Home COLUMN: Martin Sommer

COLUMN: Martin Sommer

  • Gepubliceerd op: 28 augustus 2013
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Martin Sommer

In de vakantie raakten wij verzeild in Chantilly, een soort Wassenaar zo’n vijftig kilometer benoorden Parijs, waar je meer paarden tegen het lijf loopt dan mensen. Dat komt door de vorstelijke traditie ter plaatse, en ons reisdoel was dan ook het museum van bejaarde paarden die er levend en wel tentoongesteld werden. Dat viel tegen; een stal met hier en daar een snuivend paard had ik ook eerder wel gezien.


Wat niet tegenviel was het slot van Chantilly een paar honderd meter verderop. We kregen er een rondleiding door de privévertrekken van een met zijn been trekkende gids, die vertelde dat de laatste prins van Condé al zijn vijf kinderen voor hun tijd had zien overlijden. Hijzelf stierf in 1897 en vermaakte het kasteel plus alles wat erin was aan het Institut de France, met als voorwaarde dat er geen spijker mocht worden veranderd.

Het aardige was dat je goed kon zien hoe zo’n kasteel in de praktijk fungeerde, met een zinken badkuip voor madame en een zinken badkuip voor monsieur, en zeer veel kamers met nog veel meer versleten fauteuils. Minder was dat er bij gebrek aan geld weinig was opgeknapt – in sommige vertrekken weerhield een opstaande plank de openslaande deuren ervan uit hun sponningen te vallen. De trekkebenende gids maande ons om ‘vriend’ van Chantilly te worden, waarop een keurige Franse heer zei ‘dat de Amerikanen toch wel zouden kunnen bijspringen – of anders de Arabieren’.
Ik kon me niet inhouden, en voegde de man toe dat de Fransen zelf best in de buidel zouden kunnen tasten. ‘Wij hebben die traditie niet,’ zei hij. Daar had hij gelijk in. In Frankrijk moet alle heil van de staat komen, en de rijkste Fransen, zoals de dikke en vooral vermogende acteur Gérard Depardieu, haasten zich naar het buitenland en laten zich door de Russische kleptocraat Poetin liever tot ere-Rus benoemen dan dat ze zelf in de buidel tasten om het patrimonium van het vaderland te redden.

De vraag is natuurlijk of wij een haar beter zijn. Om Nederlandse goedgunstige gevers hangt altijd iets van het nieuwe geld dat geshowd moet worden, zoals bij Dirk Scheringa of Joop van den Ende. Zij horen er toch nooit helemaal bij, en ook hier kijkt iedereen in de allereerste plaats naar de overheid als er iets bewaard, gered of opgeknapt moet worden.
Begin dit jaar werd de zogeheten ‘afstootlijst’ bekend, waarop minister Blok, die over de rijksgebouwendienst gaat, 34 monumenten had gezet waarvoor het rijk geen emplooi meer heeft. Wie zin heeft in het graf van de zeehelden Tromp of Piet Hein, de vesting Naarden, het Westfries Museum in Hoorn, de Ruïne van Brederode, de gedenknaald bij Apeldoorn of het monument voor Adolf van Nassau bij Heiligerlee (Gr.), kan zich bij de minister melden. Met geld voor aankoop en onderhoud, uiteraard.

Een verontwaardigd gehuil ging op, en op het eerste gezicht is het een belachelijk aanbod van de minister. Wat moet je met een grafmonument, in een kerk bovendien? In het Westfries Museum kun je bij wijze van spreken nog het Jan Pietersz. Coen-hotel beginnen. Maar de naald bij Apeldoorn? Hier moet de gulle gever echt van zeer goede wil zijn, aangezien er afgezien van de herinnering aan Willem III niets van te maken valt. En mij lijkt het pas echt idioot als het monument bij Heiligerlee, symbool van onze grote bevrijdingsoorlog, straks opgesierd wordt met een grote glimmende plaquette, betaald door de emir van Qatar.

Maar wacht, op internet vond ik een veelbelovende suggestie, getekend door de stadssite Apeldoorndirect.nl. Daar circuleerde het bericht dat de vastgoedpoot van SNS Bank, property finance, een bod gedaan zou hebben op de Apeldoornse naald. Die zou symbolisch en perfect passen in de vastgoedportefeuille van deze vastgelopen bank: ‘Veel onbruikbaar beton en weinig zicht op een nuttige functie.’

Dit biedt perspectieven! Wat dacht u van een mooie bijdrage van woningcorporatie Vestia voor de Ruïne van Brederode of het graf van Piet Hein, opgeknapt met geld van de Fyra-directie van NS? Voor de vesting Naarden heb ik nog geen idee, maar dat komt doordat er eerder te veel dan te weinig kandidaten zijn. Iedereen in een benauwde veste komt in aanmerking voor een gulle gift – van ziekenhuisdirecteuren met gouden handdruk tot Geert Wilders, van Joep van den Nieuwenhuijzen tot frauderende VVD-wethouders.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.