Vaak lijkt de tijd te verglijden, terwijl er wezenlijk niets verandert. Wel andere spelers – dezelfde teksten en belangen. Vooral Fransen zijn goed in die suggestie. Momenteel bewaken ze hun geopolitieke achtertuin in Mali. Ik zag op televisie een trotse president Hollande zijn manschappen toespreken. Ze waren in een paar dagen door een rotswoestijn helemaal naar de heilige stad Timboektoe gescheurd. Ik meen dat ze geen tegenstander hadden gezien, maar de glorie was binnen en de grandeur van het vaderland gered.
Ik keek naar de televisie en kan uit eigen ervaring vertellen dat daar in de Sahara in een kwarteeuw álles is veranderd. Alleen het zand is nog hetzelfde. Bijna 25 jaar geleden reisde ik in mijn eentje van Algiers dwars door de woestijn naar Kano in Noord-Nigeria. Toen was het onverantwoordelijk, nu ondenkbaar. Algiers was in 1990 voelbaar broeierig, met jonge mannen die overal rondhingen. Korte tijd later barstte er een vreselijke burgeroorlog uit – de eerste keer dat de wrede kant van de islam zich zo dicht bij Europa liet zien.
Sindsdien is Algerije een reisdoel van twijfelachtig allooi, maar ik was onbekommerd met een klein vliegtuigje naar Tamanrasset helemaal in het zuiden gevlogen. Daar zijn nog altijd palmbomen, kamelen en Toearegs. Maar het soort safari met omgebouwde vrachtauto vol jongeren uit Amsterdam, waarbij ik me toen aansloot voor een Volkskrant-reportage, die bestaat niet meer.
Een paar dagen reed ik mee, over een karrenspoor dwars door de bergachtige steenwoestijn. De enige Franse aanwezigheid bestond uit wrakken van Peugeot-stationcars die in Afrika neuf morts, un blessé worden genoemd. Die gewonde is meestal de bestuurder, de negen doden de betalende inzittenden.
De omgebouwde vrachtwagen ging me te langzaam, en de jongeren bespraken voornamelijk het gebrek aan koud bier. Bij de grens van Niger mocht ik mee met een paar Arabieren in een kreunende truck, hoog opgetast met dadels en daarbovenop nog eens een vastgebonden levend schaap. De namen die je nu weer op de kaart ziet – Agadez, bijvoorbeeld – komen me bekend voor. Slaperige wildweststadjes met zittende mannen, tegen een muur of voor een deur op de grond.
In de avond gingen de vrachtrijders bidden op hun matje, midden in het niets. Daarna werd het schaap de keel doorgehaald om op een vuurtje te worden geroosterd. De kop was een delicatesse; die ging in zijn geheel op het vuur. Soms kwam er uit het niets een Toeareg gelopen, die een mok koffie kreeg. Onze chauffeur koos een niet-bestaande weg door de woestijn, ver van de grenspost die bestond uit een rijtje oliedrums en wat kamperende Toearegs.
Later bleek het waarom van die omweg. Mijn vrachtwagenvrienden werden bij het plaatsje Tahoua, in Mali, gearresteerd. Ze bleken smokkelaars. Zij gingen de bak in; ik kreeg van een zeer dikke en zeer zwarte sergeant mijn paspoort terug en moest ophoepelen. Zonder problemen arriveerde ik in Kano in Noord-Nigeria, het andere uiteinde van de kamelenroute. Ook daar regeerde de islam, maar je kon er ongestoord rondlopen. Het was achteraf allemaal reuze avontuurlijk en vooral van een verbijsterende zorgeloosheid.
Moet je nu eens kijken. Vorige week stond er een kaartje in de Volkskrant. De ruime omgeving van Kano wordt geterroriseerd door Boko Haram, een radicaal islamitische club. Daar moet je vooral geen stap zetten. Al Qaida in de Islamitische Magreb (AQIM) is verdreven door de Fransen, ofschoon we nog niet weten of die actie zoden aan de dijk heeft gezet. Algerije is als reisdoel beslist nog niet aan te raden. De bezetters van een gasstation aan de grens met Libië waren van plan geweest om de hele installatie, met personeel en al, de lucht in te laten vliegen.
Wat veel te optimistisch Arabische Lente heet, is een voortzetting van de instabiliteit die een kwarteeuw geleden begon: een mengsel van werkloosheid, regeringen die zich alleen bekommeren om hun eigen inkomsten, niet-ingeloste beloften van een heilsreligie, jaloezie op de welvaart aan de overkant van de Middellandse Zee.
Eén ding is beslist nog hetzelfde als toen: het debat hier, met als inzet dat het allemaal onze Europese schuld is en dat het de neokoloniale Fransen eigenlijk om de grondstoffen te doen is. Ocharm. Sommige dingen veranderen inderdaad nooit.
Dit artikel is exclusief voor abonnees