Home De fik erin

De fik erin

  • Gepubliceerd op: 18 juni 2009
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Nelleke Noordervliet

De troebelen in de Parijse voorsteden vormen mooi historisch vergelijkingsmateriaal. Dat is het fijne van geschiedenis: ze herhaalt zich, maar nooit helemaal precies hetzelfde. De les die eruit getrokken kan worden is derhalve niet dwingend, hij kan in de wind worden geslagen.

Hoe verschillend de opstanden in de revolutionaire ijkjaren 1789, 1848, 1968 en 2005 ook zijn, één element blijft gelijk: datgene waartegen de opstand zich richt. Hoe vaag en algemeen ook, het is altijd het establishment. De gevestigde macht. De boven ons gestelden. Vreemd eigenlijk dat opstand zich nooit naar beneden of tegen gelijken richt. Ik kan mij een opstand voorstellen van de smaakelite tegen de consumenten van lelijke massagoederen. Of een opstand van de ordinaire chic tegen de geitenwollen sokken. Of een opstand van intellectuelen tegen domheid. Die laatste moet – zeker gezien de verpletterende alomtegenwoordige macht van de domheid – als interessante mogelijkheid worden overwogen.

‘Onder het plaveisel ligt het strand’ was een van de meer verbeeldingskrachtige kreten van de 68’ers. Het enthousiasme was dermate groot dat de studenten wel tien barricades van straatstenen achter elkaar opwierpen. Autootje erop. Fik erin. Volkomen nutteloos, maar het was zo leuk om te doen.

Het ludieke en speelse, gesymboliseerd in de onvergetelijke foto van een brutaal lachende Daniel Cohn-Bendit die een politieagent uitdaagt, is ver te zoeken in de moderne Franse voorsteden. Er worden geen stenen uit de straat gewrikt. De banlieues zijn geasfalteerd. Nu worden uitsluitend auto’s en bussen in brand gestoken en gehandicapten gemolesteerd. Want dat is zo leuk om te doen. Waarom worden auto’s gekozen? Is het een opstand tegen de consumentenmaatschappij? Voor het milieu? En wat voor auto’s steken ze eigenlijk in brand? De oude barrels van hun vaders waarmee ze ’s zomers naar Algerije en Marokko afzakken? Nee toch? Dit auto-da-fé vereist weinig lichamelijke inspanning en trekt de aandacht.

De arrogantie van de Franse macht, destijds vertegenwoordigd door Pompidou en De Gaulle, wordt nu gepersonifieerd in Sarkozy en De Villepin. Chirac lijkt in dit geheel totaal niet mee te doen – een half hersendode naar woorden zoekende bejaarde. De twee ministers, beiden ijdeltuiten eerste klas, wedijveren in machtsvertoon, dat voornamelijk uit harde woorden bestaat. Het ‘tuig’ moet mores worden geleerd. En ook al mag dat misschien zo zijn, het woord ‘tuig’ is bepaald verkeerd gekozen, want het ‘tuig’ eist ‘respect’.

En dat ‘tuig’ heeft niet het gevoel voor humor dat de studenten hadden. Stel dat Sarkozy had gezegd dat ‘de jongens en meisjes van Noord-Afrikaanse afkomst zich wat fatsoenlijker moeten gedragen’, dan hadden ze waarschijnlijk net zo heftig ‘respect’ geëist. De aanleiding voor een conflict is volkomen willekeurig, de oorzaak smeult veel langer en is ook veel langer evident. De Parijse banlieues zijn al decennia troosteloze hangplekken voor ongewenste jongeren. Dat het nog zo lang heeft geduurd voor die in opstand kwamen is verbazingwekkend.

Twee elementen starten meestal een revolutionaire motor: armoede/achterstelling en medezeggenschap/zelfbestemming. In 1968 ging het uitsluitend om het tweede. Een opstand van intellectuelen dus. De andere revoluties hadden meer de kenmerken van het hongerige proletariaat dat desnoods met geweld zijn brood en zijn recht komt halen. Een goedgemutste vorst – neem Philippe d’Orleans in 1789 – kon aan die wensen tegemoetkomen door af en toe wat goudstukken te strooien. Marie Antoinette schijnt overigens níét gezegd te hebben dat het volk maar cake moest eten als het geen brood had.

De boodschap van alle revoluties is dat arrogantie en ijdelheid genadeloos worden afgestraft. Tijdens de opstand in de banlieues draaiden beide motoren, de achterstelling en de wens tot zelfbestemming, op volle toeren. Af en toe zijn de helden vermoeid en nemen de jongens pauze. Maar het gevaar loert altijd. Of ze gelijk hebben of niet is geen punt meer. Ze komen het halen. Is het niet vandaag, dan is het morgen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.