In november vond de Nederlandse ‘kunstdetective’ Arthur Brand na een jarenlange zoektocht een verdwenen vroeg-Byzantijns mozaïek uit de zesde eeuw, en bracht dat terug naar Cyprus.
In 1974, tijdens de Turkse inval van het eiland Cyprus, werd dit mozaïek van Sint-Markos gestolen uit de kerk van Panagia Kanarakia en verkocht op de zwarte markt. Omroep MAX toonde eerder al in een televisiedocumentaire hoe Brand dankzij tips van louche handelaren en anonieme tussenpersonen het kunstwerk opspoorde in een appartement in Monaco.
‘Al een dag nadat het mozaïek vanuit Nederland was teruggekeerd, kreeg ik 280 e-mails van Cyprioten die me bedankten,’ vertelt Brand. ‘Ze zijn blij dat er ook weer aandacht is voor de Turkse bezetting van een deel van hun eiland. In 1974 hebben de Turken voor de ogen van de Grieken allerlei kerken in brand gestoken en mozaïeken vernield. Tijdens de zoektocht heb ik het Turkse consulaat gevraagd of ze wilden meewerken. Het zou een mooi gebaar zijn om de geroofde kunst terug te brengen. Maar helaas.’
Nico Carpentier, deskundige op het gebied van Cypriotisch erfgoed, is minder pessimistisch: ‘De discussie over het verdwenen erfgoed is onderdeel van het probleem geworden. Ten eerste gebruiken vooral Grieks-Cyprioten het verleden als argument dat Cyprus Grieks is, terwijl natuurlijk een reeks beschavingen zijn sporen heeft achtergelaten op Cyprus. Ten tweede is er de Griekse kritiek dat het Turkse noorden niet goed voor het erfgoed zorgt. Er is ook een ander verhaal mogelijk. In Famagusta, in het Turkse deel, worden nu een Venetiaans bastion, een katholieke kerk en een Armeense kerk gerestaureerd door een gemengd Grieks-Turks comité, met Europees geld. Dit soort projecten krijgt spijtig genoeg veel te weinig aandacht, terwijl het redenen zijn om wat meer vertrouwen te hebben in de Griekse en Turkse gemeenschappen van Cyprus.’
Dit artikel is exclusief voor abonnees