De Nederlanden stonden bekend om hun verdraagzaamheid, maar tegelijkertijd hadden inwoners met een afwijkende religie het moeilijk. Dat schrijft de Amerikaanse historicus Craig Harline in zijn nieuwe boek Jacobs vlucht. Hierin beschrijft hij de levens van drie generaties van de familie Rolandus, die door hun geloofsovertuigingen op de vlucht moesten. Deze indrukwekkende familiegeschiedenis schetst een levendig beeld van de zogenaamd tolerante Nederlanden in de late zestiende en vroege zeventiende eeuw.
U bent zelf Amerikaans. Hoe is uw fascinatie met Nederlandse geschiedenis begonnen?
‘Ik kwam naar Nederland en België toen ik een negentienjarige student was. Toen leerde ik Nederlands en bestudeerde ik de religieuze geschiedenis van Europa, met name de Reformatie. Dit laatste heb ik vijfendertig jaar met veel plezier gedaan. Hoewel sommige van mijn boeken ook over bijvoorbeeld Engeland en Frankrijk gaan, gaat het meeste van mijn werk toch over Nederland en België.’
‘Zelf ben ik ook religieus. Toen ik voor het eerst als student naar Nederland kwam was ik tegelijkertijd ook een mormoonse zendeling, met een wit overhemd en een fiets, zoals je die tegenwoordig ook nog wel ziet. Ik heb niemand weten te bekeren, maar mijn interesse voor de religieuze geschiedenis van de regio werd zo wel gewekt. ‘
‘Ik kwam als mormoonse zendeling naar Nederland, maar heb niemand weten te bekeren.’
Kunt u wat vertellen over deze familiegeschiedenis?
‘Jacobs vlucht is een familiegeschiedenis. De lezer volgt in dit boek drie generaties van de familie Rolandus. Het verhaal begint als de vader van de oude Jacob zich rond 1560 bekeert tot het protestantisme. Dit was een ondergrondse kerk omdat de Nederlanden toen nog geregeerd werden door de katholieke Spanjaarden.’
‘Jacob is door de keuze van zijn vader het grootste deel van zijn jeugd op de vlucht, maar hij weet wanneer hij volwassen is een vooraanstaande predikant in Amsterdam te worden. Zijn zoon Timotheus werd ook predikant en had zijn eigen problemen. Deze problemen waren niet met de Spanjaarden, maar speelden binnen zijn gemeente. Hierdoor is hij uiteindelijk “weggepromoveerd”.’
‘Timotheus’ zoon, de jonge Jacob, groeide op in Noord-Brabant, waar zijn meeste vrienden katholiek waren en hij inzag dat de katholieken helemaal niet zo fout waren als hem door de kerk werd verteld. Dit resulteerde uiteindelijk in de bekering van de jonge Jacob tot het katholicisme in 1654. Uit angst dat hij zijn nieuwe religie niet kon uitoefenen binnen zijn milieu, vluchtte Jacob naar Antwerpen en later naar Brazilië. Door zijn keuze werd het contact met zijn vader Timotheus voorgoed verbroken. Het verhaal van deze drie mannen biedt stof tot nadenken. Hoe verdraagzaam waren de “verdraagzame Nederlanden” eigenlijk?’
‘Het verhaal van deze drie generaties biedt stof tot nadenken. Hoe verdraagzaam waren de Nederlanden eigenlijk?’
U hanteert een opvallende schrijfstijl voor een non-fictiewerk. Kunt u daar iets over vertellen?
‘De narratieve stijl die ik hanteer is inderdaad ongewoon, maar ik wilde een breder publiek bereiken en dat is lastiger met een academische schrijfstijl. Ik denk niet dat zo’n stijl ten koste hoeft te gaan van de analyses die een auteur wil maken. Ik denk juist dat het gemakkelijker is voor de lezer om de analyses te onthouden als ze in de vorm van een verhaal gepresenteerd zijn. Jacobs vlucht is niet bedoeld als roman, en zo moet het ook niet gezien worden. Het is nog steeds een geschiedwetenschappelijk werk.’
‘Wat ik wel doe is het opvullen van gaten in de geschiedenis door een bredere context te geven. Jacob de oude woonde bijvoorbeeld in de Spinhuissteeg en predikte in de Oude Kerk. Doordat ik veel over Amsterdam in deze periode heb geleerd weet ik wat hij op weg naar zijn werk ongeveer gezien moet hebben en dit heb ik opgeschreven. Het zijn dus geen verzinsels.’
Waarom is in uw ogen juist deze familie het waard geweest om een boek over te schrijven?
‘Een bekering van een predikantszoon was heel zeldzaam, dit gebeurde bijna nooit. Het feit dat de jonge Jacob door zijn familie werd verworpen hangt hier ook mee samen. Daarnaast was er nog een belangrijke factor die deze familie het waard maakte om een boek aan te wijden: er was fantastisch persoonlijk bronmateriaal beschikbaar over alle drie de generaties, waardoor ik in staat was om de hoogtepunten van honderd jaar aan familiegeschiedenis te reconstrueren.’
Jacob schreef in zijn dagboek in code over zijn bekering, zodat zijn familie het niet kon lezen
‘De documenten die ik heb gevonden weerspiegelen vlees en bloed, waardoor de besproken personen echt een persoonlijkheid krijgen en tot leven kunnen komen. Ik heb bijvoorbeeld de correspondentie tussen Jacob en zijn zus na Jacobs bekering gevonden, maar ook zijn dagboek. Dagboeken uit deze periode zijn heel zeldzaam, maar het meest interessante aan dit dagboek is dat het deel dat over zijn bekering gaat in code is geschreven zodat zijn familie het niet kon lezen. Gelukkig heb ik deze code na enkele dagen weten te kraken.’
Denkt u dat deze familie een uitzondering is, of denkt u dit verhaal representatief is voor een grotere groep mensen die hetzelfde hebben meegemaakt?
’Er was toentertijd een minderheid van families waarin meerdere religies voorkwamen, maar dit aantal was alsnog groot genoeg om op te vallen. Ook het verwerpen van een bekeerd kind kwam vaker voor, hoewel aanvaarding natuurlijk ook bestond. P.C. Hooft aanvaardde de bekering van zijn vrouw bijvoorbeeld gewoon. Toch is deze familie niet heel erg typisch is voor de tijd waarin ze leefden, en dat komt vooral doordat het uiterst zeldzaam was dat er in een predikantenfamilie van meerdere generaties een bekering tot het katholicisme voorkwam.’
Dit artikel is exclusief voor abonnees