Home COLUMN: Paradijs

COLUMN: Paradijs

  • Gepubliceerd op: 27 november 2013
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Maarten van Rossem

In de jaren vijftig kwamen de beoefenaren van de sociale wetenschap tot de conclusie dat het tijdperk van politieke ideologieën definitief was afgelopen. Socialisme, communisme, fascisme en conservatisme hadden hun relevantie verloren. Werkgevers, werknemers en overheid hadden elkaar gevonden in het pragmatische compromis van de gemengde economie in combinatie met de moderne verzorgingsstaat. Daarmee waren de grote politieke problemen van de industriële samenleving blijvend opgelost. Voor hartstocht was in de politiek geen plaats meer.

Dat na bijna anderhalve eeuw van bloedige beginselstrijd nu een toestand van paradijselijke rust was ingetreden, had de wereld vooral te danken aan de Verenigde Staten. De pleitbezorgers van het ‘einde van de ideologie’ geloofden dat Franklin D. Roosevelt met zijn New Deal de wereld de gouden middenweg tussen links en rechts had gewezen. Als de West-Europese naties hun best deden en zich oriënteerden op het Amerikaanse voorbeeld, was er een goede kans dat zij hun door ideologische strijd geteisterde verleden achter zich konden laten om de Verenigde Staten te volgen in het post-ideologische paradijs.

Voor de pragmatische perfectie van het post-ideologische heden construeerden de historici direct een passend nieuw verleden. Er is immers, afgezien van de literatuurwetenschap, geen enkel vak dat zo gevoelig is voor de waan van de dag als de geschiedschrijving. Volgens de Amerikaanse historici in de jaren vijftig was het bepaald geen toeval dat de problemen van de industriële samenleving juist in de Verenigde Staten waren opgelost. Anders dan het ongelukkige Europa hadden de Verenigde Staten eigenlijk nooit last gehad van politieke doctrines en ideologische strijd. De Amerikaanse geschiedenis vertoonde een buitengewone continuïteit en homogeniteit, die het gevolg waren van de politieke consensus die sedert de stichting van de republiek had bestaan. Dat de Amerikanen, die volgens deze nieuwe historische visie altijd verenigd waren geweest door een pragmatische consensus, een jarenlange bloedige burgeroorlog hadden gevoerd in de negentiende eeuw, werd op ingenieuze wijze weggeredeneerd. Voor een bruikbaar verleden moet de logica wel eens wijken.

Vrijwel direct nadat dit kunstige intellectuele bouwwerk was voltooid, omarmde een nieuwe generatie intellectuelen in de jaren zestig het radicale gedachtegoed dat de theoretici van het einde van de ideologie met zo grote stelligheid dood hadden verklaard. De sociologen, historici en intellectuelen die in de jaren vijftig hadden geconcludeerd dat de Verenigde Staten een staat van perfectie hadden bereikt, waren diep verontwaardigd over de radicale kritiek van de jaren zestig. Zij bleven bij hun opvattingen en bonden de strijd aan met alle ideeën die in de jaren zestig in de mode waren. Alle ellende die de jaren zestig hadden aangericht moest ongedaan gemaakt worden! Zo legden de verkondigers van het einde van de ideologie de fundamenten voor  het neoconservatisme, dat zich in de laatste drie decennia heeft ontwikkeld tot een vitale, radicale en agressieve ideologie. Het is ironisch dat die ideologie vooral succesvol is in het land dat volgens de historici immuun was voor ideologische hartstochten.

 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.