Home ‘De angst wordt ons aangepraat’

‘De angst wordt ons aangepraat’

  • Gepubliceerd op: 23 juni 2009
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Bas Kromhout

‘Polderterrorisme’, zo noemt H. Holwerda de Molukse gijzelingsacties in de jaren zeventig. Kruimelwerk in vergelijking met waar Al-Qaida toe in staat is gebleken. Hij is het daarom niet eens met de stelling van vorige maand: ‘De angst voor terrorisme was in de jaren zeventig reëler dan nu.’

Ruim 230 mensen hebben gereageerd op bovenstaande stelling, die was gebaseerd op het artikel over de Molukse treinkaapster Hansina Uktolseja. Slechts 30 procent vindt dat er in de jaren zeventig van de twintigste eeuw meer reden was om bang te zijn voor terroristische aanslagen dan nu; 63 procent vindt dat onzin en 7 procent heeft geen mening.

‘Als je kijkt naar het aantal aanslagen en kapingen in de jaren zeventig, dan was dat aanzienlijk hoger dan in de eerste tien jaar van de eenentwintigste eeuw,’ schrijft L.A. van Vliet, die het eens is met de stelling. Dat kwam volgens J.W.N.M. Stassen doordat ‘elk zichzelf respecterend West-Europees land wel een home grown terroristische groepering had, die niet terugdeinsde voor moordaanslagen of ontvoering’. Zo was er in Duitsland de RAF, in Italië de Brigate Rosse, in Groot-Brittannië de IRA en had Nederland de Molukkers.
Sommige deelnemers hebben er vertrouwen in dat de diensten die terrorisme moeten voorkomen tegenwoordig beter tegen hun taak opgewassen zijn dan in de jaren zeventig. Dat mensen desondanks bang zijn voor aanslagen, verwijten zij de media en de overheid. ‘De huidige angst wordt ons aangepraat,’ meent C. Stijlen. ‘Spotjes van Postbus 51 die zeggen dat er tienduizend mensen bezig zijn met terrorismebestrijding, dragen ertoe bij dat mensen zich onveiliger voelen.’

Volgens D.G. Sievers wordt de terrorismedreiging om politieke redenen opgeklopt. ‘In 1970 was een terrorist iemand die zich met geweld keerde tegen de gevestigde orde. Tegenwoordig noemt men iedereen een terrorist die zich op politiek gebied niet gedraagt zoals de gevestigde orde dat graag ziet.’

De meeste deelnemers vinden echter dat de terroristische dreiging nu wel degelijk groter is dan in de jaren zeventig. Nationaal opererende groeperingen als de RAF en de Rode Brigade hebben plaatsgemaakt voor een internationaal netwerk als Al-Qaida, dat overal ter wereld kan toeslaan. ‘Het terrorisme is zo geglobaliseerd, dat het gevaar niet meer te voorspellen is, geen grenzen kent en dermate grootschalig kan zijn dat de gevolgen niet meer zijn te overzien,’ schrijft F.J. de Graas.

Een heel verschil met de jaren zeventig, vindt M.F.H.M. Kemenade, want toen ‘wisten we beter waar gevaar eventueel vandaan kon komen’. D. Rietveld schrijft: ‘De Molukse gemeenschap was nog enigszins voorspelbaar en makkelijker in de gaten te houden. Zij had buiten die gemeenschap geen wereldwijde vertakkingen.’ Volgens P. Troost had de Nederlandse bevolking zelfs begrip voor de Molukse jongeren, die ‘teleurgesteld en gefrustreerd’ waren vanwege het gebrek aan steun van Den Haag voor een onafhankelijke Zuid-Molukse republiek.

Heel anders dan de ‘fundamentele haat tegen onze samenleving’ die geradicaliseerde moslimjongeren nu koesteren, vindt F. Diepgrond. Daarentegen denkt R.A. Korving dat beide groepen wel degelijk overeenkomsten tonen. Hun acties ‘komen voort uit hetzelfde soort onvrede met de samenleving. Bij de Zuid-Molukkers was het “voertuig” het streven naar een utopische vrije republiek, de leden van de Hofstadgroep streven naar een even utopische, zuiver islamitische samenleving’.

Maar, schrijven andere lezers, omdat de Molukkers een concreet politiek doel nastreefden, waren ze minder bedreigend dan radicale moslims. ‘Terrorisme heeft nu een religieuze achtergrond, en dat maakt het gevaarlijker,’ schrijft J.M.M. Linssen. ‘Deden de RAF en soortgelijke groeperingen in de jaren zeventig vooral gerichte acties tegen de gegoede medemens, nu kan in principe iedereen doelwit worden.’ Ook O.J. Boertiger denkt dat religieus terrorisme ‘hardvochtiger en van langere termijn’ is. Vooral zelfmoordaanslagen – iets wat men in de jaren zeventig nog amper kende – boezemen angst in.
Toch zijn er ook deelnemers die denken dat het althans in Nederland wel los zal lopen. ‘De kans op een prijs in de postcodeloterij is groter dan betrokken te raken bij een terroristische aanslag,’ schrijft J.P. de Graaf. ‘En dat zal dertig jaar terug niet anders zijn geweest.’

In het volgende nummer komt het forum voor één keer te vervallen. Wel vindt u daarin de stelling voor nummer 7.

‘De angst voor terrorisme was in de jaren zeventig reëler dan nu.’

Eens: 30 procent
Oneens: 63 procent
Geen mening: 7 procent

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.