' We snappen er niets van. Ook sommige teksten in het Fries Museum zijn raadselachtig: 'Een hakkebord en hekbord is de versiering van hektjalk'.

Dit laatste museum krijgt van ons voor presentatie een onvoldoende; vanwege de slechte informatie en omdat er geen logische route door de tentoonstelling is. Er is geen chronologie of verhaallijn die zich al lopende en kijkende ontvouwt. Wel zijn we zeer te spreken over de Mata Hari-expositie: met bijpassende muziek en zwoele kleuren bijna net zo verleidelijk als de legendarische danseres zelf. Een onvoldoende delen we ook uit aan het Spoorwegmuseum. De opstelling is er oud en rommelig. Alle objecten staan door elkaar. Er lijkt wel een chronologische lijn in te zitten B van trekschuit naar moderne trein B maar soms stuiten we op merkwaardige anachronismen, zoals een pop in negentiende-eeuws kostuum die staat te bellen in een cel uit de vijftiger jaren van de twintigste eeuw.

Een echte uitbrander verdient het Haags Historisch Museum. Het museum toont vooral zeventiende en achttiende-eeuwse stadsgezichten. De informatie die wordt gegeven is summier, en onbegrijpelijk voor wie de vaderlandse geschiedenis en Den Haag niet op hun duimpje kennen. Nieuwe presentatietechnieken worden in de vaste expositie nauwelijks gebruikt. Op geen enkele wijze wordt duidelijk gemaakt hoe Den Haag in de loop der tijden is gegroeid en veranderd. Van dit museum wordt een Hagenees niet trots, laat staan dat het anderen overtuigt van de charme van de residentie. 

Trofeeën

Een museum moet een verhaal vertellen. Een verhaal dat klopt en dat leerzaam, vermakelijk, esthetisch en toegankelijk is B ook voor kinderen, allochtonen en toeristen. Het derde en belangrijkste onderdeel van onze test gaat over het verhaal van de musea. Vier komen er als onvoldoende uit de bus, drie krijgen een voldoende, en de overige drie scoren goed tot zeer goed.


Om met een onvoldoende te beginnen: het verhaal van Museum Bronbeek is ronduit dubieus. Het is duidelijk dat dit museum de koloniale geschiedenis van slechts één zijde belicht: de Nederlandse. De inheemse culturen komen slechts aan bod in de vorm van 'trofeeën': kralen, beeldjes, muziekinstrumenten en zelfs schedels. Van kritische kanttekeningen bij kolonialisme en oorlog ontbreekt ieder spoor. In het Tropenmuseum zou je een tegengestelde, maar wellicht even ongenuanceerde visie verwachten. Dat blijkt mee te vallen. In de nieuwe opstelling over Nederlands-Indië gaat er niet om kolonialisme zonder meer te veroordelen, maar om 'de vele tegenstrijdigheden in de koloniale samenleving' duidelijk te maken

Het Maritiem Museum is amper nog een historisch museum te noemen. De vele computers en andere interactieve technieken hebben de oude objecten grotendeels naar de opslagkelder verdreven. Het verleden is hier verstopt. Als historisch goedmakertje kunnen we in de haven die hoort bij het museum het honderd jaar oude logementschip De Buffel bezoeken. Vreemd genoeg besteedt het museum geen aandacht aan migratie, waarin de haven van Rotterdam toch ook een groot aandeel in heeft. Het Limburgs Museum heeft wel plek ingeruimd voor de komst van gastarbeiders naar de provincie in het verre en recente verleden.

Het Spoorwegmuseum is van oudsher populair bij de jeugd B wie is er als kind niet geweest? Helaas is het verhaal dat dit museum wil uitdragen B de trein als jongensdroom B tegenwoordig niet meer erg geloofwaardig. In het Limburgs museum daarentegen is het verhaal dik in orde. Op simpele chronologische wijze wordt de geschiedenis van de provincie uit de doeken gedaan, met grote nadruk op 'de gewone man'. Het verhaal van het Fries Museum is de grootsheid en diversiteit van de Friese cultuur. Die blijkt niet alleen te bestaan uit schaatsen en koeien, maar tevens Mata Hari en moderne kunst te omvatten. Maar omdat de samenhang binnen de collectie ver te zoeken is, scoort het uiteindelijk niet goed op dit onderdeel. Wel komt de jongere bezoeker in dit museum aan zijn trekken. De kinderen die we er tegenkomen zijn razend enthousiast over de puzzeltocht: 'Kijk, het zwaard van Grutte Pier!'

Want ook kinderen moeten het verhaal van een museum kunnen snappen, en een aantal musea heeft daar wel werk van gemaakt. Museum Het Valkhof heeft een 'juniorlab', waar kinderen tussen zeven en twaalf jaar opgegraven botten en munten kunnen onderzoeken en schilderijen mogen doorstralen met UV-licht. Helaas is de opkomst er niet groot en zit de begeleidster er wat verveeld en ongelukkig bij. In het Drents Museum kunnen kinderen zich heerlijk uitleven met vuurtje stoken, zich verkleden, en boogschieten. Het Tropenmuseum heeft zelfs een apart kindermuseum met een anderhalf uur durend kinderprogramma onder professionele begeleiding. Vanaf september wordt daar een oud Iraans sprookje verteld, dat de kinderen daarna creatief gaan verwerken met kalligrafie, boekdrukken, verven en weven. Als de papa's en mama's terugkomen, staat er Iraanse thee en lekkers voor hen klaar.

Conclusie

Na drie museumtesten weten we hoe ongastvrij en onaantrekkelijk Nederlandse musea kunnen zijn. Gelukkig zijn er uitzonderingen. Het Drents Museum komt dit jaar als beste uit de bus. Dat heeft het vooral te danken aan zijn hoge aaibaarheidsfactor. Het gebouw, een samentrekking van een oude abdijkerk en het voormalige provinciehuis in Assen, is van binnen en buiten prachtig om te zien. De presentatie is esthetisch zeer verantwoord, evenwichtig en nergens overdadig. De geboden informatie is terzake en voor iedereen te begrijpen. Dit is een ontspannen museum om rustig doorheen te slenteren en in een art deco- entourage een likeurtje van het huis te drinken, terwijl de kinderen riddertje spelen. 

Het testteam bestond uit: Geertje Dekkers, Sanne Fase, Loesanne Hakkens, Caroline Hanken, Marchien den Hertog, Ingmar Kooman, Bas Kromhout, Marieke Prins, Fleuriëtte van der Velde 
 

1. Drents Museum Assen: 8

Bezoekers in 2002: 54.051. Prijs volwassene: 5,00 euro .

De trotse winnaar. Eigenlijk is alles goed aan dit museum. De locatie (een oude abdijkerk) is erg mooi, en het wisselende kleurgebruik in de zalen een lust voor het oog. Drieduizend virtuele, met een muisklik op te roepen opa=s vertellen over het oude Drenthe. Voor de kinderen zijn er computers, maar ze kunnen ook vuurtje stoken, zich verkleden en boogschieten. Een mooi en onspannen museum. 

Pas op: er is geen informatie voor anderstaligen.  

2. Limburgs Museum Venlo: 8- 
Bezoekers in 2002: 73.989. Prijs volwassene: 5,00 euro .

Een goede tweede in de Museumtest. Het museum vertelt op simpele maar effectieve manier de geschiedenis van Limburg. De mix van reconstructies, decors en vitrines is prima in balans. Complimenten ook voor het lichtgebruik, waardoor het lijkt alsof de Maas-stenen echt onder water liggen. Het restaurant is een parel van Limburgse gastronomie. Kinderen hebben reuze lol met het zoeken naar het nest van Pieke de Museumvogel. Ook leuk: vrijdag na 16 uur betaalt u slechts de helft. 

Pas op: neem een woordenboek mee, voor begrippen als 'torsiekracht' en 'bevestigde steden'. 

3. Tropenmuseum Amsterdam: 6,5 
Bezoekers in 2002: 137.362. Prijs volwassene: 6,80 euro.

De oude multiculti-tentoonstelling in Novib-stijl krijgt momenteel een historische dimensie. Dat betekent onder andere: meer aandacht voor de geschiedenis van het museum, ontstaan in de koloniale tijd. Het verhaal is super genuanceerd, zonder politieke (in)correctheid. Verder veel reconstructies van Afrikaanse hutten en islamitische soeks. Voor kinderen is er een anderhalf uur durend programma, zodat de ouders ongestoord het museum kunnen bekijken. 

Pas op: klimgrage kleuters zouden zomaar over de lage balustrade van de binnenomgang ettelijke meters omlaag kunnen duikelen.  

4. Maritiem Museum Rotterdam: 6,5 
Bezoekers in 2002: 130.638. Prijs volwassene: 3,50 euro.


Gaat helemaal over de Rotterdamse haven en scheepvaart. Het is eigenlijk geen historisch museum, want de opstelling richt zich met name op het heden. Oude stukken hebben plaatsgemaakt voor computers en monitoren. Daardoor is het wel levendig en zeer overzichtelijk; leuk voor jong én oud. Als extraatje ligt in de haven voor de deur het honderd jaar oude marineschip De Buffel. 

Pas op: het damestoilet is niet altijd even fris. 

  
5. Spoorwegmuseum Utrecht: 6 
Bezoekers in 2002: 150.884. Prijs volwassene: 8,00 euro

Dit klassieke museum in het oude Maliebaanstation vertelt het verhaal van de trein als jongensdroom. Alleen daarom al is het verouderd. De opstelling is rommelig, en wat doet die negentiende-eeuwse dame in een telefooncel uit de jaren vijftig? Wel zeer behulpzame suppoosten. Hit voor kinderen: het automatische koeiengeloei uit de veewagens. De toiletten en het restaurant zijn van stationskwaliteit. 

Pas op: de entreeprijs is hoger dan bovenmodaal. Typisch NS. 

6. Museum Het Valkhof Nijmegen: 6-
Bezoekers in 2002: 76.400. Prijs volwassene: 4,50 euro

Eigenlijk zijn dit drie musea in één: er zijn afdelingen voor de Romeinse Tijd, Nijmegen in de Middeleeuwen, en moderne kunst. Historische samenhang ontbreekt, want de conservators willen 'inspelen op het zapgedrag van de moderne bezoeker'. Gebouw en opstelling zijn modern, bijna minimalistisch vormgegeven. Kinderen kunnen botten en potscherven onderzoeken in het juniorlab. 

Pas op: de treden van de centrale trap hebben een onmogelijke breedte.

7. Fries Museum Leeuwarden: 5,5 
Bezoekers in 2002: 61.543 Prijs volwassene: 5,00 euro.

Toont de hoogtepunten van de Friese geschiedenis en cultuur, zonder nationalistische bijklank. 'U valt van de ene verbazing in de andere', vermeldt de folder trots. En dat klopt, want tussen de veertien vaste en tijdelijke exposities ontbreekt ieder logisch verband; van de negentiende eeuw naar de prehistorie en weer terug naar de twintigste eeuw. Ook vreemd: er wordt geen informatie in het Fries gegeven.


Pas op: voor ruziemakende Oostenrijkers, want door de galmende akoustiek kan iedereen meegenieten.  

8. Museum Bronbeek Arnhem: 5,5 
Bezoekers in 2002: 16.500. Prijs volwassene: 2,30 euro.

Dit museum, gevestigd in het Koninklijk Militair Invalidenhuis uit 1863, gaat over de koloniale geschiedenis, bezien vanuit strikt Nederlands oogpunt. Voor oral history uit de eerste hand hoeft u maar de verzorgafdeling op te lopen en een van de mannen met rollator aan te schieten. Als ze u niet vóór zijn, tenminste. De collectie bestaat uit uniformen, insignia en portretten; nogal statisch dus. Kinderen hebben hier niets te zoeken. 

Pas op: de restaurantdame heeft een mooie sarong, maar rekent veel te veel voor een kop koffie. 

9. Historisch Museum Arnhem: 5- 
Bezoekers in 2002: 8.000. Prijs volwassene: 3,50 euro

Vertelt de geschiedenis van Arnhem en de Veluwe. De vormgeving is ouderwets en fantasieloos. Er zijn geen interactieve toepassingen zoals computers en drukknopjes. Pluspunt: de oude patriciërswoning waarin het museum is gevestigd is onlangs prachtig gerestaureerd. 

Pas op: dames kunnen beter voor het bezoek een plas doen, want er is geen apart vrouwentoilet.  

10. Haags Historisch Museum Den Haag: 2,5 
Bezoekers in 2002: 29.250. Prijs volwassene: 3,60 euro 

We zeggen het maar ronduit: dit museum is lelijk en saai. Een paar schilderijen met stadsgezichten van Den Haag en een rommelzolder met poppenhuizen is alles wat er te zien valt. Als dit het beste is wat de regeringsstad te bieden heeft, dan is het droevig met haar gesteld. Enige hoop: de tijdelijke tennis-tentoonstelling is al een stuk beter. Ze kunnen het dus wel. 

Pas op: vraag niet aan de suppoost waar de volgende zaal is, want die weet het ook niet.

Resultaten museumtest                    
                         
1. Drents Museum                    
2. Limburgs Museum                    
3. Tropenmuseum                      
4. Maritiem Museum                    
5. Spoorwegmuseum                    
6. Museum Het Valkhof                    
7. Fries Museum                      
8. Museum Bronbeek                    
9. Historisch Museum Arnhem                  
10. Haags Historisch Museum                  
                         
                         
X = slecht                      
* = redelijk                      
+ = goed                        
                         
KLANTVRIENDELIJKHEID                  
                         
      1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Wachttijd     + + + + + + + + + +
Folders/info   * * * + + + + * X X
Rolst/wc/Gard   + * + * * + X + X *
Bewegwijzering   * + X X * X * X * X
Personeel     + * + + + * X + * X
Restaurant   + + X * X * X X X X
Museumwinkel   * * + + + X + + X +
Tijdelijke tent.   * + + + X + + + * +
(Brand)veiligheid   + + X + + * * + + +
Cijfer     7 7 5 7 6 5 4 7 3 4
                         
                         
PRESENTATIE                      
      1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Vormgeving   + + + + X + + * X X
Belichting     + + + + + + + * + X
Route     * + X * + * X * + X
Onderhoud   + X + + * + + + + *
Informatie   + + * + + X X * * X
Cijfer     8 7 6 8 6 6 5 5 6 2
                         
                         
VERHAAL                      
      1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Historisch verhaal   + + * X + X + X + X
Kennisoverdracht   + + + + + + + * + X
Vermaak     + + + + * * * X X X
Esthetiek     + + + X * + + * * *
Toegankelijkheid   + + + + * + * * X X
Cijfer     9 9 8 5 6 6 7 4 5 2


Totaalklassement Museumtests 2001, 2002, 2003 

1. Verzetsmuseum Amsterdam (2002)                                    9

2. Amsterdams Historisch Museum (2001)                             9-

3. Rijksmuseum van Oudheden Leiden (2001)                        8+

4. Joods Historisch Museum Amsterdam (2001)                     8+

5. Drents Museum Assen (2003)                                            8

6. Limburgs Museum Venlo (2003)                                        8-

7. Zuiderzeemuseum Enkhuizen (2001)                                   7,5

8. Nederlands Scheepvaartmuseum Amsterdam (2002)          7,5

9. Museum Boerhave Leiden (2002)                                      7,5

10. Industrion Kerkrade (2002)                                             7+</


Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.